Week 21 les 2S

1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Les devoirs
1. apprendre: Bloc C/D afm (faire): Bloc D+E (HW controle)

2. Lever de 2e creatieve opdracht in

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Bloc C
je kunt de zinnen vertalen in N-F/ F-N
je kunt een gesprek voeren in een kledingwinkel

herhaling Bloc D
je weet hoe je het aanwijzend vnw in het Frans gebruikt

Slide 3 - Tekstslide

Wat heb je onlangs nog gekocht?

Slide 4 - Woordweb

Ik krijg kleedgeld: ja/nee

Slide 5 - Woordweb

overhoren Bloc C
Doel: 

je kunt de zinnen vertalen in N-F/ F-N

Slide 6 - Tekstslide

Gaan we dit weekend naar de stad?
A
on va en ville, ce soir?
B
on va en ville, cet après-midi?
C
on va en ville, ce weekend?
D
on va en village, ce weekend?

Slide 7 - Quizvraag

Ik wil een nieuwe trui kopen.
A
Je voudrais acheter un nouvelle pull.
B
Je voudrais acheter un nouveau pull.
C
Je voudrais acheter un nouveau T-shirt.
D
Je voudrais acheter un nouveau jean.

Slide 8 - Quizvraag

Il coute combien?
A
Hoeveel kost het?
B
Hoe heet jij?
C
Wil je het kopen?
D
Welke maat heb je?

Slide 9 - Quizvraag

Laten we gaan

Slide 10 - Open vraag

une casquette
un jean
les jeux vidéos
les baskets

Slide 11 - Sleepvraag

Ce n'est pas cher
A
Het is niet goedkoop.
B
Het is niet mooi.
C
Het is niet duur.
D
Het is niet goed.

Slide 12 - Quizvraag

Hoe ging het overhoren van Bloc C?
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll

ex 14c page 108 of 130

Slide 14 - Tekstslide

Parler Français
Oefen samen ex 14e
Page 109

Slide 15 - Tekstslide

herhaling Het aanwijzend vnw
herhaling Bloc D

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Herhaling 
aanwijzend vnw
Een aanwijzend voornaamwoord gebruik je wanneer je iets aanwijst
Dus bijvoorbeeld:
Dat meisje heeft een mooie rok
Cette fille a une belle jupe

Slide 18 - Tekstslide

Wat is een aanwijzend voornaamwoord in het Nederlands?
A
de / het / een
B
mijn / jouw / onze / zijn
C
voor / na / tijdens / tegelijk
D
dit / dat / die / deze

Slide 19 - Quizvraag

Wat zou een aanwijzend voornaamwoord dan in het Frans zijn?
A
mon/ma/mes
B
le/la/les
C
ce/cet/cette/ces
D
un/une/des

Slide 20 - Quizvraag

En dan nu in het Frans..
Je hebt verschillende vormen van het aanwijzend voornaamwoord in het Frans. Namelijk:






Om te weten welke vorm je moet gebruiken, kijk je naar het woord ná het aanwijzend vnw. Als dat woord vrouwelijk is, gebruik je de vrouwelijke vorm van het aanwijzend vnw, etc

Slide 21 - Tekstslide

Stappenplan aanwijzend vnw [ aantekening!]
deel 1
Stap 1 : Kijk naar het woord ACHTER het aanwijzend voornaamwoord. 
Staat het in het meervoud? [meestal eindigt het op  x / s.] --> gebruik CES
par exemple: Ces garçons ont beaucoup de devoirs  
Stap 2: is het woord vrouwelijk? [woorden uit je woordenlijst met lidwoord "la"] --> gebruik CETTE
par exemple: Cette salade est délicieuse.

Slide 22 - Tekstslide

Aanwijzend vnw [aantekening] deel 2
* Woorden [met lidwoord un / le] zijn mannelijk. De volgende stappen zijn voor woorden in het MANNELIJK ENKELVOUD 

Stap 3a: controleer of het woord begint met een klinker / h 
Gebruik: CET.  par exemple: Cet hôtel est fermé.
Stap 3b: mannelijk enkelvoud. Gebruik: CE
par exemple: Ce garçon travaille bien!

Slide 23 - Tekstslide

En nu even oefenen:

Slide 24 - Tekstslide

sleep de woorden naar het juiste aanwijzend vnw 
ce
cet
cette
ces
épinards
table (v)
chaise (v)
homme (m)
stylo (m)
devoirs
journaux

Slide 25 - Sleepvraag

_____ livre [mannelijk]
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces

Slide 26 - Quizvraag

________ autographe [mannelijk]
A
cette
B
ce
C
ces
D
cet

Slide 27 - Quizvraag

______agenda [mannelijk]
A
cette
B
ces
C
ce
D
cet

Slide 28 - Quizvraag

________ filles [vrouwelijk]
A
ce
B
ces
C
cette
D
cet

Slide 29 - Quizvraag

_______ billet [mannelijk]
A
ce
B
ces
C
cette
D
cet

Slide 30 - Quizvraag

_____ acteur [mannelijk]
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces

Slide 31 - Quizvraag

_______ garçons (mnl mv)
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces

Slide 32 - Quizvraag

Hoe ging het overhoren van Bloc D?
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll

Zelfstandig werken aan:
1. corriger Bloc E
2. Faire: Bloc H (neem het bloc zelfstandig door) M: ex 31, ex 32 voorbereiden voor de volgende les
(We slaan nu Bloc F en G even over)

Slide 34 - Tekstslide

Les devoirs
SOCh3: 
vocabulaire A+B
Bloc C + D

Slide 35 - Tekstslide

Merci et au revoir!😃🙋🏼‍♀️

Slide 36 - Tekstslide