Noteer de getallen onder elkaar. Het grootste getal moet altijd bovenaan staan.
Bij cijferend vermenigvuldigen begin je aan de rechterkant. De eenheden vermenigvuldig je als eerste met elkaar. Daarna vermenigvuldig je de eenheid met het tiental, daarna met het honderdtal, enzovoort.
Vermenigvuldig dan het tiental met de bovenste rij. Dit zijn tientallen, en daarom schrijven we alvast een 0 op.
Daarna vermenigvuldigen we het tiental met de eenheid.
Vervolgens vermenigvuldigen we het tiental met het tiental.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Nu jij!
Reken de volgende sommen cijferend uit en vul de antwoorden in. Gebruik hiervoor wel kladpapier!
Slide 15 - Tekstslide
17 x 239 =
Slide 16 - Open vraag
34 x 258 =
Slide 17 - Open vraag
74 x 852 =
Slide 18 - Open vraag
Heb je nog vragen? Mail het naar de leerkracht.
Kijk nu in het dagprogramma wat je moet gaan maken.