4BB 8.4 Verteren les 1 en 2

Startopdracht
  1. Vaste plekken
  2. Mobiel in je tas of in de telefoontas
  3. Boek, schrift en pen op tafel
Startopdracht

  • Achterste tafels leeg
  • Mobiel in je kluis
  • Boek en pen op tafel
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Startopdracht
  1. Vaste plekken
  2. Mobiel in je tas of in de telefoontas
  3. Boek, schrift en pen op tafel
Startopdracht

  • Achterste tafels leeg
  • Mobiel in je kluis
  • Boek en pen op tafel

Slide 1 - Tekstslide

wat gaan we vandaag doen? 
-8.4 uitleg deel 1/deel 2
-aan het werk 
-Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdstuk 8: eten
8.1 Voedsel
8.2 Gezond eten
8.3 Verteringsstelsel
8.4 Verteren
8.5 Eten bij dieren

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat vertering is
  • Je kunt vertellen wat voedingsvezels zijn
  • Je kunt uitleggen wat verteringssappen zijn
  • Je kunt vertellen in welke organen verteringssappen zitten en wat ze doen
  • Je kunt vertellen waar voedingsstoffen in je bloed komen
  • Je kunt uitleggen wat er in de dikke darm gebeurt

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Wat is vertering
Vertering is het klein maken van voedingsstoffen door verteringssappen

Slide 6 - Tekstslide

Waar wordt je voedsel verteerd?
1. Mondholte, speeksel: zetmeel (koolhydraat)
2. Maag, maagsap: eiwitten
Maagzuur dood bacteriën
3. Twaalfvingerige darm
De alvleesklier maakt alvleessap: eiwitten, koolhydraten en vetten
De lever maakt gal: maakt vetten klein. 
4. Dunne darm, darmsap: eiwitten, koolhydraten

Slide 7 - Tekstslide

De lever maakt gal
Gal is een hulpstof en geen verteringssap.
Gal wordt opgeslagen in de galblaas. 
Het maakt vetten klein. 

Alvleessap wordt gemaakt in de
alvleesklier. Het verteert vetten, 
eiwitten en koolhydraten

Slide 8 - Tekstslide


Huiswerk/maken:
Maken opdracht 1 t/m 12






Slide 9 - Tekstslide

Samenvattingsopdracht verteringsstelsel
Per tweetal krijg je een A3-papier. Daarop zie je een lichaam.
In deze opdracht maak je het verteringsstelsel in dit lichaam.

Slide 10 - Tekstslide

Wat is vertering niet?
A
Voedsel in stukjes knippen
B
Voedsel klein maken
C
Voedsel opnemen
D
Voedsel groot maken

Slide 11 - Quizvraag


Gal wordt gemaakt in:
Gal wordt opgeslagen in:
A
Galblaas - Lever
B
Galblaas - Galblaas
C
Lever - Lever
D
Lever - Galblaas

Slide 12 - Quizvraag

Waar wordt je voedsel verteerd?
Speeksel
Maagsap
Alvleessap
Darmsap



Slide 13 - Tekstslide

Waar wordt je voedsel verteerd?

Slide 14 - Tekstslide

Waar komen voedingsstoffen in je bloed?
De dunne darm heeft veel darmplooien: groot oppervlak

De darmwand heeft heel veel haarvaten.

Via de darmplooien gaan de voedingsstoffen naar je haarvaten en komen zo in je bloed. 

Slide 15 - Tekstslide

De dikke darm
Wat gebeurt er nog in de dikke darm?

  • Onverteerbare stoffen (bijv. vezels) worden afgebroken
  • Hierbij komen stinkende gassen vrij (scheet)
  • Water wordt uit voedselbrij onttrokken

  • Dikke massa gaat naar endeldarm -> opslag van ontlasting (poep)


Slide 16 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat vertering is
  • Je kunt vertellen wat voedingsvezels zijn
  • Je kunt uitleggen wat verteringssappen zijn
  • Je kunt vertellen in welke organen verteringssappen zitten en wat ze doen
  • Je kunt vertellen waar voedingsstoffen in je bloed komen
  • Je kunt uitleggen wat er in de dikke darm gebeurt

Slide 17 - Tekstslide


Huiswerk/maken:
Lezen blz 85 en 86
Maken opdracht 13 t/m 19






Slide 18 - Tekstslide