Les 2 - Leesstrategieën op teksten toepassen

• Nederlands
• Secundair onderwijs

Les 2: Leesstrategieën op teksten toepassen

(LWB pag. 15-21)

Je leert... je oefent...

- teksten oriënterend, globaal, zoekend en intensief lezen.

- het opsommend, chronologisch en het beschrijvend verband in teksten herkennen.

- teksttypes herkennen.

- de bedoeling van de zender achterhalen.

Op welke manieren kunnen we een tekst lezen?

Wat weet je over oriënterend lezen?

Wat weet je over globaal lezen?

Wat weet je over intensief lezen?

Geef een voorbeeld van een teksttype.

Onderwerp van een tekst

Hoofdgedachte van een tekst

Bestaat uit één zin

Bestaat uit 1 (of 2) woorden

Waarover gaat de tekst?

Wat wordt er gezegd over het onderwerp?

Wat is geen tekstdoel?
De auteur heeft steeds een doel voor ogen als hij/zij een tekst schrijft.

1. Informeren
2. Overtuigen
3. Mening geven
4. Leren

5 TEKSTDOELEN

Met de tekst wil de zender...

• de ontvanger informeren...
  
• de gedachten, de mening of de ideeën van de ontvanger beïnvloeden...
• een verhaal vertellen...
• instructies geven...
• zijn mening of standpunt geven aan de ontvanger.

Waarvoor staat de IMS-structuur?

Tekstverband verwijst naar de manier waarop zinnen en alinea's binnen een tekst met elkaar zijn verbonden om een logisch en samenhangend geheel te vormen.

Welke tekstverbanden ken je nog?

Wat hebben deze woorden met elkaar te maken?

Magisch

Paleis

Arabisch

Couscous

Henna