DISK Thema 1 - woorden

Thema 1 Kennismaken 
Bronnen 3 + Woordenschrift 
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Thema 1 Kennismaken 
Bronnen 3 + Woordenschrift 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
  • Hoe werkt DISK
  • Samen lezen bronnen 3 Wel of geen hobby
  • Woordenschrift
  • Running Dictee

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DISK: Hoe werkt het? 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Disk
1. DISK online


2. DISK woordenlijsten 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordenschrift

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nieuwe woorden

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de achternaam
  • De naam van je familie
  • voornaam <--> achternaam

  • Mijn naam is Bianca Bosch.
  • Bianca is mijn voornaam
  • Bosch is mijn achternaam

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

altijd

  • Je moet altijd je laptop mee naar school nemen. 
  • Hij komt altijd te laat op school. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

antwoord
  • Reactie op een vraag.


  • De docent stelt een vraag en Amir geeft antwoord.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

belangrijk
  • Het is belangrijk om iedere dag op school te komen.
  • Het is belangrijk om Nederlands te leren.


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de club
  • Een groep mensen die samen iets doen, bijvoorbeeld samen sporten.

  • Als je lid bent van een club, is dat goed voor je Nederlands. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de dag
  • de dag <---> de nacht

  • Op welke dag hebben we sport? Op dinsdag.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

dansen
ik dans, hij danst, wij dansen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de deur

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

direct
  • meteen, snel

  • Ik heb vanmiddag om half 3 een afspraak bij de dokter. Ik moet dus na de les direct weg. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de docent

  • Iemand die op school werkt


  • De docent geeft les. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

elkaar
  • Wij helpen elkaar.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

enorm
  • heel erg

  • Het feest was zo gezellig. We hebben enorm gelachen.

  • heel groot

  • Hij heeft een enorm huis met wel twintig kamers. 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de gang
  • plaats tussen lokalen


  • De leerlingen lopen op de gang.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

het gebouw - de gebouwen

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

het lid 
(van 
een  
club)

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

soms
  • niet altijd
  • soms <--> altijd

  • Ik koop soms patat.
  • Ik ga soms naar de bioscoop. 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De straat

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DISK online
- Je werkt aan DISK online op je laptop.
- Je gaat de woorden van thema 1 leren. 
- Gebruik het woordenschrift.
timer
10:00

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pim pam pet
Met de letter die komt schrijf je een woord dat je hebt geleerd in je schrift.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Running dictee
  • Maak tweetallen (duo's).
  • Een is schrijver en een is renner.
  • Op het bord hangen woorden. 
  • De schrijvers zitten in de klas. 
  • De renner loopt naar het bord en kiest een woord. 
  • Hij gaat naar de schrijver en vertelt het woord dat hij ziet aan de schrijver. 
  • De schrijver schrijft het woord op het blad. 
  • Na tien woorden wisselen we. 
  • Het duo dat de meeste woorden goed geschreven heeft, heeft gewonnen. 

Slide 30 - Tekstslide

Lange klanken:
vlees
woord
vuur
kraan
Korte klanken
test
trap
vlug
bril
bord
Tweeteken klanken
auto
mevrouw
eikel
blijf
kleur
friet
broek
fruit

Dit was de les.
Tot de volgende keer! 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies