à +le(s) de + le(s)

à + le(s)

de+le(s)

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare school

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

à + le(s)

de+le(s)

Slide 1 - Tekstslide

wat betekent à in het
Nederlands?

Slide 2 - Woordweb

à =

aan

in

naar

om

op

Slide 3 - Tekstslide

à + le, la, les

à+le = au

à+l' = à l'

à + la = à la

à + les = aux

Slide 4 - Tekstslide

naar de supermarkt
A
aux supermarché
B
à la supermarché
C
au supermarché
D
à l'supermarché

Slide 5 - Quizvraag

naar de Verendigde Staten
A
A l'États-Unis
B
en États-unis
C
au États-Unis
D
aux États-Unis

Slide 6 - Quizvraag

naar school
A
à l'école
B
au école
C
en école
D
aux école

Slide 7 - Quizvraag

controle
à + les = ....

Slide 8 - Tekstslide

controle
à + l'=

Slide 9 - Tekstslide

de =
'van'

Slide 10 - Tekstslide

de + le, la, les

de + le = du

de+l'= de l'

de + la = de la

de + les = des


Slide 11 - Tekstslide

het boek van de leraar
A
le livre des prof
B
le livre de l'prof
C
le livre de la prof
D
le livre du prof

Slide 12 - Quizvraag

de deur van de bakkerij
A
la porte de la boulangerie
B
la porte de l'boulangerie
C
la porte du boulangerie
D
la porte des boulangerie

Slide 13 - Quizvraag

de directeur van de school
A
le directeur des école
B
le directeur de l'école
C
de directeur du école
D
le directeur au école

Slide 14 - Quizvraag

controle
de + les =

Slide 15 - Tekstslide

controle
de + le =

Slide 16 - Tekstslide