Geen fotocollage maar een tekening van je goede en minder goede eigenschappen
Sterke en zwakke kanten
Slide 8 - Tekstslide
Wat kun jij goed dat past bij werken?
Als bakker is het fijn als je goed vroeg op kunt staan
Als verpleegster moet je mensen willen verzorgen
In een winkel moet je goed kunnen luisteren
Als bouwvakker moet je graag in beweging zijn
Kwaliteiten voor een baan
Slide 9 - Tekstslide
Opdracht 5 & 6 op blz. 43-44
Kwaliteiten voor een baan
Slide 10 - Tekstslide
Drie groepen
Om beurten een kaartje trekken en als deze eigenschap bij jou past, mag je de kaart houden. Je legt deze open op de tafel en legt uit waarom dit kaartje bij jou past.
Als het kaartje niet bij jou past, geef je het aan de persoon waarvan je vindt dat deze kwaliteit past. Leg ook uit waarom.
Als het kaartje bij niemand past, wordt het gewoon weggelegd.
Bespreek of alle kwaliteiten die bij jou liggen echt bij jou passen. Waarom wel of niet? Wat vinden de anderen ervan?
Kwaliteiten spel
Slide 11 - Tekstslide
Opdracht 7
Klassikaal
Kwaliteiten voor een baan
Slide 12 - Tekstslide
Samenvatten
Je kan uitleggen wat kwaliteiten zijn
Je kan uitleggen welke sterke en zwakke eigenschappen je hebt