- Kan een som niet uitgerekend worden (4-7) dan moet je lenen bij de buren.
Slide 12 - Tekstslide
Vaardigheid:
Schrijf de getallen goed onder elkaar, zodat de eenheden onder de eenheden staan, de tientallen onder de tientallen, enzovoort.
Trek eerst de eenheden van elkaar af, kan dit niet, dan leen je een tiental. Dit betekent dat er 1 van de tientallen afgaat, en er 10 bij de eenheden bijkomen. Trek dan de tientallen van elkaar af. Kan dit niet, dan leen je bij de honderdtallen. Dit betekent dat er 1 honderdtal afgaat en er 10 tientallen bijkomen. Enzovoort.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Nu jij zelf!
Reken de volgende sommen cijferend uit en vul de antwoorden in. Gebruik hiervoor wel kladpapier!
Slide 15 - Tekstslide
863 - 229 =
Slide 16 - Open vraag
524 - 236 =
Slide 17 - Open vraag
444 - 282 =
Slide 18 - Open vraag
Heb je nog vragen? Mail het naar de leerkracht.
Kijk nu in het dagprogramma wat je moet gaan maken.