Eco H6

H6 Productie en markt
Economie jaar 3
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H6 Productie en markt
Economie jaar 3

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Wat weet je al?
  • Opdracht in groepjes
  • Test
  • Pauze
  • Weet je het nog?
  • Aan de slag
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Doel van deze les
Je wordt expert in een deel van het hoofdstuk. Deze expertise ga je delen met je klasgenoten. 

Jij gaat dus de kennis die je hebt, doorgeven.

Slide 3 - Tekstslide

Weet jij wat productiefactoren zijn?
Ja
Nee

Slide 4 - Poll

Weet jij precies hoe je de prijs bepaald van een product?
Ja
Nee

Slide 5 - Poll

Het maken van producten en leveren van diensten noemen we..
A
Consumeren
B
Produceren
C
Investeren
D
Concurreren

Slide 6 - Quizvraag

Wat zijn de 4 productiefactoren?
A
Geluid, Smaak, Kleur, Natuur
B
Arbeid, Winst, Kosten, Producten
C
Kapitaal, Arbeid, Natuur, Ondernemerschap
D
Elektra, Water, Gas, Olie

Slide 7 - Quizvraag

Inkoopprijs + brutowinstopslag is:
A
Kostprijs
B
Omzet
C
Netto-prijs
D
Verkoopprijs

Slide 8 - Quizvraag

Transportkosten zijn:
A
Vaste kosten
B
Variabele kosten
C
Constante kosten

Slide 9 - Quizvraag

Deel 1 van de opdracht
  • De docent verdeelt de klas in groepjes
  • Per groepje ga je je verdiepen in de paragraaf
  • Je maakt een samenvatting/ overzicht van de belangrijkste punten uit de paragraaf
  • Iedereen schrijft de informatie op (je moet het kunnen vertellen)

Slide 10 - Tekstslide

Indeling groepjes
  • paragraaf 1: Levi, Olga, Brandon
  • Paragraaf 2: Gwenn, Jessica, Sonia, Victor
  • Paragraaf 3: Vicco, Noor, Isa, Yana
  • Paragraaf 4: Elyse, Djenna, Arwen, Fleur

Slide 11 - Tekstslide

Deel 2 van de opdracht
Tafel A: Levi, Gwenn, Vicco, Elyse 
Tafel B: Olga, Jessica, Noor, Djenna
Tafel C: Brandon, Sonia, Isa, Arwen
Tafel D: Victor, Yana, Fleur

Slide 12 - Tekstslide

Vertel de volgende punten:
Wat leer je in de paragraaf?
Wat zijn de belangrijkste begrippen?
Wat betekenen deze begrippen?

Slide 13 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?
Test

Slide 14 - Tekstslide

H6 productie en markt

Slide 15 - Woordweb

Een bedrijfskolom is:
A
Alle gegevens van een bedrijf
B
Alle bedrijven die na elkaar aan een product werken
C
Alle werknemers van een bedrijf

Slide 16 - Quizvraag

Arbeidsintensief
A
het grootste deel van de productie wordt door mensen gedaan
B
het grootste deel van de productie wordt door machines gedaan

Slide 17 - Quizvraag

De verkoopprijs inclusief btw (121% of 109%)
A
consumentenprijs
B
verkoopprijs

Slide 18 - Quizvraag

Het aantal producten dat een bedrijf verkoopt
A
Omzet
B
Afzet
C
Winst
D
Kosten

Slide 19 - Quizvraag

De maximale hoeveelheid producten die een bedrijf kan produceren
A
Arbeidsproductiviteit
B
Afschrijving
C
Productiecapaciteit
D
Toegevoegde waarde

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Hoofdstuk 6.1
Produceren maar!

Slide 22 - Tekstslide

Programma
  • Welkom
  • Wat weten we nog?
  • Nieuwe theorie
  • Aan de slag
  • Afsluiten 

Slide 23 - Tekstslide

H6 Productie & markt

Slide 24 - Woordweb

Doel van deze les
Je leert:
Wat de vier productiefactoren zijn
Wat toegevoegde waarde is
Hoe je een bedrijfskolom maakt

Slide 25 - Tekstslide

Productie :
Het maken van goederen en leveren van diensten
Bij het produceren heb je productiefactoren nodig
Voor elke productiefactor krijg je een beloning:
- rente
- loon/salaris
- pacht
- winst

Slide 26 - Tekstslide

Bedrijfskolom
Alle bedrijven die aan een product
meewerken, vormen samen een 
bedrijfskolom.

Slide 27 - Tekstslide

Aan de slag!
Opdracht:
  • Maak in tweetallen een bedrijfskolom voor een gouden ring met diamanten. 
  • Geef ook aan wat de toegevoegde waarde is van de bedrijven.
  • Mobiel is toegestaan
  • Best uitgewerkte bedrijfskolom krijgt prijsje




Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Aan de slag
Maak opdrachten 6.1 produceren maar!
blz. 160 t/m 163

Slide 30 - Tekstslide

H6 Productie en markt
Economie jaar 3

Slide 31 - Tekstslide

Programma
Bespreken DoeDag en Sovon bezoekdag
Terugblik vorige les
Nieuwe theorie
Werken aan opdrachten
Pauze
Escaperoom
Afsluiting

Slide 32 - Tekstslide

Terugblik 
  • Productiefactoren (Kapitaal, Arbeid, Natuur, Ondernemerschap)
  • Toegevoegde waarde
  • Bedrijfskolom

Schrijf voor jezelf op waar paragraaf 1 over gaat. Maak gebruik van bovenstaande begrippen.

Slide 33 - Tekstslide

Doel van deze les
Deze les leer je:
  • Wat brutowinstopslag is en hoe je daarmee de verkoopprijs berekent.

  • Wat consumentenprijs is en hoe je de btw berekent die daarin zit.

Slide 34 - Tekstslide

Brutowinstopslag en verkoopprijs
Een winkelier koopt producten in en verkoopt ze door voor een hogere prijs.

Slide 35 - Tekstslide

Verkoopprijs berekenen
  • De brutowinstopslag is een percentage van de inkoopprijs.
  • Je telt de brutowinstopslag op bij de inkoopprijs.
  • Verkoopprijs = inkoopprijs + brutowinstopslag

  • Bij een groothandel koop je een T-shirt voor €7,50. Je verkoopt ze op de markt met een brutowinstopslag van 90%.



Slide 36 - Tekstslide

Verkoopprijs berekenen
  • De brutowinstopslag is een percentage van de inkoopprijs.
  • Je telt de brutowinstopslag op bij de inkoopprijs.
  • Verkoopprijs = inkoopprijs + brutowinstopslag

  • Bij een groothandel koop je een T-shirt voor €7,50. Je verkoopt ze op de markt met een brutowinstopslag van 90%.



Slide 37 - Tekstslide

Btw en consumentenprijs
Winkelier stelt verkoopprijs vast
Daar bovenop betaalt de consument btw

Slide 38 - Tekstslide

Consumentenprijs berekenen
  • De btw is 9% of 21% van de verkoopprijs.
  • De verkoopprijs inclusief btw is de consumentenprijs.
  • Je berekent de consumentenprijs als volgt:

De verkoopprijs van een zomerjack is €24,75. Voor de consumentenprijs komt daar 21% aan btw bovenop.


Slide 39 - Tekstslide

Consumentenprijs berekenen
  • De btw is 9% of 21% van de verkoopprijs.
  • De verkoopprijs inclusief btw is de consumentenprijs.
  • Je berekent de consumentenprijs als volgt:

De verkoopprijs van een zomerjack is €24,75. Voor de consumentenprijs komt daar 21% aan btw bovenop.


Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Aan de slag
Maak de opdrachten van paragraaf 6.2 
blz. 164 t/m 167

timer
15:00

Slide 42 - Tekstslide

Escaperoom
Economie

Slide 43 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • een escaperoom spelen

Wat is het doel?
  • Herhalen en toetsen van kennis over 6.1 en 6.2

Slide 44 - Tekstslide

Spelregels
In groepjes van 3/4
houd antwoorden binnen eigen groepje
één persoon loopt heen en weer
Code mag pas aan het eind geraden worden
1 boek per groepje


Slide 45 - Tekstslide