Heksen. Waar of niet waar?

Heksen. Waar of niet waar?
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisAardrijkskunde+1Middelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Heksen. Waar of niet waar?

Slide 1 - Tekstslide

Heksen waren altijd vrouwen.
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quizvraag

Niet waar.
Niet alle heksen waren vrouw.

  • Ongeveer driekwart van de heksen was vrouw.
  • De rest (een kwart) was man.
Een mannelijke heks en de duivel
op een tekening uit 1618.

Slide 3 - Tekstslide

De heksenjacht was in de middeleeuwen.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Niet waar.
De heksenvervolgingen waren na de middeleeuwen. 
In de tijd van ontdekkers en hervormers.
En de tijd van regenten en vorsten.

Slide 5 - Tekstslide

Arme mensen die niet konden lezen en schrijven geloofden in tovenarij.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Niet waar. 
Iedereen geloofde in tovenarij.

Slide 7 - Tekstslide

Heksen zijn oud en lelijk.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Niet waar.
  • Sommige heksen waren oud.
  • Sommige heksen waren jong.
  • Sommige heksen waren kinderen.
  • Van sommige heksen weten we het niet.
Kindheksen op een tekening 
uit de 17e eeuw.

Slide 9 - Tekstslide

Heksen kwamen altijd op de brandstapel.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Niet waar.
Sommige heksen kregen straf: 
  • De brandstapel
  • Een boete betalen
  • Verbanning
  • Zweepslagen 

Sommige 'heksen' werden vrijgesproken.
Dan had de rechter besloten dat ze geen heks waren.

Slide 11 - Tekstslide

Heksen kregen wel altijd een echt proces.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Heksen kregen altijd een echt proces.
Eerst werd goed gekeken of ze echt een heks waren.
Daarna kwamen ze voor een echte rechter.
Waar.

Slide 13 - Tekstslide

Een heks was hetzelfde als een tovenaar.
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Waar.
Tovenaar, tovenares, heks of kol. Alle namen werden door elkaar gebruikt.
Een heks was gewoon iemand die slechte dingen toverde.

Slide 15 - Tekstslide

Zoiets zou nu nooit meer kunnen gebeuren.
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Wat denk jij?

Slide 17 - Tekstslide