à +le(s) de + le(s)

à + la / le(s)

de+la / le(s)

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

à + la / le(s)

de+la / le(s)

Slide 1 - Tekstslide

à  betekent:

aan 
in 
naar 
om 
op
de betekent

van

Slide 2 - Tekstslide

à + le, la, les

à+le = au

à+l' = à l' 

à + la = à la

à + les = aux

Slide 3 - Tekstslide

de + le, la, les

de + le = du

de+l'= de l'

de + la = de la

de + les = des


Slide 4 - Tekstslide

Wat kan à allemaal betekenen

Slide 5 - Open vraag

naar de supermarkt
A
aux supermarché
B
à la supermarché
C
au supermarché
D
à l'supermarché

Slide 6 - Quizvraag

naar de Verenigde Staten
A
A l'États-Unis
B
en États-unis
C
au États-Unis
D
aux États-Unis

Slide 7 - Quizvraag

naar school
A
à l'école
B
au école
C
en école
D
aux école

Slide 8 - Quizvraag

wat betekent het Franse woordje 'de' in het Nederlands?

Slide 9 - Open vraag

het boek van de leraar
A
le livre des prof
B
le livre de l'prof
C
le livre de la prof
D
le livre du prof

Slide 10 - Quizvraag

de deur van de bakkerij
A
la porte de la boulangerie
B
la porte de l'boulangerie
C
la porte du boulangerie
D
la porte des boulangerie

Slide 11 - Quizvraag

de directeur van de school
A
le directeur des école
B
le directeur de l'école
C
de directeur du école
D
le directeur au école

Slide 12 - Quizvraag