4m h11 erf

LessonUp H11 ''Erfelijkheid''
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

LessonUp H11 ''Erfelijkheid''

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

We gaan nu eerst een video kijken over erfelijkheid

duur ongeveer 12 minuten
vanaf 0:44

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies


Wat is de beste omschrijving van chromosomen?
A
erfelijke eigenschappen
B
genen
C
opgerold DNA
D
opgerolde sliertjes los in de cel

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Tigo zegt: Het fenotype wordt bepaald door de erfelijke eigenschappen en de omgeving.
Mads zegt: Het genotype ligt vast, deze kun je niet aanpassen.
Wie heeft er gelijk?
A
Tigo
B
Mads
C
Tigo & Mads
D
Geen van beiden

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk de afbeelding hiernaast. 
Zet vervolgens van groot naar klein
1
2
3
4
Cel
Chromosoom
Gen
DNA

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


Thijn heeft bij de supermarkt zaden van een moestuinplantje gekregen. Hij besluit de zaden in de potjes met grond te doen en geeft ze regelmatig water. De zaadjes ontkiemen en het plantje gaat groeien. Wat kun je zeggen over het genotype en fenotype na ontkieming?
A
genotype: verandert fenotype: verandert
B
genotype: verandert fenotype: blijft het zelfde
C
genotype: blijft het zelfde fenotype: veranderd
D
genotype: blijft het zelfde fenotype: blijft het zelfde

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Een gen is een deel van een chromosoom met de erfelijke informatie voor één erfelijke eigenschap.
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Een mens heeft 2 geslachtschromosomen en 46 andere chromosomen.
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Een mens heeft 2 geslachtschromosomen en 44 andere chromosomen
We gaan nu eerst een video kijken

over mitose 
duur 1 minuut

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

We gaan nu eerst een video kijken

over meiose
duur 1 minuut

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Ze je in de afbeelding hiernaast de meiose of mitose?
Ze je in de afbeelding hiernaast de meiose of mitose?
A
Meiose
B
Mitose
C
Beiden
D
Niet te zeggen

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

23
46
Hoeveel chromosomen bevatten de onderste lichaamscellen afkomstig van een mens?

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vindt er in de afbeelding mitose plaats? En meiose?
A
Alleen mitose.
B
Alleen meiose.
C
Zowel mitose als meiose.
D
Geen van beide.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij meiose ontstaan vier
nieuwe lichaamscellen
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Meiose/ reductiedeling vindt plaats bij vrouwen in de eierstokken.
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

We gaan nu eerst een video kijken

over kruisingen maken
duur 5 minuten
vanaf 2:58

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies



Oorlellen kunnen vast of los zijn. De ouders in de afbeelding hiernaast hebben beide losse oorlellen.
Welk gen is dominant?

A
Gen voor losse oorlellen
B
Gen voor vaste oorlellen
C
Geen van beiden
D
Niet te zeggen

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies



Oorlellen kunnen vast of los zijn. De ouders in de afbeelding hiernaast hebben beide losse oorlellen.
Hoe wordt het genotype van de ouders genoemd (term)?

A
Heterozygoot
B
Homozygoot
C
Aa
D
aa

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Oorlellen kunnen vast of los zijn. De ouders in de afbeelding hiernaast hebben beide losse oorlellen.

Hoe noteer je het precieze genotype van de ouders?
A
Heterozygoot
B
Homozygoot
C
Aa
D
aa

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je gaat nu op je scherm een kruising uitwerken

je moet slepen met woordjes en genotypes
tip: doe het anders even eerst op en blaadje en vul daarna je antwoorden in op het scherm

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vul het schema verder in, kies de woorden uit het blok hiernaast.
Er blijven woorden over
Bruin is dominant
en de bruine cavia is heterozygoot!
bruin
wit
Aa (50%), aa (50%)
100% bruin
Aa
AA
AA, Aa, aa
aa
50% bruin
Aa (100%)

Slide 25 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


Het gen voor krullend haar is dominant (A), dat voor stijl
haar is recessief (a). Een vrouw die homozygoot is voor stijl
haar krijgt vier kinderen van een man met krullend haar
(zie afbeelding). Wat is het fenotype van kind P?
A
krullend haar
B
stijl haar
C
aa
D
Aa

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nog een kruising. Maar dan een meerkeuze vraag. Gebruik een blaadje

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij mensen is het gen voor bruine ogen dominant over het gen van blauwe ogen. 

De vader van Juul en Jacques heeft blauwe ogen. 

Moeder heeft bruine ogen. 

Juul (kind van de ouders) heeft blauwe ogen.

Hoe groot is de kans dat Jacques bruine ogen heeft?
werk uit met een compleet kruisingsschema
timer
5:00

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Bij mensen is het gen voor bruine ogen dominant over het gen van blauwe ogen. De vader van Juul en Jacques heeft blauwe ogen. Moeder heeft bruine ogen. Juul heeft blauwe ogen.
Hoe groot is de kans dat Jacques bruine ogen heeft?
Tip: Maak een kruisingsschema
A
0%
B
50%
C
75%
D
100%

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stambomen
Stambomen

  • Geven erfelijkheid door de tijd weer
  • Rondjes: vrouwen
  • Blokjes: mannen

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe maak je een stamboom?

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Uit welke stamboom kun je afleiden dat de rode kleur bij een bloem een dominante eigenschap is?
Tip!
Als 2 ouders met hetzelfde fenotype nakomelingen krijgen met een ander fenotype zijn de ouders heterozygoot (Aa). Het afwijkende fenotype is homozygoot ressecief (aa). Het fenotype van de ouders is dan dominant.
A
B
C
D

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies



De ziekte van Huntington is een erfelijke aandoening
die bepaalde delen van de hersenen aantast. Hiernaast is
van twee verschillende personen een chromosomenpaar
afgebeeld. De genen die bepalen of iemand de ziekte wel
of niet heeft, zijn aangegeven met letters.
Is het gen voor de ziekte dominant of recessief?
A
Het gen is dominant
B
Het gen is recessief
C
Dit is niet uit de gegevens op te maken

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies