In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Deze vragen gaan over.
1. Het leven in een Griekse stadstaat
Slide 1 - Tekstslide
Het oude Griekenland
Het huidige griekenland
Slide 2 - Tekstslide
Kijk goed naar de twee kaarten van Griekenland. Wat zijn de grootste verschillen?
Slide 3 - Open vraag
In Griekenland rond 450 voor Chr.
A
Waren er 650 stadstaten die van elkaar gescheiden waren door zee en bergen
B
Waren er 500 stadstaten die van elkaar gescheiden waren door zee en bergen
C
Waren er 700 stadstaten die van elkaar gescheiden waren door zee en bergen
D
Waren er 490 stadstaten die van elkaar gescheiden waren door zee en bergen
Slide 4 - Quizvraag
Leg uit waarom elke stadstaat (de polis) een eigen bestuur en wetten hadden.
Slide 5 - Open vraag
Wat waren de overeenkomsten tussen deze verschillende 700 poleis?
Slide 6 - Open vraag
Waar of niet waar?
De verschillende stadstaten in Griekenland hadden allemaal dezelfde wetten en bestuur.
Niet waar
Waar
Slide 7 - Sleepvraag
Meer ongelijkheid in bezit, macht en aanzien noemen we
A
Politieke verschillen
B
Sociale verschillen
C
Maatschappelijke verschillen
D
Economische verschillen
Slide 8 - Quizvraag
Ongelijkheid is het verschil tussen mensen in...
A
Macht
B
Bezit
C
Rechten
D
A B en C zijn goed
Slide 9 - Quizvraag
Slavernij was in het oude Griekenland heel normaal. Hoe werd je een slaaf?
A
Door jezelf te verkopen of doordat je ouders slaaf zijn.
B
Doordat je gevangen was genomen tijdens een oorlog of door jezelf te verkopen.
C
Doordat je gevangen was genomen tijdens een oorlog of als je ouders slaven waren.
D
Als je ouders slaven waren of doordat je in de schulden zat.
Slide 10 - Quizvraag
Lees blz. 62. 1. Wie zijn de mannen met burgerrecht? 2. Waarom mochten deze burgers meebeslissen? 3. Wie hadden er geen burgerrecht en waarom niet?
Slide 11 - Open vraag
De meesten mensen in een Griekse polis leefden van?
A
handel
B
visserij
C
landbouw
D
a, b en c zijn allemaal goed.
Slide 12 - Quizvraag
Lees blz. 63. Leg uit waarom de Grieken ook veel handel dreven met andere poleis.
Slide 13 - Open vraag
Deze vragen gaan over
2. Politiek in Athene
Slide 14 - Tekstslide
Wie regeerde in de 7e eeuw voor Chr. De polis Athene?
A
De koningen want het was een monarchie.
B
De rijkste en belangrijkste mannen, de edelen.
C
De vrije Atheense mannen boven de 18 jaar.
D
De rijke handelaren.
Slide 15 - Quizvraag
Wat is een monarchie?
A
Een monarchie is een land zonder koning
B
Een monarchie is een land waar een groep grootgrondbezitters bestuur
C
Een monarchie is een land waar het volk het voor het zeggen heeft.
D
Een monarchie is een land met een erfelijk troonopvolger.
Slide 16 - Quizvraag
Wat is een tirannie?
A
Een regering van een kleine groep aanzienlijken
B
Een regering waarbij het volk beslist
C
Een regering door een vorst, meestal een koning
D
Een regering met een alleenheerser die de macht gegrepen heeft
Slide 17 - Quizvraag
wat is het verschil tussen een monarchie en een tirannie?
Slide 18 - Open vraag
In 508 voor Chr. verandert er iets in Athene. 1. Wat verandert er? 2. Welke 3 onderwerpen zijn er in de volksvergadering? 3. Hoe heet de staatsvorm nu in Athene?
Slide 19 - Open vraag
Slide 20 - Video
1. Het bestuur van een polis bestond meestal uit? 2. Wat is het burgerrecht in Athene? 3. Wat maakte Athene bijzonder? 4. Welke 3 onderwerpen waren er op de volksvergadering? 5. Waar besliste de volksvergadering over?
Slide 21 - Open vraag
Deze vragen gaan over
3. Religie, wetenschap en filosofie.
Slide 22 - Tekstslide
Monotheïsme is?
A
Geloof in de natuur
B
Geloof in meerdere goden
C
Geloof in 1 god
D
Geloof in de wetenschap
Slide 23 - Quizvraag
Sleep het geloof naar de juiste plaats
MONOTHEÏSME
POLYTHEÏSME
Slide 24 - Sleepvraag
Wat is een mythe?
A
een Griekse god
B
verhaal over goden of halfgoden - of een verhaal dat voor waar wordt aangenomen, maar niet helemaal op feiten berust
C
een waargebeurd verhaal
D
een Griekse nederzetting
Slide 25 - Quizvraag
Mythologie
Verzameling van mythen.
Verhalen waarin goden, helden en wezens een rol spelen.
De Griekse mythen werden mondeling doorgegeven als lessen voor het leven.
De Mythen legden gebeurtenissen uit die ze niet begrepen.
De mythen waren bedoeld om over na te denken.
Slide 26 - Tekstslide
Wetenschap bij de oude Grieken was
A
Verklaringen zoeken in mythen en goden.
B
Verklaringen zoeken in de natuur en onderzoek doen.
C
verklaringen zoeken in het gedrag van de Goden en leren van de mythen.
D
Verklaringen zoeken in de natuur door de mythen goed te bestuderen.