1H/V GS 2.1 Leven in de Griekse stadstaat

Hoofdstuk 2 De Grieken
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 2 De Grieken

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
2:00
Wat weet jij eigenlijk van
de Grieken?

Slide 2 - Woordweb

Vraag aan de leerlingen wat ze al weten van de tijd van Grieken en Romeinen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bergen, heuvels en dalen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Poseidonia (Paestum) was een Griekse kolonie net onder Napels. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Griekse 
stadstaten (1)
  • Griekenland bestond nog niet als één land

  • Er waren steden die als landen werden bestuurd: bijvoorbeeld met een eigen koning

  • Zo'n zelfstandige stad heet een polis (stadstaat)

  • 700 waren er

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Griekse 
stadstaten (2)

  • Poleis (meervoud van polis) worden op verschillende manieren bestuurd

  • Ze hebben wel vaak dezelfde 'Griekse' cultuur, taal en goden

  • De bekendste poleis waren Athene en Sparta

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De polis
Het Griekse landschap bestaat uit zee en bergen
De steden werden moeilijk door andere steden veroverd
Iedere stad werd zijn eigen kleine staat: stadstaat
De grieken noemden zo'n stadstaat een polis
Staat
Een begrensd gebied met een bestuur
Stadstaat
Een stad met het omliggende gebied die zichzelf bestuurt

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillen en overeenkomsten

Tussen poleis waren grote verschillen

Toch hadden de Grieken veel overeenkomsten (cultuur)
Dezelfde taal
Dezelfde verhalen
Dezelfde kunst

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Griekse goden 
  • Grieken hadden een polytheïstische godsdienst
  • Griekse goden zien er uit als mensen
  • Ze hebben menselijke eigenschappen (verliefd, boos, jaloers)
  • Ze hebben ook goddelijke eigenschappen (superkrachten, onsterfelijk)
  • Goden werden vereerd in mooi versierde tempels
  • Communicatie met de mensen en boodschappen door middel van orakels
  • De belangrijkste Griekse goden wonen op de berg Olympus

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Griekse mythen
  • Mythen: verhalen over goden. Mythen hadden altijd een boodschap. Verhalen waarin goden, helden en wezens een rol spelen

  • Griekse mythologie: alle goden verhalen bij elkaar.

  • Verhalen werden generatie op generatie doorverteld. De mythen legden de verschijnselen in de natuur en samenleving uit. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Godenverering 
  • Tekens van de goden: onweersbui. De Grieken  verklaarden hun wereld  door de goden.  
  • Altaar: offersteen waarbij/op offers worden gelegd voor de goden 

  • Orakels werden geraadpleegd om tekens van goden te vertalen. 
  • Orakel: heiligdom van waaruit een priester een voorspelling deed. Plaats waar goddelijke uitspraken gedaan worden

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Zeus

  • God van de donder
  • Oppergod
  • Getrouwd met Hera, maar ging regelmatig vreemd!

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Poseidon

  • God van de zee
  • Broer van Zeus
  • Herkenbaar aan zijn drietand

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Hades

  • God van de onderwereld
  • Broer van Zeus
  • Getrouwd met zijn nicht Persifone
  • Zijn driekoppige hellehond Kerberos bewaakte de onderwereld

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Iedere Griekse polis had andere goden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Iedere Griekse polis had zijn eigen bestuur
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ongelijkheid
Grote verschillen tussen arm en rijk.
1. vrije mannen met burgerrecht
2. vrije mannen zonder burgerrecht: werden vreemdelingen genoemd.
3. vrouwen: hadden bijna geen rechten, mochten niet meebesturen.
4. slaven: minste rechten, bezit van iemand anders.

burgerrecht: had je als je:
- in Athene geboren was, 
- man was en 
- vrij was.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leven in de polis
Oud Griekenland heeft landbouw, maar moet veel handelen
In de Griekse wereld zijn de mannen de baas
Mannen hebben inkomsten en regelen het bestuur
Vrouwen zorgen voor het huishouden

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dagelijks leven
Veel Grieken leefden van de landbouw.

Verbouwden graan, druiven, olijven.
Hielden geiten en varkens.

Er was alleen weinig vruchtbare grond.
Hierdoor was handel erg belangrijk.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies