week 21 les 1

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Les devoirs
Bloc D: Grammaire (aanwijzend vnw)
Zelf opstarten! Kijk naar de instructievideo online!
Faire (maken): ex 17 t/m 19 (Havo maakt ook de steropdrachten)


Apprendre (leren): Herhaal vocabulaire A + B (woorden + zinnen)
oefen met schrijven, slim stampen of WRTS

* in de les: Mondeling opstarten


Slide 2 - Tekstslide

Les buts du cours
Overhoren HW voc A+B
Je kunt de woorden en zinnen uit voc A+B herkennen en vertalen in het N/F F/N

Extra instructie:
Bloc D:  Grammaire (aanwijzend vnw)
Je weet hoe je het aanwijzend vnw in het Frans gebruikt

HW: 
Je zorgt ervoor dat al het HW af en is nagekeken en verbeterd t/m Bloc D

*extra tijd: Blooket






Slide 3 - Tekstslide

Overhoren voc A+B

Slide 4 - Tekstslide

la robe
A
de rok
B
de jurk

Slide 5 - Quizvraag

porter
A
leren
B
proberen
C
dragen
D
pakken

Slide 6 - Quizvraag

le choix
A
de cursus
B
de keus
C
de kleding
D
de kapper

Slide 7 - Quizvraag

Vertaal:
Mavo: Tu fais quelle taille?
Havo: De spijkerbroek is zwart.

Slide 8 - Woordweb

pour =

Slide 9 - Open vraag

Het is dertig euro.
A
C'est vingt euros.
B
C'est trois euros.
C
C'est treize euros.
D
C'est trente euros.

Slide 10 - Quizvraag

Vertaal:
Mavo: La chaussure est blanche.
Havo: Het feest is super!

Slide 11 - Woordweb

Hoe ging het overhoren?
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Poll

Bloc D
Aanwijzend voornaamwoord

Slide 13 - Tekstslide

Extra instructie 
Als je geen instructie wilt werk je verder aan:
Bloc E of Bloc F
Deze start je zelf op

Slide 14 - Tekstslide

Noem een FA aanwijzend voornaamwoord

Slide 15 - Woordweb

Noem een NL aanwijzend voornaamwoord

Slide 16 - Woordweb

Bloc D: het aanwijzend voornaamwoord
DEZE, DIE, DIT en DAT zijn aanwijzende voornaamwoorden.
In het Frans ook 4 woorden maar die gebruik je volgens vaste regels:
ce       = deze, die, dit, dat
cet     = deze, die, dit ,dat
cette = deze, die, dit ,dat
ces     = deze, die, dit dat.

Slide 17 - Tekstslide

Ce: mannelijk enkelvoud



Cet: mannelijk enkelvoud met a/e/i/o/u/stomme h


Cette: ALLE vrouwelijke ZN enkelvoud
Ce garçon(m) est grand.=
Die jongen is groot.

Cet arbre(m) est vieux.=
Die boom is oud.

Cette fille(v) est grande.
Dat meisje is groot.
Cette Ă©cole(v) est petite.
Die school is klein.

Slide 18 - Tekstslide

In het Meervoud is het altijd ''ces''
Ces garçons = deze/ die jongens
ces arbres = deze/ die bomen
ces filles = deze/ die meisjes
ces Ă©coles = deze/ die scholen

Slide 19 - Tekstslide

Welke aanwijzend voornaamwoord moet je gebruiken in het Frans als het woord is... 
mannelijk enkelvoud
vrouwelijk enkelvoud
Meervoud 
Ce
Cette 
Ces
Cet

Slide 20 - Sleepvraag

sleep de woorden naar het juiste aanwijzend vnw 
ce
cet
cette
ces
pommes
table (v)
chaise (v)
homme (m)
stylo (m)
devoirs
livres

Slide 21 - Sleepvraag

ce, cette, ces of cet?
................mĂšre

Slide 22 - Open vraag

ce, cette, ces of cet?
...................garçon

Slide 23 - Open vraag

ce, cette, ces of cet?
....................artistes

Slide 24 - Open vraag

ce, cette, ces of cet?
..................enfant

Slide 25 - Open vraag

Au travail! Aan het werk!
Heeft iemand nog vragen of hulp nodig bij het HW van vandaag?
Kijk je HW na en verbeter eventueel opdrachten online!

Faire (maken) Indien nog niet op orde:
Verplicht af t/m Bloc D: Grammaire (aanwijzend vnw) 
Daarna: Verder werken aan: Bloc E of Bloc F

Klaar? Apprendre (leren): Grammaire Bloc D 
oefen met schrijven, slim stampen of WRTS



Slide 26 - Tekstslide

Les devoirs
Faire (maken) Indien nog niet op orde:
Verplicht af t/m Bloc D: Grammaire (aanwijzend vnw)
Apprendre (leren): Grammaire Bloc D (aanwijzend vnw)
oefen met schrijven, slim stampen of WRTS

Volgende les: oortjes mee zodat je Bloc E kunt maken!

Slide 27 - Tekstslide