In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 40 min
Onderdelen in deze les
6.3 Koolstofkringloop en stikstofkringloop
Slide 1 - Tekstslide
Wat weet je nu al en wat nog niet?
Slide 2 - Tekstslide
Hoe wordt dit genoemd?
A
Voedselketen
B
voedselweb
C
kringloop
Slide 3 - Quizvraag
In een voedselpiramide van biomassa is er energieverlies door ....
A
verbranding en voeding
B
fotosynthese en voeding
C
verbranding en onverteerbare stoffen
D
Fotosynthese en onverteerbare stoffen
Slide 4 - Quizvraag
Welke piramide hoort waar?
Piramides van Biomassa
Piramides van aantallen
Slide 5 - Sleepvraag
Producent
Consument
Reducent
Voedingsstoffen maken
Resten afbreken tot mineralen
Voedingsstoffen gebruiken
Slide 6 - Sleepvraag
Wie is de producent?
A
Pissebed
B
Kat
C
Kastanjeboom
D
Egel
Slide 7 - Quizvraag
Wie zijn reducenten?
A
Planten en dieren
B
Dieren en schimmels
C
Schimmels en Planten
D
Bacteriën en Schimmels
Slide 8 - Quizvraag
Horen afvaleters bij producenten, consumenten of reducenten?
A
producenten
B
consumenten
C
reduceren
Slide 9 - Quizvraag
Welke afbeelding geeft een piramide van biomassa juist weer?
A
P
B
Q
C
R
D
D
Slide 10 - Quizvraag
Waar in de piramide vindt je de producenten?
A
PQR
B
P
C
S
D
Geen van allen
Slide 11 - Quizvraag
Waar in de piramide vindt je de reducenten?
A
S
B
PQR
C
Overal
D
Geen van allen
Slide 12 - Quizvraag
Afvaleters
Consumenten
Reducenten
Slide 13 - Sleepvraag
De producenten in de voedselketen leggen door fotosynthese zonne-energie vast in energierijke organische stoffen
A
juist
B
onjuist
Slide 14 - Quizvraag
In welke schakel van de voedselketen is de hoeveelheid energierijke stoffen het grootst? Waardoor?
A
1e, doordat het aantal individuen het grootst is
B
1e, doordat uit elke schakel energie verdwijnt uit de voedselketen
C
2e, doordat het aantal individuen het grootst is
D
2e, doordat in elke schakel energie wordt opgenomen
Slide 15 - Quizvraag
Leerdoelen 6.3 kringlopen:
6.3.1 Je kunt de koolstofkringloop beschrijven.
6.3.2 Je kunt de stikstofkringloop beschrijven.
Slide 16 - Tekstslide
Een kringloop
- Kringloop van bouwstenen van stoffen: atomen.
- Atomen zijn bijvoorbeeld: O (zuurstof-atoom), H (waterstof-atoom), C (koolstof-atoom) en N (stikstof-atoom).
- De bouwstenen gaan door een keten van organismen.
- Een zich herhalend proces.
Slide 17 - Tekstslide
Bouwstenen van het leven:
Bouwstenen van stoffen waar dieren en planten van zijn opgebouwd.
koolstof (C) in alle energierijke stoffen (koolhydraten, eiwitten en vetten)
stikstof (N) in alle eiwitten
Andere belangrijke bouwstenen zijn zuurstof (O) en
waterstof (H).
Voorbeelden stoffen:
glucose (C6H12O6) (het getal erachter geeft aan hoeveel deze atomen erin zitten)
zuurstofgas (O2) in de lucht, nodig voor verbranding
water (H2O) onmisbaar voor alle leven
koolstofdioxide (CO2) komt vrij bij verbranding
nitraat (NO3) (zit in mest) en ammoniak (NH3) (is giftig gas)
Slide 18 - Tekstslide
Hierboven een voorbeeld van de bouw van de stof glucose (C6H12O6)
Slide 19 - Tekstslide
Fotosynthese
Verbranding
De omzetting van stoffen
Stoffen worden andere stoffen
C6H12O6 + O2 -> CO2 + H2O + energie
Slide 20 - Tekstslide
We leren twee kringlopen
1. Koolstofkringloop (C)
2. Stikstofkringloop (N)
Tijdens deze kringlopen gaan bovenstaande atomen over van de ene stof over in de andere.
Slide 21 - Tekstslide
1. Koolstofkringloop
Bij de koolstofkringloop kijk je alleen naar het atoom koolstof => dus de C
Tijdens fotosynthese en verbranding gaan de koolstofatomen van de ene stof over in de andere.
Dus van CO2, naar glucose, naar CO2
Slide 22 - Tekstslide
koolstofkringloop
= Koolhydraten, vetten en eiwitten
= Koolhydraten, vetten en eiwitten
= reducenten
= producenten
=CO2
=C6H12O6
Slide 23 - Tekstslide
Basisstof 3
Maak nu vragen 1, 2 en 4
deze gaan over de koolstofkringloop
timer
10:00
Slide 24 - Tekstslide
fotosynthese
verbranding
koolstofdioxide
plantaardige energierijke stoffen
dierlijke energierijke stoffen
Slide 25 - Sleepvraag
Sleep de woorden naar de juiste plekken in de koolstof kringloop
Fotosynthese
verbranding
glucose
plantaardige energierijke stoffen
energierijke stoffen in bacterie en schimmels
energierijke stoffen in dieren
verbranding
verbranding
Slide 26 - Sleepvraag
Koolstofkringloop
Koolstof in koolstofdioxide ( in de lucht)
koolstof in glucose
(producenten)
koolstof in plantaardige energierijke stoffen
koolstof in dierlijke energierijke stoffen
(consumenten)
Koofstof in energierijke stoffen
(reducenten)
verbranding
fotosynthese
Verbranding
verbranding
Slide 27 - Sleepvraag
2. Stikstofkringloop
1. Planten nemen nitraat (stikstofrijke stof) op uit de bodem --> ze bouwen de stikstof (N) uit het nitraat in plantaardige eiwitten in (oftewel, ze groeien)
2. Dieren eten de planten en krijgen zo de eiwitten binnen. Dieren eten ook weer elkaar en geven de N door via de dierlijke eiwitten.
3. Dode resten en ontlasting (beide eiwitrijk)
4. Bacteriën zetten dit om in nitraat.
5. De N uit nitraat wordt weer door planten gebruikt voor de groei (eiwitten voor nodig)
Slide 28 - Tekstslide
Stikstofkringloop
Volg de pijlen, check of je in grote lijnen begrijpt wat er gebeurt.
Slide 29 - Tekstslide
Hoe wordt in de voedselketens stikstof doorgegeven in de stikstofkringloop?
A
alleen als nitraat
B
alleen als ammoniak
C
alleen als koolhydraten
D
alleen als eiwitten
Slide 30 - Quizvraag
Wat neemt de plant op van de stikstofkringloop?
A
Ammoniak
B
Water
C
Glucose
D
Nitraat
Slide 31 - Quizvraag
Nitraat
Planraardige eiwitten
Dierlijke eiwitten
Resten van planten en dieren
Stikstofgas
Ammonium
Ammoniakgas
stikstofbindende bacteriën
Slide 32 - Sleepvraag
Maak de reactievergelijking van verbranding kloppend.
+
+
_______>
verbranding
koolstofdioxide
zuurstof
water
glucose
Slide 33 - Sleepvraag
Deze twee stoffen ontstaan bij de fotosynthese:
Deze twee stoffen moet een plant opnemen voor de fotosynthese:
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.