Kritische beroepssituaties 22 VP A en D

Kritische beroepssituaties 
22 VP A
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Kritische beroepssituaties 
22 VP A

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Uitleg van de module (komt nog in de teamtegel)
Theorie kritische beroepssituaties
Instructie Opdracht kritische beroepssituaties
Uitwerken opdracht

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
• Je kunt omschrijven wat er wordt verstaan onder een kritische beroepssituatie.
• Je herkent kritische beroepssituaties binnen je eigen beroepspraktijkvorming en kunt hiervan voorbeelden geven.
• Je analyseert en reflecteert op een eigen kritische beroepssituatie   a.d.h.v. de STRARR methode of middels KORTHAGEN. 


Slide 3 - Tekstslide

kritische beroepssituaties?

Slide 4 - Woordweb

Omschrijving kritische beroepssituaties
  • Je staat voor een professioneel probleem of dilemma op je werk of stage

Door met elkaar in gesprek te gaan en de situatie te bespreken ga je je werk beter doen. Zo groeit je professionaliteit en draag je bij aan goed werk.

Slide 5 - Tekstslide

Kenmerken kritische beroepssituaties
Kenmerken van een kritische beroepssituatie zijn:
-complex
-dilemma
-keuze maken
-typisch voor beroep
-verstoorde routine/onverwacht
-vraagt nieuwe handeling
-je leert er iets van

Slide 6 - Tekstslide

Instructie KB beschrijving
Ga in tweetallen en beschrijf op je laptop een kritische situatie (midden complex en elke je eigen situatie) op je stage
  • Je hebt het meegemaakt
  • Je maakt het nu mee

Slide 7 - Tekstslide

Noem 2 doelen van het schrijven van een reflectieverslag?

Slide 8 - Open vraag

Welke systemen om een reflectieverslag te schrijven ken je al?

Slide 9 - Woordweb

Slide 10 - Link

Slide 11 - Tekstslide

Beschrijven volgens de methode Korthagen
Het model van Korthagen geeft weer dat je in een cirkel de volgende fases doorloopt:

  • Handelen en ervaring: Omschrijf de situatie. Wat wilde je bereiken?
  • Terugblikken: Wat gebeurde er? Wat deed, dacht en voelde je?
  • Bewustwording van essentiële aspecten: Wat ging anders en waardoor gebeurde dat? Wat is de kern van het probleem?
  • Alternatieven ontwikkelen en daaruit kiezen: Welke mogelijkheden zie je om de situatie te veranderen? Je bedenkt alternatieven om uit te proberen in de praktijk.
  • Uitproberen: Je probeert deze alternatieven uit.

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht uitwerken
Zet je opdracht in teams

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide