20231102 Mask BASVWO vwo leerjaar 1 Thema's 2.1-2.3

BASVWO
Maatschappijleer
David Lindenaar

Docent burgerschap en maatschappijleer & - kunde bij de afdelingen:
Zorg, Vavo en Educatie

david.lindenaar@vonknh.nl

1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 48 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

BASVWO
Maatschappijleer
David Lindenaar

Docent burgerschap en maatschappijleer & - kunde bij de afdelingen:
Zorg, Vavo en Educatie

david.lindenaar@vonknh.nl

Slide 1 - Tekstslide

Maatschappijleer

Slide 2 - Tekstslide

Planning

28-09: 2.1 Idee en oorsprong van de rechtsstaat + 2.2 Grondwet en grondrechten

05-10: 2.3 Legaliteitsbeginsel + 2.4 Trias politica: scheiding van machten

12-10: 2.5 Rechtsgebieden
Waarom plegen mensen misdrijven?

19-10: 2.6 Strafrecht: opsporing en vervolging + 2.7 Strafrecht: berechting. Wat is de beste straf?














02-11: 2.8 De rechtsstaat in internationaal perspectief + 2.9 Big data: kansen en bedreigingen.

09-11: Opdracht en afronden 





13-11 t/m 17-11: Toetsweek 1

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoel:

2.1 Idee en oorsprong van de rechtsstaat 

2.2 Grondwet en grondrechten


2.3 Legaliteitsbeginsel 




Slide 4 - Tekstslide

2.1 Idee en oorsprong van de rechtsstaat

Slide 5 - Tekstslide

2.1 Idee en oorsprong van de rechtsstaat

Slide 6 - Tekstslide

Vraag bij deze paragraaf:

Waarom is het goed dat we een rechtsstaat hebben?


Slide 7 - Tekstslide

2.1.1 Wat is een rechtsstaat?


Rechtsstaat: Een staat waarin je als burger met grondrechten wordt beschermd tegen machtsmisbruik en willekeur van de overheid.

  • De overheid beschermt burgers tegen elkaar.
  • Maar ook: burgers worden tegen de overheid beschermd.

 

Slide 8 - Tekstslide

Nederland is een:

Democratische rechtsstaat - burgers mogen meedoen aan vrije verkiezingen en kunnen zo indirect meebeslissen over politieke kwesties.
Sociale rechtsstaat – er bestaan wetten en voorzieningen om de welvaart en het welzijn van de burgers te bevorderen.

Slide 9 - Tekstslide

Voordelen van de rechtsstaat

  • Er is relatief veel sociale vrede en sociale cohesie.
  • Er is sprake van vertrouwen en wederkerigheid:
  • De overheid verwacht dat burgers zich aan de wet houden, maar burgers verwachten dat ook van de overheid. Zo ontstaat er rechtszekerheid.

Opdracht: Bekijk de video. Welke spanningsvelden herken je in de verhalen van de burgemeester, de wijkagent en de rechter? https://www.youtube.com/watch?v=B2tvYasXhAI&t=3s


Slide 10 - Tekstslide

2.1.2 Hoe is de rechtsstaat ontstaan?


  • De eeuw van de Verlichting.
  • Boeren, arbeiders en de burgerij kwamen in opstand tegen onrecht.
  • Nieuwe kennis kon snel worden verspreid.
  • Geloof in de kracht van de rede.
  • Vrijheid als voorwaarde voor geluk.

Slide 11 - Tekstslide

Sociaal contract

Filosofen vroegen zich af: Hoe kun je een vrije, gelukkige samenleving creëren?

Contractfilosofen (Hobbes, Locke, Rousseau):
“Bij het ontbreken van regels om de schaarse bestaansmiddelen te beschermen dreigt er een permanente oorlog van allen tegen allen: de strijd om het bestaan. Daarom moeten mensen een sociaal contract sluiten, waarin ze tot afspraken komen om in natuurlijke vrijheid en gelijkheid te kunnen leven.”

Opdracht:
Stel je eens voor: hoe zou de wereld eruit zien zonder de regels van het sociaal contract? Ontstaat er dan inderdaad een ‘oorlog van allen tegen allen’, of niet?
Wat denk jij?


Slide 12 - Tekstslide

Sociaal contract

  • Democratisch vastgestelde regels leiden tot een sociaal contract tussen burgers en (gekozen) bestuurders.
  • Staat als scheidsrechter.
  • Overheid heeft geweldsmonopolie, maar is gehouden aan afspraken die burgers en overheid overeenkomen; staat is meester én knecht.

Belangrijk: Burgers én de overheid accepteren hun rechten en plichten.

Slide 13 - Tekstslide

Grondbeginselen

De contractfilosofen zien deze grondbeginselen als voorwaarden voor een rechtsstaat:
  • Het beginsel van grondrechten.
  • Het soevereiniteits- en democratiebeginsel.
  • Het legaliteitsbeginsel.
  • Het beginsel van de trias politica.

Opdracht:
In Nederland ligt het geweldsmonopolie bij de staat. Leg uit dat dat alleen kan wanneer ook de hierboven genoemde grondbeginselen van de rechtsstaat worden gerespecteerd.


Slide 14 - Tekstslide

2.1.3 De eerste rechtsstaten

Verenigde Staten:
  • Sinds 1776 onafhankelijk van Engeland. Onafhankelijkheidsverklaring riep op tot nieuwe samenleving, gebaseerd op vrijheid en gelijkheid.
  • Staatsmacht gebonden aan grondrechten van Bill of Rights.
  • Onafhankelijkheidsverklaring en Bill of Rights vormen samen de constitutie.

Slide 15 - Tekstslide

2.1.3 De eerste rechtsstaten

Europa:
  • In 1789: Franse Revolutie. Strijdkreet: “Vrijheid, gelijkheid, broederschap of de dood!”.
  • 1791: De Verklaring van de Rechten van de Mens en Burger werd opgesteld.
  • 1799: Napoleon pleegde staatsgreep. Frankrijk werd een verlichte dictatuur.

Verlichte dictatuur: Dictatuur waarin de machthebber in zekere mate rekening
houdt met de bevolking.

Slide 16 - Tekstslide

2.2 Grondwet en grondrechten

Slide 17 - Tekstslide

2.2 Grondwet en grondrechten

Slide 18 - Tekstslide

Vraag bij deze paragraaf:

Wat zijn de grenzen van onze vrijheid?

Slide 19 - Tekstslide

Doelen van de grondwet
De grondwet:
  • legt fundamentele rechten van burgers vast.
  • begrenst de macht van de staat.
  • geeft aan hoe de machtsorganen van de staat zijn georganiseerd.
  • drukt de eenheid van de natie uit.

Slide 20 - Tekstslide

2.2.1 Ontstaan van de grondwet (tot 1848)
1789 Franse revolutie.
1798 Staatsregeling Bataafse Republiek.
1813 Val van Napoleon.
    Nederland wordt een constitutionele
             monarchie en krijgt de eerste echte grondwet.
1815 Grondwetswijziging (België erbij).
1840 Grondwetswijziging (België weg).
1848 Grondwetswijziging door Thorbecke.

Slide 21 - Tekstslide

Huis van de rechtsstaat
  • 1848: Kamerlid Thorbecke stelt een grondwetswijziging voor. Koning Willem II stemt in met een grondwet waarin zijn macht wordt ingeperkt.
  • De democratie werd vergroot door censuskiesrecht: mannelijke burgers die belasting betaalden mogen stemmen bij verkiezingen voor de Tweede Kamer.

Stelling:
Nederland heeft nog steeds geen algemeen kiesrecht, want jongeren en mensen zonder verblijfsvergunning mogen niet meestemmen. Eens of oneens?

Slide 22 - Tekstslide

Nederland: nachtwakersstaat
  • De staat heeft één belangrijke taak: de vrijheid van burgers dienen. De economie diende aan de vrije markt te worden overgelaten.


  • Staat die zich voornamelijk inzet voor bewaking van veiligheid van de burgers en de noodzakelijke voorwaarden realiseert voor economische groei.

Slide 23 - Tekstslide

Uitbreiding kiesrecht
  • De nachtwakersstaat zorgde voor sociale onrust: arbeiders gingen gebukt onder uitbuiting, armoede en een hoge kindersterfte. Hierdoor ontstond er een klassenstrijd.
  • Een van de gevolgen was het ontstaan van algemeen kiesrecht. In 1917 voor alle mannen, in 1919 ook voor alle vrouwen.

Slide 24 - Tekstslide

Ontwikkelingen door
de Tweede Wereldoorlog
  • De Duitse bezetting maakte een einde aan de grondrechten van burgers als recht op veiligheid, vrije meningsuiting, drukpers en vereniging.
  • Hele bevolkingsgroepen werden zonder proces ter dood veroordeeld of in concentratiekampen geplaatst.
  • Gevolgen voor de grondwet: bescherming van burgers tegen discriminatie en het recht op sociale zekerheid.

Slide 25 - Tekstslide

Het levensverhaal van de grondwet

Slide 26 - Tekstslide

2.2.2 Wat staat er in de grondwet?

Opdracht:
Download de app ‘De grondwet in normaal Nederlands’ en bekijk de grondrechten.
Leg nu aan een klasgenoot uit wat Artikel 11 inhoudt.

https://www.bureautaal.nl/grondwet-app-34 

Slide 27 - Tekstslide

Klassieke grondrechten
Grondrechten die de overheid moet garanderen. Hierbij ligt de nadruk op vrijheid en gelijkheid. Drie soorten klassieke grondrechten:
  • Het recht op gelijke behandeling;
  • Persoonlijke vrijheid;
  • Politieke vrijheid.

Bij klassieke grondrechten heeft de overheid een passieve rol (behalve bij kiesrecht). Wanneer een burger vindt dat zijn grondrecht geschonden is, kan hij naar de rechter stappen.

Slide 28 - Tekstslide

Klassieke grondrechten
  • artikel 1 gelijkheidsbeginsel / discriminatieverbod
  • artikel 2 t/m 5 politieke rechten
  • artikel 6 t/m 9 vrijheidsrechten
  • artikel 10 t/m 15 bescherming van het individu
  • artikel 16 t/m 18 juridische bescherming van de burger

Slide 29 - Tekstslide

Sociale grondrechten
Rechten die de overheid niet kan garanderen, maar waarvoor zij zich wel moet inspannen.
Door sociale grondrechten werd de klassieke rechtsstaat een sociale rechtsstaat, ofwel verzorgingsstaat.

De overheid heeft een actieve rol, maar burgers kunnen sociale grondrechten niet bij de rechter afdwingen.

Slide 30 - Tekstslide

Sociale grondrechten
Denk aan het recht op:
  • werkgelegenheid en vrije keuze van arbeid. (art. 19)
  • bestaanszekerheid en welvaart. (art. 20)
  • leefbaarheid en milieu. (art. 21)
  • volksgezondheid en woongelegenheid. (art. 22)
  • onderwijs. (art. 23)

Slide 31 - Tekstslide

Klassieke en sociale grondrechten


https://schooltv.nl/video/grondrechten-wat-voor-soorten-grondrechten-zijn-er-eigenlijk-allemaal/ 

Slide 32 - Tekstslide

2.2.3 Wat zijn de grenzen van onze vrijheid?

  • Wederkerige erkenning is een belangrijke voorwaarde voor de rechtsstaat: “Wat je voor jezelf opeist, moet je ook accepteren bij anderen”.
  • Uitoefening van je grondrechten mag andermans grondrechten niet aantasten. Achter grondwetsartikelen staat daarom soms: “behoudens ieders verantwoordelijkheid voor de wet”.

Slide 33 - Tekstslide

Botsende grondrechten
Grondrechten hebben geen absolute gelding.
Deze kunnen een verticale werking (tussen burger en overheid) en een horizontale werking (tussen burgers onderling) hebben.

Grondrechtelijke belangen van burgers kunnen 
botsen ten opzichte van elkaar.


Slide 34 - Tekstslide

Botsende grondrechten

Hieronder staan twee voorbeelden van botsende grondrechten. Wat vind jij?

Een politieke partij doet op grond van de vrijheid van meningsuiting discriminatoire uitlatingen.
Een roddelblad publiceert alle prívé-aangelegenheden van BN’ers op grond van persvrijheid.


Slide 35 - Tekstslide

2.3 Legaliteitsbeginsel

Slide 36 - Tekstslide

2.3 Legaliteitsbeginsel

Slide 37 - Tekstslide

Vraag bij deze paragraaf:
Waartoe dient het legaliteitsbeginsel?

Slide 38 - Tekstslide

2.3.1 Legaliteitsbeginsel en de rechtsstaat
Legaliteitsbeginsel: Iemands vrijheid kan alleen ingeperkt worden als de rechtmatigheid van die beperking is vastgelegd in wetten en regels die door het parlement zijn aangenomen.

Dit beginsel leidt tot heerschappij van de wet en rechtszekerheid: burgers weten in relatie tot elkaar en tot de overheid waar ze aan toe zijn.

Slide 39 - Tekstslide

Regels en wetten
Het recht: Het geheel van in wetten vastgelegde regels.

Rechtsorde: De manier waarop het recht is georganiseerd.

Slide 40 - Tekstslide

Regels en wetten
Wetten zijn gedragsregels die wettelijk door de overheid zijn vastgelegd.

Twee redenen voor het opstellen van wetten:
  • chaos en eigenrichting voorkomen.
  • laten zien welke waarden we delen en wat we goed en fout vinden.

Wanneer wetten rechtvaardig zijn, zullen we ons er eerder aan houden.


Slide 41 - Tekstslide

Kwaliteit van wetten
Wetten:
  • moeten algemeen zijn: voor iedereen gelden.
  • moeten openbaar en begrijpelijk zijn.
  • mogen geen onmogelijke eisen stellen.
  • mogen niet met terugwerkende kracht worden toegepast.
  • mogen niet te vaak worden veranderd.
  • moeten redelijk en zorgvuldig zijn.

Slide 42 - Tekstslide

Legaliteitsbeginsel
Het legaliteitsbeginsel bestaat uit twee belangrijke elementen:


1. Al het overheidshandelen berust op wetgeving.
2. De wetgeving voldoet aan de genoemde kwaliteitseisen.

Slide 43 - Tekstslide

2.3.2 Uitbouw rechtsstaat
  • Na de Tweede Wereldoorlog namen de taken van de overheid snel toe. Onder andere door de wederopbouw van het land en de groeiende invloed van sociale grondrechten.
  • Door de ontwikkeling naar een sociale rechtsstaat ontstond er een oerwoud van wetten.

Slide 44 - Tekstslide

Privatisering en marktwerking
Sommige overheidstaken werden gedereguleerd, verzelfstandigd of geprivatiseerd. Denk aan:
  • sociale woningbouw.
  • musea.
  • openbaar vervoer.
  • telecommunicatie.
  • de zorgsector.

Slide 45 - Tekstslide

2.3 Legaliteitsbeginsel

  • Om de kwaliteit van de uitvoering te controleren, stelde de overheid afdwingbare regels op die gecontroleerd worden door marktautoriteiten.
  • Door marktwerking is de macht van de overheid dus voor een belangrijk deel overgedragen aan marktautoriteiten.

Slide 46 - Tekstslide

Een eerlijk speelveld
  • Veel grote ondernemingen zijn internationaal actief. Ook op internationale schaal wordt er dus geprobeerd om toezicht te houden op machtsmisbruik en kartelvorming.

Opdracht:
Bekijk de video hiernaast tot 4.10m. Vind je dat hier sprake is van machtsmisbruik door Apple? Waarom wel of niet?
https://www.youtube.com/watch?v=3hEK5zmIzfU&t=146s
 

Slide 47 - Tekstslide

Terugblik:

2.1 Idee en oorsprong van de rechtsstaat 

2.2 Grondwet en grondrechten


2.3 Legaliteitsbeginsel 




Slide 48 - Tekstslide