test
1 / 17
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is de verleden tijd van hebben
A
had
B
hadden
C
was
D
hebben
Slide 2 - Quizvraag
Wat is de verleden tijd van zullen
A
kon
B
zal
C
heb
D
zouden
Slide 3 - Quizvraag
Wat is de verleden tijd van willen
A
wil
B
willen
C
wilde
D
had
Slide 4 - Quizvraag
Wat is de verleden tijd van mogen
A
mag
B
mocht
C
mochten
D
mogen
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Open vraag
Verledentijd enkelvoud
Verledentijd meervoud
had
zouden
hadden
konden
mochten
wilden
waren
zou
hebben
wilde
kon
mocht
Slide 7 - Sleepvraag
Verdeel deze zin in zinsdelen
Sjoerd sluipt over de straat met Reza.
Sjoerd sluipt over de straat met Reza.
Slide 8 - Open vraag
Verdeel deze zin in zinsdelen
Plotseling schuiven de wolken voor de maan.
Plotseling schuiven de wolken voor de maan.
Slide 9 - Open vraag
Verdeel deze zin in zinsdelen
Reza en Sjoerd zien nu geen hand voor ogen.
Reza en Sjoerd zien nu geen hand voor ogen.
Slide 10 - Open vraag
Verdeel deze zin in zinsdelen
Reza pakt Sjoerd stevig vast.
Reza pakt Sjoerd stevig vast.
Slide 11 - Open vraag
Verdeel deze zin in zinsdelen
Dat vindt Sjoerd helemaal niet erg!
Dat vindt Sjoerd helemaal niet erg!
Slide 12 - Open vraag
Verdeel deze zin in zinsdelen
Er klinken verdachte geluiden vlakbij.
Er klinken verdachte geluiden vlakbij.
Slide 13 - Open vraag
Verdeel deze zin in zinsdelen
Sjoerd schijnt met zijn zaklamp in het donker.
Sjoerd schijnt met zijn zaklamp in het donker.
Slide 14 - Open vraag
Verdeel deze zin in zinsdelen
Onder de heg aan het eind van de straat zit Amar.
Onder de heg aan het eind van de straat zit Amar.
Slide 15 - Open vraag
Verdeel deze zin in zinsdelen
Reza brengt Amar terug naar huis.
Reza brengt Amar terug naar huis.
