2h4 - di050923

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Qu'est-ce qu'on va faire?
  • Interroger 
  • Corriger
  • Grammaire
  • Les devoirs

But: herhalen van werkwoorden op -er in de présent en de PC.

Slide 2 - Tekstslide

Interroger

1. nous (sommes)
2. vous (avez)
3. ils (font)
4. je (vais)
5. tu (regardes)
  1. le voyage - de reis
  2. parler - spreken, praten
  3. la piscine - het zwembad
  4. la rentrée - de eerste schooldag
  5. en Espagne - in/naar Spanje
  6. de trein - le train
  7. geweldig - super / formidable
  8. waardeloos - nul / nulle
  9. in/naar Frankrijk - en France
  10. tijdens - pendant

Slide 3 - Tekstslide

Corriger ex. 6a et 7a
Page 24

Slide 4 - Tekstslide

Corriger 

Slide 5 - Tekstslide

Corriger ex. 6a 
  1. en Espagne
  2. en Angleterre
  3. aux Pays-Bas
  4. en France
  5. en Allemagne
  6. en Belgique

Slide 6 - Tekstslide

Corriger ex. 7a 
  1. Tu as passé de bonnes vacances?
  2. Oui, c'était super
  3. Tu as été où?
  4. J'ai été à Nice

Slide 7 - Tekstslide

Grammaire: passé composé
Présent: speelt zich af in het heden
Ik dans elke vrijdag met vriendinnen. 

Passé composé: speelt zich af in het verleden
Ik heb elke vrijdag met vriendinnen gedanst

Slide 8 - Tekstslide

Regelmatig - présent
1. Hele werkwoord -er
2. Je houdt de stam over
3. -e / -es / -e / -ons / -ez / -ent

Je danse
Tu danses
Il/elle/on danse
Nous dansons
Vous dansez
Ils/elles dansent

Regelmatig - passé composé
1. Onderwerp (je/tu/...)
2. Hulpwerkwoord (vorm van avoir)
3. Voltooid deelwoord (hele ww -er +é)
J'ai dansé 
Tu as dansé 
Il/elle/on a dansé
Nous avons dansé
Vous avez dansé
Ils/elles ont dansé

Slide 9 - Tekstslide

Onregelmatig
De volgende werkwoorden hebben een 'eigen' voltooid deelwoord 

avoir - eu          j'ai eu un cadeau pour ma mère
être - été           on a été en France 
faire - fait          tu as fait les devoirs?

Slide 10 - Tekstslide

Even oefenen .. 
1. nous avons  dansé       (danser) 
2. vous avez travaillé (travailler)
3. elles ont fait (faire) 
4. j'ai cherché 
5. tu as  parlé (parler)

Slide 11 - Tekstslide

Au travail
Exercice 16ae
17ac

timer
1:00

Slide 12 - Tekstslide

Corriger ex. 16
  1. a travaillé
  2. avons mangé
  3. ai visité
  4. ont aimé
  5. a passé 

Slide 13 - Tekstslide

Corriger ex. 17
  1. ont eu
  2. a eu
  3. ai fait
  4. avons fait
  5. avez été

Slide 14 - Tekstslide

Les devoirs
Vendredi 8 septembre

Apprendre: blokje A en B (page 50)
Faire: Exercice 16ae en 17ac




Slide 15 - Tekstslide