4M Les voor SE Verteringsstelsel samenvattingsopdracht

4M Les voor SE 

Verteringsstelsel samenvattingsopdracht
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

4M Les voor SE 

Verteringsstelsel samenvattingsopdracht

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startopdracht 
Zelfstandig stil (Sz)
Beantwoordt de volgende vragen
1. Wat is het verschil tussen een voedingsmiddel en een voedingsstof?
2. Hoe werken verteringsenzymen?
3. Welke verteringssappen verteren ons voedsel? 


  1. Loop rustig het lokaal binnen en praat zachtjes
  2. Ga zitten op je stoel
  3. Je jas hang je over je stoel
  4. Pak je boek, schrift + pen

timer
5:00

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startopdracht 
Zelfstandig stil (Sz)
Beantwoordt de volgende vragen
1. Wat is het verschil tussen een voedingsmiddel en een voedingsstof?
2. Hoe werken verteringsenzymen?
3. Welke verteringssappen verteren ons voedsel? 


Antwoorden
1. Voedingsmiddel: alles wat je eet en drinkt. Voedingsstoffen: de bruikbare bestanddelen uit voedingsmiddelen.
2. Eiwitten die stoffen omzetten in andere stoffen. Ze kunnen stoffen afbreken of juist opbouwen. Zelf worden ze hierbij niet verbruikt. 
3. Speeksel, maagsap, dunne darmsap, alvleessap. 

Slide 4 - Tekstslide

Bespreken: enzymen halen stoffen uit elkaar of maken ze juist aan elkaar vast. Voorbeeld: Het enzym ligase, kan stukken DNA aan elkaar plakken, zodat weer een intact DNA-molecuul ontstaat. 
Waar wordt je voedsel verteerd?
  1. Mondholte: speeksel 
  2. Maag: maagsap
  3. 12 vingerige darm: alvleessap
  4.  Dunne darm: darmsap

GAL IS HULPSTOF 
(zetmeel)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
  • Leerdoelen
  • Samenvattingsopdracht over het verteringsstelsel maken, in duo's
  • Afsluiting --> korte nabespreking. 

  • Volgende les kijken we de opdracht na.

Eerder klaar met de opdracht? --> Begin aan de examentrainer voeding en vertering. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kunt benoemen in welke voedingsmiddelen veel eiwitten, koolhydraten en vetten bevatten.
  • Je kunt de organen van het verteringsstelsel beschrijven en benoemen. 
  • Je kunt de verteringsenzymen noemen, aangeven in welk orgaan ze  gemaakt worden en welke voedingsstoffen ze verteren. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schijf van vijf

Slide 8 - Tekstslide

De schijf van 5 geeft aan hoe je gezond kan eten. 
De weg van het voedsel

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar wordt je voedsel verteerd?
  1. Mondholte: speeksel 
  2. Maag: maagsap
  3. 12 vingerige darm: alvleessap
  4.  Dunne darm: darmsap

GAL IS HULPSTOF 
(zetmeel)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nakijken poster

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. De weg van het voedsel
  1. Mond
  2. Slokdarm
  3. Maag
  4. Twaalfvingerige darm
  5. Dunne darm
  6. Dikke darm
  7. Endeldarm           
  8. Anus

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Waar wordt je voedsel verteerd?
  1. Mondholte: speeksel, koolhydraten
  2. Maag: maagsap, eiwitten
  3. 12 vingerige darm: alvleessap, koolhydraten, eiwitten, vetten
  4.  Dunne darm: darmsap, koolhydraten en eiwitten
GAL IS HULPSTOF--> emulgeert  vetten (maakt ze klein) 

(zetmeel)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Twaalfvingerige darm
  • Hier komt alvleessap uit de alvleesklier in --> vertering van eiwitten, koolhydraten en vetten. 

  • Ook komt hier gal in --> emulgeert vetten (maakt ze klein)
  • Gal wordt gemaakt in de lever en opgeslagen in de galblaas. Gal is GEEN verteringssap!


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies