Werkwoordspelling B3K3

Welkom

Ga rustig zitten (plattegrond).
Staat je telefoon uit?
Is je telefoon uit het zicht?

Wacht rustig tot de les begint.
Verwoesting van Tiel: Een bordje met doodshoofd waarschuwt voor niet-ontplofte oorlogsmaterialen
Op 20 september stak een Duitse patrouille de Waal over en arresteerde in Wamel veertien mannen. Omdat er door burgers op Duitsers zou zijn geschoten, werden deze mannen naar Tiel overgebracht en daar zonder vorm van proces in de straten doodgeschoten. Een dag later begonnen de Engelsen met hun beschietingen op Tiel. Een aantal maanden later is Tiel een verwoeste en verlaten stad geworden.
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom

Ga rustig zitten (plattegrond).
Staat je telefoon uit?
Is je telefoon uit het zicht?

Wacht rustig tot de les begint.
Verwoesting van Tiel: Een bordje met doodshoofd waarschuwt voor niet-ontplofte oorlogsmaterialen
Op 20 september stak een Duitse patrouille de Waal over en arresteerde in Wamel veertien mannen. Omdat er door burgers op Duitsers zou zijn geschoten, werden deze mannen naar Tiel overgebracht en daar zonder vorm van proces in de straten doodgeschoten. Een dag later begonnen de Engelsen met hun beschietingen op Tiel. Een aantal maanden later is Tiel een verwoeste en verlaten stad geworden.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
Herhalen werkwoordspelling (QUIZIZZ).
Uitleg.
Zelfstandig werken of verlengde instructie.


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel
Aan het eind van deze lessen ben je in staat om:
- de pv in de tt goed te spellen
- de pv in de vt goed te spellen
- het voltooid deelwoord goed te spellen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen

Werkwoordspelling

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Fouten top 10 maken van werkwoordspelling
1. Schrijf een kort stukje tekst (een verhaaltje, iets wat je in de vakantie gaat doen). Schrijf LEESBAAR.
2. Wissel jouw tekst uit met iemand anders.
3. Kijk de tekst na. Let alleen op werkwoordspelling.
4. Geef elkaars teksten terug en bespreek het met elkaar.
5. Schrijf de meest voorkomende fouten op.
6. Klassikaal bespreken.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Schema werkwoordspelling

-

uitgelegd in twee minuten

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

schema werkwoordspelling

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is niet goed gespeld?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Goed of fout?
Het is de tegenwoordige tijd.
Fout is natuurlijk: steund. Dit moet zijn: steunt.
(Het hele werkwoord: steunen. De stam: steun)
Bron: Taalfouten spotten.

Wat is fout en waarom?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkwoordsvormen
Persoonsvorm tegenwoordige tijd 

Persoonsvorm verleden tijd 

Voltooid deelwoord 


 


PV in de TT



PV in de VT

VD



Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe herken je de pv?

De pv verandert van tijd:             

                              

Ik neem een Big Mac.                                 Ik smul ervan.

Ik nam een Big Mac.                                    Ik smulde ervan.


Sterk werkwoord, want                              Zwak werkwoord, want

het verandert van klank.                            het verandert niet van
                                                                          klank.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhalen 
  - Schrijf 6 werkwoorden op in de wij-vorm: 4 zwakke ww en 2 sterke ww.
- Schrijf van deze ww het volgende op:
- de stam
- de ik-vorm tt
- de hij-vorm tt
- de ik-vorm vt
- de hij-vorm vt

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Placemat werkvorm
  1. Elke leerling denkt na en noteert in zijn eigen vak de antwoorden.
  2. Overleg in groep.
  3. Noteer het groepsantwoord in het midden.
  4. Eén leerling geeft het groepsantwoord.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef antwoord op de vragen:
1. Zet in een schema hoe je de persoonsvorm spelt in de tegenwoordige tijd (ik/een ander/jij achter de pv/meervoud).
2. Wat is het verschil tussen een sterk en een zwak werkwoord?
3. Leg de regels uit voor de spelling van de persoonsvorm in de verleden tijd.
4. Leg uit wat een voltooid deelwoord is, hoe je het spelt. 
timer
7:00

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overleg
Overleg in groep.
Noteer het groepsantwoord (de regels) in het
midden.

timer
5:00

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klassikaal bespreken

Met de hele klas regels voor de spelling van de persoonsvorm maken.


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

GELEERD?



Je kunt werkwoorden correct spellen met behulp van het schema werkwoordspelling
Spelling: werkwoordspelling

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf één ding op wat je deze les hebt geleerd en niet meer vergeet.

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken 3Kader
Lees
de aantekeningen nog eens goed door.
Maak
Startopdracht klassikaal doen.
Hoofdstuk 1, blz. ........., opdracht 1 t/m 5


Hoe
opdrachten stil maken, zachtjes overleggen mag als je naast iemand zit.
Tijd
20 minuten
Klaar?
ga lekker lezen
Resultaat

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

schema werkwoordspelling

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag je af....

Voor een correcte werkwoordspelling, moet je altijd eerst een belangrijke vraag stellen. Namelijk:


Heb ik te maken met een persoonsvorm???

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'T eX-KoFSCHiP
of SeXy-FoKSCHaaP

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

t ex kofschip

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

QUIZ!

Eens zien of jullie de regels goed in jullie hoofd hebben.     

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het gebeur... regelmatig dat men fouten maakt in werkwoordspelling.
A
gebeurd
B
gebeurt
C
gebeurdt

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je verstandig bent, (branden TT)je daar je vingers niet aan.
A
brand
B
brant
C
brandt
D
brantd

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De (aanbranden) aardappels zijn weggegooid.
A
aangebranden
B
aangebrandde
C
aanbrandende
D
aangebrande

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

(vinden) alsjeblieft die bankpas terug, voor er misbruik van wordt gemaakt.
A
Vond
B
Vindt
C
Vind

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De stukken (kopiëren - tt) mijn secretaresse niet meer.
A
kopieert
B
kopieërt
C
kopiëren
D
kopieerde

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De pas (stofzuigen) vloer lag onder de confetti.
A
stofgezogen
B
gestofzuigde
C
stofgezoge
D
stofgezuigde

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste vorm van het werkwoord?

Hij (landen) op Schiphol.
A
land
B
landt

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe schrijf je het werkwoord in de verleden tijd?

Wij (zetten) de pot op tafel.

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe schrijf je het voltooid deelwoord?

Hij heeft haar (beschermen)
A
Beschermd
B
Beschermt

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe schrijf je het voltooid deelwoord?

Ik heb (schaatsen).

Slide 43 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe schrijf je het voltooid deelwoord?

Zij hebben (betalen).
A
betaalt
B
betaald

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken 3Basis
Lees
de aantekeningen nog eens goed door.
Maak
Startopdracht klassikaal doen.
Blz. 40-43, opdracht 1 t/m 7.

Hoe
opdrachten stil maken, zachtjes overleggen mag als je naast iemand zit.
Tijd
20 minuten
Klaar?
ga lekker lezen
Resultaat

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 46 - Link

Deze slide heeft geen instructies