Classificatiesystemen, gezondheidspatronen en gezondheidsproblemen

Classificatiesystemen
Project patiënt X
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Classificatiesystemen
Project patiënt X

Slide 1 - Tekstslide

Lesinhoud
  • Uitleg over term classificatiesysteem
  • Kennismaken met soorten classificatiesystemen
  • Definitie gezondheidsproblemen
  • Oefenen met de gezondheidspatronen van Gordon
  • Lezen theorie en maken verwerkingsopdrachten in boek Verpleegplan


Slide 2 - Tekstslide

De stappen van het verpleegkundig proces

Slide 3 - Tekstslide

Zoek op wat een classificatiesysteem is (tip: boek 'Verpleegplan')

Slide 4 - Open vraag

Classificatiesystemen
Je krijgt tijdens je werk als verpleegkundige te maken met veel verschillende soorten informatie, zoals:

  • de algemene gegevens van de zorgvrager;
  • informatie over de diagnose van de zorgvrager;
  • informatie over de behandeling van de zorgvrager.
Het is belangrijk dat je alle informatie duidelijk ordent, zodat je een goed overzicht hebt. Om informatie goed te kunnen ordenen, gebruik je classificaties. Een ander woord voor classificatie is indeling. Een classificatie is een hulpmiddel waarmee jij als verpleegkundige je taken kan uitvoeren en ordenen.

Slide 5 - Tekstslide

Dus.......
Een verpleegkundig classificatiesysteem helpt de verpleegkundige om gezondheidsproblemen bij zorgvragers te kunnen herkennen en beschrijven.


Een classificatiesysteem beschrijft alle mogelijke gezondheidsproblemen die passen bij het verpleegkundig beroepsdomein. Bij elk probleem vind je een beschrijving van de bijbehorende verschijnselen

Slide 6 - Tekstslide

Verschillende classificatiesystemen
  • De 4 domeinen van verantwoorde zorg (zorgleefplan)
  • De 11 gezondheidspatronen van Gordon
  • Het Omaha systeem
  • Het SFMPC (voorheen SAMPC)

Slide 7 - Tekstslide

4 domeinen van Verantwoorde zorg
(zorgleefplan)


  1. Woon- en leefsituatie
  2. Participatie (activiteiten en sociale contacten)
  3. Mentaal welbevinden en autonomie (eigen regie)
  4. Lichamelijk welbevinden en gezondheid


Slide 8 - Tekstslide

11 gezondheidspatronen van Gordon

  • De 11 gezondheidspatronen van Gordon omvatten alle aandachtsgebieden van een mens
  • Al deze 11 gezondheidspatronen hangen met elkaar samen en beïnvloeden elkaar




Slide 9 - Tekstslide

11 Gezondheidspatronen van Gordon
  1. Gezondheidsbeleving en instandhouding 
  2. Voeding en stofwisseling 
  3. Uitscheiding 
  4. Activiteiten 
  5. Slaap/rust 
  6. Waarneming en cognitie 
  7. Zelfbeleving 
  8. Rollen en relaties 
  9. Seksualiteit, voortplanting 
  10. Stressverwerking 
  11. Waarden en overtuiging 

Slide 10 - Tekstslide

Gezondheidsproblemen
Lees de theorie in het boek Verpleegplan, module 3, hoofdstuk 1: GEZONHEIDSPROBLEMEN

Slide 11 - Tekstslide

Definitie gezondheidsproblemen
Een gezondheidsprobleem ontstaat op het moment dat het welbevinden van een zorgvrager nadelig beïnvloed wordt. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door ziekte, een aandoening of andere klachten die een negatief effect hebben op het lichamelijk, psychisch en/of sociaal functioneren.

Slide 12 - Tekstslide

Verpleegkundige diagnose  
Op het moment dat je als verpleegkundige helder een of meerdere gezondheidsproblemen in kaart hebt gebracht, ga je je focussen op het stellen van een verpleegkundige diagnose. Dit zorgt ervoor dat je samen met je collega's doelgericht aan de slag kunt gaan. Een verpleegkundige diagnose onderscheidt zich in:

                                               het gezondheidsprobleem zelf;
                                               de oorzaak van het gezondheidsprobleem;
                                               de symptomen die bij het gezondheidsprobleem komen kijken.

Naslagwerken kunnen je helpen om een verpleegkundige diagnose te formuleren.



Slide 13 - Tekstslide

Onderdelen verpleegkundige diagnose  
De verpleegkundige diagnose is een probleem bij de zorgvrager waarop jouw verpleegkundige zorg zich richt. Je kunt daarbij kijken naar het probleem zelf, de bijbehorende oorzaken (etiologie) en kenmerkende symptomen:

                                probleem;
                                etiologie: de oorzaak van een gezondheidsprobleem;
                                symptomen: de gevolgen, verschijnselen van het probleem.

Deze drie onderdelen vormen samen de PES-structuur. Het is geen verplichte manier om verpleegkundige diagnosen te beschrijven, maar een hulpmiddel om in eenzelfde structuur te werk te gaan.



Slide 14 - Tekstslide

QUIZ
Onder welk patroon plaats je de gegevens?

Slide 15 - Tekstslide

Mevrouw gebruikt een rollator om zich te verplaatsen
A
Gezondheidsbeleving en instandhouding
B
Activiteiten
C
Uitscheiding
D
Stressbeleving

Slide 16 - Quizvraag

Mevrouw weegt 66 kg en is 1m 68 groot
A
Gezondheidsbeleving en instandhouding
B
Activiteiten
C
Zelfbeleving
D
Voeding en stofwisseling

Slide 17 - Quizvraag

Mevrouw heeft steeds pijn aan haar rug
A
Gezondheidsbeleving en instandhouding
B
Cognitie en Waarneming
C
Rollen en relatie
D
Waarden en levensovertuiging

Slide 18 - Quizvraag

Mevrouw heeft een dochter die haar helpt om eten te geven. (meerdere antwoorden zijn juist)
A
rollen en relatie
B
activiteiten
C
voeding en stofwisseling
D
slaap en rustpatroon

Slide 19 - Quizvraag

Mevrouw is zeer snel kortademig bij het lopen en transpireert hevig (twee antwoorden zijn juist)
A
activiteiten
B
voeding en stofwisseling
C
gezondheidsbeleving en instandhouding
D
stressverwerking

Slide 20 - Quizvraag

Opdracht
Maak thema-opdracht 2 : De gezondheidspatronen van Patiënt X, stap 1 

Slide 21 - Tekstslide