220624 diabetes en herhaling

Les 24-06-22


Diabetes insuline en hulpmiddelen
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
BSPMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Les 24-06-22


Diabetes insuline en hulpmiddelen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel 

Je weet het wat diabetes mellitus is, wat de symptomen zijn en de verschillen tussen type I en II
Daarnaast kan je de hulpmiddelen benoemen en hoe er behandeld wordt met insuline 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Diabetes 
Type 1 
medische hulpmiddelen 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak de Venn diagram 
in 2- of 3-tallen 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de overeenkomsten tussen DM type I en II?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de verschillen tussen DM type I en II?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Symptomen diabetes 
Onbehandelde diabetes -> hyperglykemie (hoge bloedsuikerspiegel)
  • korte termijn symptomen; dorst, veel plassen, moe
  • lange termijn symptomen; zenuwschade , blindheid, hart- en vaat ziekten, diabetische voet enz 
Er kan ook Hypoglykemie optreden als de bloedglucosespiegel te laag wordt door bv teveel insuline 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling type 1
  • Door insuline toe te dienen aan het lichaam.
  • Soorten insuline: ultra kortwerkend, kortwerkend, mengsels, langwerkend 
  • Insuline wordt in het lichaam geinjecteerd m.b.v. een insulinepen of insulinepomp.
  • Bij een hypo kan glucagon worden toegediend 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 1: Maak een overzicht van insulines die in Nederland verkrijgbaar zijn. Noem de naam van de insuline zelf, de handelsnaam en de kenmerken (bijvoorbeeld kort of langwerkend). Plak een foto van een overzicht

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Komt een diabetes patiënt door een hypoglycaemie in coma, dan zal iemand deze patiënt een glucagon injectie moeten geven.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 2:
Verklaar waarom glucagon de glucose concentratie in het bloed laat stijgen.

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 3:
Waar moet de patiënt glucagon injecties bewaren?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 4:
Bezoek de website apotheek.nl en zoek de gebruiksaanwijzing van Glucagon injecties op. Geef aan wat je belangrijk vindt om te benadrukken aan de patient?

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Gebruik van glucagon

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Insuline pennen
Vroeger werd insuline met dikke naalden geïnjecteerd. Tegenwoordig gaat dat met behulp van een insulinepen. Deze pen lijkt op een vulpen en is makkelijk mee te nemen. Dit kunnen voorgevulde pennen zijn of herbruikbare pennen met penfills. Daarnaast kan er een insuline pomp gebruikt worden. 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 5:
Op de website apotheek.nl staan instructiefilms hoe men via een pen de insuline kan toedienen. Bekijk de video insuline spuiten en maak een korte gebruiksaanwijzing over het gebruik van de insuline pen.

Slide 33 - Open vraag

1. Doe een nieuw naaldje op de pen.
2. Houd de pen schuin 1 kant op, en daarna schuin de andere kant op. Doe dit 10 keer rustig (niet schudden). Zo mengt u de (troebele) insuline.
3. Stel de pen in op 2 Eenheden en druk op de knop van de pen. U ziet een druppel op het naaldje. Zo haalt u luchtbellen uit de pen voor u gaat prikken. En u weet of de pen het goed doet.
4. Stel de pen in op 10 Eenheden (of een andere afgesproken hoeveelheid insuline).
5. Houd de huid strak en prik recht met het naaldje in de huid.
6. Druk de knop van de pen langzaam in tot hij niet verder gaat.
7. Kijk of de pen weer op 0 staat en wacht 10 seconden voor u de pen uit uw huid haalt.
8. Haal het gebruikte naaldje voorzichtig van de pen. En doe het naaldje in een speciale naaldcontainer.

Vraag 6:
Maak een overzicht van alle pennen die in Nederland verkrijgbaar zijn.

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Insulinepomp
Er kan ook gebruik worden gemaakt van een insulinepomp. 
Deze is gevuld met kortwerkende insuline die continu wordt afgegeven. Daarnaast kan er bij een hoge bloedglucose spiegel na het eten, extra insuline worden afgegeven. 

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfcontrole van bloedglucose

Het controleren van de bloedglucose staat centraal bij de behandeling van diabetes. Met behulp van een bloedglucosemeter kunnen patiënten zelf hun bloedglucose meten. 

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 7:
Waarom is het noodzakelijk dat patiënten regelmatig zelf hun bloedglucose meten?

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 8; Wat heb je nodig om de bloedglucose te meten?

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Heb je de lesdoelen gehaald?
😒🙁😐🙂😃

Slide 42 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 45 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 46 - Video

Deze slide heeft geen instructies