3.6 Weefselvloeistof en lymfe + 3.7 Uitscheiding

3.6 Weefselvloeistof en lymfe
  • Je moet de kenmerken en functies van weefselvloeistof en lymfe kunnen noemen. 
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

3.6 Weefselvloeistof en lymfe
  • Je moet de kenmerken en functies van weefselvloeistof en lymfe kunnen noemen. 

Slide 1 - Tekstslide

Weefselvloeistof
Weefselvloeistof is de vloeistof
die te vinden is tussen de cellen.

Aan het begin van de haarvaten 
wordt door de hoge bloeddruk 
vocht met zuurstof en voedings-
stoffen naar buiten geperst.

Slide 2 - Tekstslide

Weefselvloeistof wordt bij de haarvaten naar buiten geperst. Bevat weefselvloeistof hormonen? En bevat weefselvloeistof vitaminen?
A
Alleen hormonen
B
Alleen vitaminen
C
Geen hormonen en geen vitaminen
D
Zowel hormonen als vitaminen

Slide 3 - Quizvraag

Lymfe en lymfevaten
Weefselvloeistof met afvalstoffen 
dat niet terug in het haarvat stroomt
wordt opgenomen in de lymfevaten.
Deze vloeistof wordt lymfe genoemd.

Slide 4 - Tekstslide

Lymfevatenstelsel
Alle lymfe komt terecht in twee grote
lymfevaten: de rechterlymfestam en de
borstbuis.

Lymfeknopen (lymfeklieren) zuiveren de 
lymfe van ziekteverwekkers. 

Slide 5 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen weefselvloeistof en lymfe?

Slide 6 - Open vraag

Wat is de functie van een lymfeknoop (Lymfeklier)?
A
Lymfe verzamelen
B
Lymfe zuiveren
C
Lymfe afbreken
D
Lymfe opnemen

Slide 7 - Quizvraag

3.7 Uitscheiding
  • Je moet de delen van de nieren en de urinewegen kunnen noemen met hun kenmerken en functies.

Slide 8 - Tekstslide

Uitscheiding
Afvalstoffen die uit het bloed worden gehaald en uit het lichaam worden verwijderd: uitscheiding.

- Zweet
- Poep
- Urine

Slide 9 - Tekstslide

Uitscheidden is één van de levenskenmerken, wat hoort NIET bij uitscheidden?
A
Poepen
B
Plassen
C
Uitademen
D
Zweten

Slide 10 - Quizvraag

Nieren
- Bouw van een nier

- Functie: afvalstoffen filteren
     uit het bloed.

Slide 11 - Tekstslide

Een man heeft een gezonde en een zieke nier. Een nier zonder niersteen en een nier met niersteen. In zijn zieke nier wordt deel P afgesloten door een niersteen.
Hoe heet deel P?

Slide 12 - Open vraag

Uitscheidingstelsel
Let op het verschil!
Urineleider: van nieren tot
urineblaas.
Urinebuis: van blaas tot buiten.

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag!!
Maak de opdrachten: 23, 24, 25, 27 en 28!

Werk de opdrachten bij die je gisteren nog niet af hebt gekregen!

Klaar? 
Alvast leren, samenvatten of werken aan een ander vak!

Slide 14 - Tekstslide