Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
groep 6, thema 4 Toets taal
Wat hebben we allemaal in thema 4 geleerd met taal?
1 / 23
volgende
Slide 1:
Open vraag
Taal
Basisschool
Groep 6
In deze les zitten
23 slides
, met
interactieve quizzen
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Wat hebben we allemaal in thema 4 geleerd met taal?
Slide 1 - Open vraag
Wat is het meervoud van baby?
A
Babie's
B
Baby's
C
Babies
D
Babys
Slide 2 - Quizvraag
Meester Fred heeft 1 glas cola.
Dina en Angel komen op bezoek en willen ook allebei een glas cola. Wat heeft meester Fred nodig?
A
twee glassen cola
B
twee glazen colaas
C
twee glas cola
D
twee glazen cola
Slide 3 - Quizvraag
's
s
Computer
Baby
Moeder
Radio
Slide 4 - Sleepvraag
Robijn
Smaragd
Slide 5 - Sleepvraag
Wat is het meervoud van handboei?
Slide 6 - Open vraag
Wat is het meervoud van radio?
Slide 7 - Open vraag
Wat is het meervoud van mogelijkheid?
Slide 8 - Open vraag
Wat is het meervoud van lied?
Slide 9 - Open vraag
Wat is een agent die zaken oplost?
A
Commissaris
B
Rechercheur
C
Wijkagent
D
Verdachte
Slide 10 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm in de verleden tijd?
Sjoerd zal nog flink moeten groeien?
A
zal
B
zou
C
zouw
D
groeide
Slide 11 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm in de verleden tijd?
Voor een baan bij de politie is hij nog te klein.
A
is
B
ben
C
was
D
waren
Slide 12 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm in de verleden tijd?
Hij wil rechercheur worden.
Slide 13 - Open vraag
Wat is de persoonsvorm in de verleden tijd?
Van Reza mag hij meteen beginnen.
Slide 14 - Open vraag
Welke twee dingen horen bij de inventaris van een huis?
A
het bed
B
de garage
C
de tafel
D
het dak
Slide 15 - Quizvraag
Meester Fred loopt in het bos met zijn hond.
welke zin is in de juiste zinsdelen?
A
Meester / Fred loopt in het bos / met zijn hond.
B
Meester Fred / loopt in het bos / met zijn hond.
C
Meester Fred loopt in het bos / met zijn hond.
D
Meester Fred / loopt / in het bos / met zijn hond.
Slide 16 - Quizvraag
Juf Henriëtte schrijft op het bord met een krijtje.
Welke zin is in de juiste zinsdelen?
A
Juf Henriëtte / schrijft / op het bord / met een krijtje.
B
Juf Henriëtte / schrijft / op het bord met een krijtje.
C
Juf Henriëtte schrijft / op het bord / met een krijtje.
D
Juf Henriëtte / schrijft op het bord / met een krijtje.
Slide 17 - Quizvraag
,
Hé meester wanneer begint het weekend?
Slide 18 - Sleepvraag
Als meester iets zegt luistert iedereen.
,
Slide 19 - Sleepvraag
Ik mag niet naar buiten.
Gisteren ... ik niet naar buiten.
Slide 20 - Open vraag
Wij zijn allemaal heel blij.
Vorige week ... wij allemaal heel blij.
Slide 21 - Open vraag
Ik zal vandaag
Ik ... gisteren
A
zal
B
zou
C
zoude
D
wou
Slide 22 - Quizvraag
Wij kunnen vandaag
Gisteren ... wij
A
kunden
B
konnen
C
zalden
D
konden
Slide 23 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Taal Actief Thema 4 week 1 les 5
December 2022
- Les met
25 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
Spelling T2L5: Ik, jij of wij
Februari 2023
- Les met
14 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Taal Actief thema 4 herhaling
20 uur geleden
- Les met
23 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
Spelling persoonsvorm in de vt
Juni 2019
- Les met
25 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
Wilminktheater rumoer lied - Zing en dans mee!
April 2024
- Les met
16 slides
door
Cultuureducatie Enschede
Muziek
Drama
Basisschool
Groep 4-8
Cultuureducatie Enschede
Verleden tijd zwakke werkwoorden
Maart 2021
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Persoonsvorm tt en vt
September 2021
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Spelling
April 2023
- Les met
34 slides
Spelling
Basisschool
Groep 8