Rekenen woensdag 22 april

Nakijken:
We beginnen met het nakijken van de les van gisteren. Pak redactiesommen bladzijde 2 er maar bij!

Elke vraag vul je in op een nieuwe pagina. Je vult alleen het getal in (dus geen tekst achter je antwoord)
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Nakijken:
We beginnen met het nakijken van de les van gisteren. Pak redactiesommen bladzijde 2 er maar bij!

Elke vraag vul je in op een nieuwe pagina. Je vult alleen het getal in (dus geen tekst achter je antwoord)

Slide 1 - Tekstslide

Redactiesommen som 1:

Slide 2 - Open vraag

Redactiesommen som 2:

Slide 3 - Open vraag

Redactiesommen som 3 (vul hier de letter in):

Slide 4 - Open vraag

Redactiesommen som 4:

Slide 5 - Open vraag

Redactiesommen som 5:

Slide 6 - Open vraag

Redactiesommen som 6:

Slide 7 - Open vraag

Rekenen woensdag 22 april
Vandaag gan we verder met cijferen. Alleen nu gaan we vermenigvuldigen. 

Slide 8 - Tekstslide

Warming up:
Ga naar de volgende website en maak de tafelsommen. Hoeveel sommen kun jij maken in 3 minuten? 

Slide 9 - Tekstslide

Hoeveel sommen heb je gemaakt in 3 minuten?

Slide 10 - Open vraag

Lesdoel: 

Ik kan cijferend vermenigvuldigen.

Slide 11 - Tekstslide

Concept:
Cijferen:
Onder elkaar uitrekenen.

Regels bij cijferend vermenigvuldigen:
- zet het kleinste getal onder
- je start rechts
bij de eenheden.
- bij de tientallen schrijf je eerst een 0 op. 

Slide 12 - Tekstslide

Vaardigheid: 
  1. Noteer de getallen onder elkaar. Het grootste getal moet altijd bovenaan staan. 
  2. Bij cijferend vermenigvuldigen begin je aan de rechterkant. De eenheden vermenigvuldig je als eerste met elkaar. Daarna vermenigvuldig je de eenheid met het tiental, daarna met het honderdtal, enzovoort.
  3. Vermenigvuldig dan het tiental met de bovenste rij. Dit zijn tientallen, en daarom schrijven we alvast een 0 op. 
  4. Daarna vermenigvuldigen we het tiental met de eenheid. 
  5. Vervolgens vermenigvuldigen we het tiental met het tiental.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Nu jij!

Reken de volgende sommen cijferend uit en vul de antwoorden in. Gebruik hiervoor wel kladpapier!

Slide 15 - Tekstslide

17 x 239 =

Slide 16 - Open vraag

34 x 258 =

Slide 17 - Open vraag

74 x 852 =

Slide 18 - Open vraag

Heb je nog vragen? Mail het naar de leerkracht.


Kijk nu in het dagprogramma wat je moet gaan maken. 



Succes!

Slide 19 - Tekstslide