Communisme



De Sovjet Unie




 1. Het communisme
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les



De Sovjet Unie




 1. Het communisme

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je aan de hand van begrippen herkennen en uitleggen wat het communisme inhoud.

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet jij eigenlijk
van het communisme?

Slide 3 - Woordweb

Karl Marx
  • Geboren in Trier, op 5 mei 1818.
  • Filosoof en econoom.
  • Grondlegger van het socialisme.
  • In Engeland zag hij hoe slecht de arbeiders het hadden.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Wat is communisme? (1)
  • Arbeiders aan de macht

  • Alle rijkdommen (ook de fabrieken en de machines) naar de arbeiders

  • Omdat 'rijken' en fabrikanten dit niet zomaar zullen laten gebeuren zal er een revolutie van arbeiders komen, mét geweld.

Slide 6 - Tekstslide

Wat is communisme? (2)
  • Einde aan de klassenmaatschappij (indeling van de maatschappij naar economische positie)

  • Tegen kapitalisme (ergens geld in stoppen met als doel meer geld te verdienen: winst maken). 

  • Marx: "Mensen zonder kapitaal moeten leven van hun arbeid."

Slide 7 - Tekstslide

Wat is communisme? (3)
  • Karl Marx schreef zijn ideeën op in Het Communistisch Manifest en later in Das Kapital

  • Toen Marx in 1883 stierf was er nog nergens een revolutie van arbeiders geweest en bestond het communisme alleen op papier

  • Op zijn graf in Londen staat: "Arbeiders aller landen verenigt U"

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide


Communisme

  1. Gelijkheid: er zijn geen klassen meer.
  2. Geen bezit: de staat verdeelt het bezit.
  3. Iedereen verdient hetzelfde: winst maken kan niet.
  4. In 4 stappen naar een klassenloze samenleving.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide


Stap 1
Arbeiders (proletariaat) worden steeds meer uitgebuit door de rijke fabriekseigenaren.
De arbeiders worden armer en de fabriekseigenaren rijker.

Slide 12 - Tekstslide


Stap 2
Arbeiders grijpen de macht middels een revolutie.
Dit is de 'Dictatuur van het proletariaat'.

Slide 13 - Tekstslide


Stap 3
Gelijkheid: Al het bezit wordt eerlijk over de gemeenschap verdeeld. Er zijn geen klassen
meer. Niemand kan meer winst maken.

Slide 14 - Tekstslide


Stap 4
Van een kapitalistische samenleving naar 
een socialistische samenleving naar 
een communistische samenleving (de Communistische Heilstaat).

Slide 15 - Tekstslide


Voorwaarden
Het land moest volledig geindustrialiseerd zijn.
Klassenstrijd: de arbeiders moesten in opstand komen tegen / boos zijn op de rijke fabriekseigenaren.

Slide 16 - Tekstslide