Woordenboek: les 1

Woordenboek: les 1
*Alfabet
*Alfabetische volgorde
  Woorden met verschillende beginletters.
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Woordenboek: les 1
*Alfabet
*Alfabetische volgorde
  Woorden met verschillende beginletters.

Slide 1 - Tekstslide

Programma
1) Wat kun je al?
2) Alfabet oefenen.
3) Alfabetische volgorde: woorden met verschillende beginletters.
4) 

Slide 2 - Tekstslide

Wat kun je al? Zoek het woord en schrijf de bladzijde op.
1 bubbel                   6 knielen
2 frankeren               7 vriezen
3 prompt                   8 belagen
4 rotonde                  9 vertwijfeld
5 trachten               10 afbreuk

Slide 3 - Tekstslide

Wat kun je al? Zoek het woord en schrijf de bladzijde op.
Resultaat
8 (of meer goed): je hoeft niet mee te doen met les 1 en 2.

Slide 4 - Tekstslide

Doelen
1) Je kunt het alfabet foutloos in 30
    seconden opzeggen. 
2) Je kunt woorden met verschillende 
    beginletters in alfabetische volgorde
    zetten.

Slide 5 - Tekstslide

Doel: je kunt het alfabet foutloos in 30 seconden opzeggen.
a   b   c   d   e
f    g   h    i    j   k   l   m   n   o   p
q   r    s    t   u   v  w
x   y    z

Slide 6 - Tekstslide

Doel: je kunt het alfabet foutloos in 30 seconden opzeggen.
Luister naar het alfabet op de video's.
Zeg na, zing mee, rap mee.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Doel: je kunt het alfabet foutloos in 30 seconden opzeggen.
Kun je het alfabet in 30 seconden opzeggen?
Zeg het alfabet op. 
De klasgenoten naast je luisteren.

Slide 12 - Tekstslide

Doel: je kunt letters in alfabetische volgorde zetten.
a  b  c  d  e  f  g  h  i j  k  l  m  n  o  p  q  r  s  t  u  v  w  x  y  z
Uitleg
De A komt   direct   voor   de B.
De C komt   direct   na      de B.
De K komt   direct   voor   de L.
De M komt   direct   na      de L.

Slide 13 - Tekstslide

Doel: je kunt letters in alfabetische volgorde zetten.
a  b  c  d  e  f  g  h  i j  k  l  m  n  o  p  q  r  s  t  u  v  w  x  y  z
Uitleg
De K komt   na       de F.
De K komt   voor   de P.
De S komt   na       de E.
De S komt   voor   de Z.

Slide 14 - Tekstslide

Doel: je kunt letters in alfabetische volgorde zetten.
Opdracht
Welke letter komt direct voor de letter?
Welke letter komt direct na de letter?
Klik op de goede letter.

Slide 15 - Tekstslide

Welke letter komt direct voor de T?
A
U
B
R
C
S
D
V

Slide 16 - Quizvraag

Welke letter komt direct voor de K?
A
J
B
L
C
H
D
F

Slide 17 - Quizvraag

Welke letter komt direct na de E?
A
D
B
F
C
G
D
C

Slide 18 - Quizvraag

Welke letter komt direct na de N?
A
P
B
O
C
Q
D
M

Slide 19 - Quizvraag

Doel: je kunt letters in alfabetische volgorde zetten.
Opdracht
Welke letter komt voor de letter?
Welke letter komt na de letter?
Klik op de goede letter.

Slide 20 - Tekstslide

Welke letter komt voor de H?
A
K
B
J
C
L
D
F

Slide 21 - Quizvraag

Welke letter komt voor de S?
A
P
B
U
C
X
D
Z

Slide 22 - Quizvraag

Welke letter komt na de L?
A
A
B
H
C
Q
D
G

Slide 23 - Quizvraag

Welke letter komt na de N?
A
K
B
M
C
G
D
R

Slide 24 - Quizvraag

Doel: je kunt woorden met verschillende beginletters op alfabetische volgorde zetten.
Luister naar de uitleg op de video.
(tot 2.20)

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Doel: je kunt letters in alfabetische volgorde zetten.
Opdracht
Zet de woorden in alfabetische volgorde?
Kijk naar de beginletter van elk woord.
Sleep de woorden naar de goede plaats.

Slide 27 - Tekstslide

1
2
3
4

jas

das

tas

pas

Slide 28 - Sleepvraag

1
2
3
4

voet

been

knie

teen

Slide 29 - Sleepvraag

1
2
3
4

zon

onweer

regen

storm

Slide 30 - Sleepvraag

1
2
3
4

lezen

kijken

schrijven

pakken

Slide 31 - Sleepvraag

Vragen?
Je kunt woorden met verschillende beginletters op alfabetische volgorde zetten.

Heb je nog vragen?

Slide 32 - Tekstslide

Ik kan het alfabet foutloos in 30 seconden opzeggen.
A
Ik kan het nog niet. Ik maak nog foutjes.
B
Ik kan het nog niet. Ik heb meer tijd nodig.
C
Ik kan het goed.

Slide 33 - Quizvraag

Ik kan woorden met verschillende beginletters in alfabetische volgorde zetten.
A
Ik heb nog hulp nodig.
B
Ik kan het goed.

Slide 34 - Quizvraag

Doel: je kunt woorden met verschillende beginletters in alfabetische volgorde zetten.
Opdracht voor de jongens 1) Ga op volgorde van de eerste letter van je voornaam staan. 2) Kijk ook naar de tweede letter en de derde letter enz. als dat nodig is. 3) Ga voor het bord naast elkaar te staan. 4) De eerste leerling gaat aan de kant van de deur staan. 5) Je hebt 20 seconden de tijd.
Opdracht voor de meisjes. Gaat het de jongens lukken in 20 seconden? Ga staan als je denkt dat het gaat lukken.

Slide 35 - Tekstslide