601

Natuurkunde
Op tafel
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Natuurkunde
Op tafel

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Week 2 (Deze week)
6.1/6.2/6.3
Week 3 (Volgende week)
6.4/6.5
Week 4 of 5
TENTAMEN

Slide 2 - Tekstslide

Paragraaf 6.1 temperatuur

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Wat is temperatuur?
  • Hoe werkt een vloeistofthermometer?
  • Meetbereik en aflezen thermometers
  • Soorten thermometers en hoe ze werken

Slide 4 - Tekstslide

Temperatuur
Wordt vaak gemeten met een vloeistofthermometer.

Voor de onderdelen zie plaatje hiernaast.

Slide 5 - Tekstslide

Bekijk het volgende filmpje 

Hoe wordt een thermometer gemaakt?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Werking van een vloeistofthermometer
  1. de vloeistof in het reservoir bestaan uit gekleurde alcohol.
  2. bij het stijgen van de temperatuur zet de vloeistof uit, meer dan het glas zal uitzetten.
  3. gevolg is dat het vloeistofniveau in de stijgbuis omhoog gaat. De buis is heel smal, de stijging van de vloeisof zal dus goed te zien zijn.
  4. als de temperatuur daalt krimpt de vloeistof, het vloeisofniveau in de buis daalt

Slide 8 - Tekstslide

Temperatuur wordt gemeten in graden Celcius, Kelvin of graden Fahrenheid

Slide 9 - Tekstslide

Meetbereik van een thermometer
Het meetbereik geeft aan tussen welke temperaturen je een thermometer kunt aflezen.

Voor iedere plek is een bepaald meetbereik handig, 
een thermometer voor binnen heeft een ander bereik dan een thermometer voor buiten.

Slide 10 - Tekstslide

Wat is het meetbereik van de hiernaast afgebeelde thermometer?
A
O tot 100 graden Celsius
B
120 graden Celcius
C
20 tot 120 graden Celcius
D
100 graden Celcius

Slide 11 - Quizvraag

Lees de temperaturen af van de 5 thermometers
A
49 , 112, 13, 240, 52 graden Celsius
B
49, 108, 13, 230, 50 graden Celcius
C
50, 108, 13, 230, 52 graden Celcius
D
50, 112, 15, 240, 50 graden Celcius

Slide 12 - Quizvraag

Temperatuur in een weerbericht
In Nederland wordt altijd de temperatuur weergegeven in graden Celcius.

Slide 13 - Tekstslide

Temperatuur
Het ijken van een thermometer wordt gedaan om een juiste temperatuur af te kunnen lezen.


Slide 14 - Tekstslide

Verschillende soorten thermometers

  1. kwikthermometer (wordt niet meer gebruikt) 
  2. vloeistofthermometer
  3. digitale thermometer
  4. bimetaalthermometer
  5. infraroodthermometer

Slide 15 - Tekstslide

Digitale thermometer
  • maakt gebruik van NTC-weerstand
  • NTC laat meer stroom door bij hogere temperatuur
  • hoeveelheid doorgelaten stroom wordt vertaald naar bepaalde temperatuur
  • waarde wordt in cijfers op scherm weergegeven

Slide 16 - Tekstslide

Bimetaal thermometer
  • in bimetaalthermometer zit een strip bestaand uit twee verschillende metalen, meestal ijzer en aluminium
  • beiden hebben een andere temperatuur waarbij ze uitzetten of krimpen
  • ijzer zet bij een hogere temperatuur minder uit dan aluminium
  • strip is opgerold in spiraal
  • temperatuur wordt weergegeven met wijzer

Slide 17 - Tekstslide

infraroodthermometer
  • meet de hoeveelheid infraroodstraling                                     (= warmtestraling)
  • temperatuur wordt in cijfers op scherm weergegeven

Slide 18 - Tekstslide

Wat wordt bedoeld met het meetbereik van een thermometer?

Slide 19 - Open vraag

Een digitale thermometer maakt gebruik van
A
Een vloeistof
B
Infrarode straling
C
Een bimetaal
D
Een NTC

Slide 20 - Quizvraag

Uit welke onderdelen bestaat een vloeistofthermometer?

Slide 21 - Open vraag

Wat zet bij een hogere temperatuur meer uit?
A
Aluminium
B
Ijzer

Slide 22 - Quizvraag

Aan het einde van het lesuur af
Maak het werkblad.
timer
1:00

Slide 23 - Tekstslide

Pauze
timer
5:00

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Wat is de eenheid van luchtdruk?
De eenheid van druk 
is Pascal (Pa) of bar.

De luchtdruk op aarde is ongeveer
100.000 Pa = 1000 hPa 
                            1000 hPa = 1000 mbar 
                                                    1000 mbar = 1 bar

  

Slide 26 - Tekstslide

Hoe meet je de luchtdruk?

Luchtdruk meet je met een Barometer

Meteorologen gebruiken vaak hPa.
Automonteurs gebruiken vaak Bar.

Slide 27 - Tekstslide

Wat heeft luchtdruk met het weer te maken?
Laagdrukgebied
  • Opstijgende warme lucht
  • Veel wolken
  • Slechter weer, vaak storm

Hoogdrukgebied
  • Dalende koude lucht
  • Droog en rustig weer

Wind => Van hoogdrukgebied naar laagdrukgebied


Slide 28 - Tekstslide

Hoe werkt een weerkaart?
Isobaren
Lijnen met dezelfde luchtdruk

Isobaren dichtbij elkaar,
groot verschil in luchtdruk,
veel wind

Slide 29 - Tekstslide

Aan het einde van het lesuur af
Maak het werkblad.
timer
1:00

Slide 30 - Tekstslide