Grammatica woordsoorten: lw -ww-znw

lidwoorden?  ( lw )
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1-4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

lidwoorden?  ( lw )

Slide 1 - Tekstslide

de   het  een

Slide 2 - Tekstslide

werkwoorden?    (ww)

Slide 3 - Tekstslide

'doe' woorden: denken, zitten, schrijven, fietsen, maken, horen, lopen, slapen, zeuren, klagen, mopperen, lachen, huilen......

Slide 4 - Tekstslide

Maar ook:  hebben, zijn, 

Slide 5 - Tekstslide

zelfstandige naamwoorden?  (znw)

Slide 6 - Tekstslide

mensen,dingen,planten,dieren: me di pla die

Slide 7 - Tekstslide

je kan er (soms) meervoud of enkelvoud van maken: boom-> bomen, vissen-> vis

Slide 8 - Tekstslide

je kan er (soms) een verkleinwoord van maken: tafel-tafeltje, schoen-schoentje, blad-blaadje.....

Slide 9 - Tekstslide

je kan er een lidwoord voor zetten: klas-> de klas, jaar-> het jaar, auto-> een auto.....

Slide 10 - Tekstslide

lidwoord?
A
en
B
de
C
clown
D
lacht

Slide 11 - Quizvraag

werkwoord?
A
een
B
groot
C
krijgt
D
applaus

Slide 12 - Quizvraag

zelfstandig naamwoord?
A
Jan
B
in
C
de
D
mooie

Slide 13 - Quizvraag

Werkwoorden?
Ik heb gisteren urenlang games op de computer gespeeld.
A
heb
B
games
C
computer
D
gespeeld

Slide 14 - Quizvraag

Zelfstandige naamwoorden?
De docent loopt het lokaal op de bovenste verdieping binnen.
A
loopt
B
lokaal
C
de
D
verdieping

Slide 15 - Quizvraag

werkwoorden? Ik heb na het eten de kippen eten gegeven.
A
eten
B
kippen
C
gegeven
D
heb

Slide 16 - Quizvraag

zelfstandige naamwoorden?
Ken jij de kleuren van de regenboog?
A
kleuren
B
van
C
regenboog
D
de

Slide 17 - Quizvraag

Werkwoorden?
De vlieg vliegt door de keuken en vliegend fluit hij een liedje.
A
vlieg
B
liedje
C
vliegend
D
fluit

Slide 18 - Quizvraag

Zelfstandige naamwoorden? Ik weet nu wel dat Erik bij de Hema werkt.
A
weet
B
Erik
C
werkt
D
Hema

Slide 19 - Quizvraag