BS 4.4: planten en dieren

BS 4.4: planten en dieren
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

BS 4.4: planten en dieren

Slide 1 - Tekstslide

Les Planning
Blooket -> terugblik  bs 3  
Leerdoelen
Uitleg BS 4.4
Opdrachten maken

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt planten indelen door te kijken naar de bouw en de manier van voortplanten
  • Je kunt dieren indelen door te kijken naar de symmetrie en het skelet

Slide 3 - Tekstslide

Wat is kenmerkend voor alleen de plantencel?
A
Aanwezigheid van een celkern
B
Aanwezigheid van een bladgroenkorrels
C
Aanwezigheid van een celwand
D
Aanwezigheid van een celmembraan

Slide 4 - Quizvraag

Planten ordenen
Manier van voortplanting:
  • Wieren: celdeling of sporen 
  • Zaadplanten: planten zich voort door zaden
  • Sporenplanten: planten zich voort met sporen 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Planten ordenen

Ook kan je planten ordenen door of ze vaten hebben of niet
Ja? --> vaatplanten
Nee? --> mossen of wieren 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link


-groeit op muren en stenen
-sporendoosjes op steeltjes 
-blaadjes in de vorm van een tong
A
wier
B
varen
C
zaadplant
D
mos

Slide 10 - Quizvraag


-groeit in vijvers en plassen 
-bloemen zijn wit of roze 
-bladeren drijven op het water 
A
wier
B
varen
C
zaadplant
D
paardenstaart

Slide 11 - Quizvraag


-groenblijvende plant met vertakte blaadjes 
-sporenhoopjes aan de onderkant van het blad 

A
wier
B
varen
C
zaadplant
D
mos

Slide 12 - Quizvraag


-groene onopvallende bloemen 
-bladeren liggen plat op de grond 

A
zaadplant
B
varen
C
paardenstaart
D
mos

Slide 13 - Quizvraag


-holle stengel 
-stengels met sporen verschijnen in mei-juni
A
mos
B
sporenplant
C
zaadplant
D
paardenstaart

Slide 14 - Quizvraag


-groeit op het wad of strand
-de buizen waaruit de plant bestaat zijn gevuld met lucht 
- de buizen zitten aan het uiteinde vast aan de ondergrond

A
wier
B
varen
C
zaadplant
D
mos

Slide 15 - Quizvraag


-Wordt op akkers verbouwd  voor veevoer
-zaden zijn gele korrels 

A
wier
B
varen
C
zaadplant
D
mos

Slide 16 - Quizvraag


-behoud zijn naalden het hele jaar
-bezit kegelvruchten met zaden 

A
wier
B
zaadplanten
C
paardenstaart
D
mos

Slide 17 - Quizvraag

Ordenen dieren
  1. Wat voor soort symmetrie hebben ze?
  2. Hebben ze een skelet en wat voor een soort skelet?
  • Inwendig
  • Uitwendig
  • Geen

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Waar kijken we naar bij het ordenen van dieren?
A
Hoe ze zich voortplanten
B
Waar ze leven
C
Of ze een skelet hebben
D
Op aantallen poten

Slide 20 - Quizvraag