De diversiteitscirkel

• Burgerschap
• MBO
• Studiejaar 1,2

Lesstof - BBL - vrijdag

Leskaart 2 en 3: Wat is diversiteit en wat zijn onze verschillen/overeenkomsten?

Zijn wij een diverse groep / school?

1. Ja
2. Nee

Leerdoelen

• Je weet wat wordt bedoeld met diversiteit
• Je kunt de verschillende onderdelen van de diversiteitscirkel noemen en deze voor jezelf invullen
• Je kunt benoemen welk onderdeel/welke onderdelen voor jou het meest van belang zijn voor je identiteit 

Waar denk je aan
bij diversiteit?

Bekijk het filmpje: We delen meer dan we denken. Op de video zie je een sociaal experiment,  vergelijkbaar met ‘over de streep’. Uit dit experiment blijkt dat mensen uit groepen die heel 

verschillend zijn en niets met elkaar gemeen lijken te hebben, toch meer met elkaar delen dan we  denken. 

Leg uit: we hebben vaak een stereotype beeld van mensen, landen of culturen. Als je nadenkt over  Nederland, zal dat niet anders zijn. Toch is het goed om te onthouden dat we meer met elkaar 

gemeen hebben dan we soms denken.

TIP Dit filmpje duurt drie minuten, maar de kern kan vrij snel duidelijk zijn. Is de video te lang voor  jouw studenten? Gebruik dan eventueel de werkvorm ‘over de streep’ om een soortgelijk 

experiment te doen met jouw klas

Gespreksvragen 

 Beantwoord na het kijken:

1. Met welke persoon in de uitzending voel je je het sterkst verwant en met welke het minst? 

2. Wat raakte je tijdens het kijken van de uitzending? 

3. Wat viel je op in het gedrag van de meisjes? 

4. Wat was herkenbaar? En wat helemaal niet? 

5. Als je één van de meiden zou mogen spreken, wat zou je dan willen vragen of zeggen?  

De diversiteitscirkel

De diversiteitcirkel is een model om alle onderdelen van iemand te laten zien.

De diversiteitcirkel bevat 8 onderdelen:

1. Sekse/gender (mannelijk/ vrouwelijk/ transgender);

2. Religie/levensbeschouwing;

3. Etniciteit (afkomst);

4. Seksuele oriëntatie (hetero- / homo- / biseksueel);

5. Levensfase/generatie (wanneer geboren en welke fase/generatie zit je);

6. Talent/handicap (waar ben je goed in/wat zijn je beperkingen);

7. Klasse (arbeidersklasse/middelklasse etc.);

8. Professionele socialisatie (opleiding/werk/carrière).

1. Sekse/gender (mannelijk/ vrouwelijk/ transgender);

2. Religie/levensbeschouwing;

3. Etniciteit (afkomst);

4. Seksuele oriëntatie (hetero- / homo- / biseksueel);

5. Levensfase/generatie (wanneer geboren en welke fase/generatie zit je);

6. Talent/handicap (waar ben je goed in/wat zijn je beperkingen);

7. Klasse (arbeidersklasse/middelklasse etc.);

8. Professionele socialisatie (opleiding/werk/carrière).

Opdracht:

Teken nu jouw eigen diversiteitcirkel

Vragen om te bespreken:

• Wie/wat bepaalt wie jij bent? 
• Welke onderdelen van de cirkel hebben het meeste invloed op jouw identiteit/je leven?
  
• In welke hokjes word jij door anderen gestopt/ Hoe zien anderen jou?
• Beïnvloeden de onderdelen van de cirkel elkaar volgens jou?

Dus: zijn we een diverse klas?
En waaraan zie je dat vooral?

Opdracht: Dit is mijn leefwereld 

(Leskaart 3: leeractiviteit 2)

Je gaat weergeven wat jouw leefwereld is en wat liefde voor jou betekent. 

1) Je laat op één A4-tje zien wie jij bent. Dat doe je met afbeeldingen, woorden, zinnen, quotes. 

2) Daarnaast laat je zien wat je belangrijk vindt: bijvoorbeeld je afkomst, je ideeën, mening, leefwereld 

(gebruik hierbij je uitkomsten van de diversiteitscirkel bij leeractiviteit 3) 

Dit is mijn leefwereld (deel 2)

Verwerk in deze slide ook de tekst: 

Liefde is… en vul deze zin aan met een tekst die bij jou past.

Je mag ook één van deze aanvulzinnen gebruiken:

Ik ben (uniek omdat) ...

Ik hou van ...

Ik vind het belangrijk dat …

Ik wens …

Ik ben hetzelfde als anderen in …..