Bedrijfseconomie test

• Bedrijfseconomie
• MBO
• Studiejaar 1

Bedrijfseconomie en rekenen

U

Agenda

Skill ingeleverd?

LessonUp Quiz met uitleg voor bedrijfseconomie

Zelfstandig rekenen of bedrijfseconomie

Met de primitieve opslagmethode...

1. deel je de indirecte kosten toe aan een product via 1 opslag
2. deel je de indirecte kosten toe aan een product via meerdere opslagmethoden

Totale directe kosten € 10.000,-
Totale indirecte kosten € 5.000,-
Kostprijs € 15.000,-

Bereken het opslagpercentage voor indirecte kosten

1. 33,3%
2. 50%
3. 200%
4. 300%

Totale directe kosten € 10.000,-

Totale indirecte kosten € 5.000,-

Kostprijs € 15.000,-

Bereken het opslagpercentage voor indirecte kosten:

Antwoord:

Indirecte kosten / directe kosten x 100% = 

5.000 / 10.000 x 100% = 50%

Directe loonkosten € 100.000
Directe grondstofkosten € 50.000
Indirecte kosten € 100.000
Wat is het opslagpercentage op het directe kosten volgens de primaire methode?

1. 50%
2. 66,67%
3. 100%
4. 150%

Directe loonkosten € 100.000

Directe grondstofkosten € 50.000

Indirecte kosten € 100.000

Wat is het opslagpercentage op het directe kosten volgens de primaire methode? 

Antwoord:

Totale directe kosten = 100.000 + 50.000 = 150.000

Opslagpercentage = 100.000/150.000 X 100% = 66,67% 

Directe grondstofkosten € 50.000
Directe loonkosten € 50.000
Indirecte grondstofkosten € 20.000
Indirecte loonkosten € 40.000
Wat is het opslagpercentage voor de indirecte loonkosten volgens de verfijnde methode?

1. 40%
2. 60%
3. 80%
4. 125%

Directe grondstofkosten € 50.000

Directe loonkosten € 50.000

Indirecte grondstofkosten € 20.000

Indirecte loonkosten € 40.000

Wat is het opslagpercentage voor de indirecte loonkosten volgens de verfijnde methode?

Antwoord:

Indirecte loonkosten / directe loonkosten x 100% = 

40.000 / 50.000 X 100% = 80%

Directe kosten € 100,-
Opslagpercentage indirecte kosten 200%
Winstmarge 50% van de kostprijs

Wat is de verkoopprijs?

1. 300 euro
2. 400 euro
3. 450 euro
4. 600 euro

Directe kosten € 100,-

Opslagpercentage indirecte kosten 200%

Winstmarge 50% van de kostprijs

Wat is de verkoopprijs?

Directe kosten € 100, indirecte kosten 200/100 *€ 100= €200

Kostprijs = € 100,- + € 200,- =  € 300,-

Kostprijs + winstmarge = verkoopprijs

Kostprijs +  50% vd kostprijs = verkoopprijs

1,5 x kostprijs = verkoopprijs

1,5 x € 300 =  verkoopprijs

Verkoopprijs = € 450

Directe kosten € 100,-
Opslagpercentage indirecte kosten 200%
Winstmarge 50% van de verkoopprijs

Wat is de verkoopprijs?

1. 300 euro
2. 400 euro
3. 450 euro
4. 600 euro

Directe kosten € 100,-

Opslagpercentage indirecte kosten 200%

Winstmarge 50% van de verkoopprijs

Wat is de verkoopprijs?

Directe kosten € 100, indirecte kosten 200/100 *€ 100= €200

Kostprijs = € 100,- + € 200,- =  € 300,-

Kostprijs + winstmarge = verkoopprijs

Kostprijs +  50% vd verkoopprijs = verkoopprijs

Kostprijs = 50% verkoopprijs

€ 300 = 50% verkoopprijs

Verkoopprijs = € 600

Break-even afzet is 4.000 stuks. De begrote afzet is 6.000 stuks. De relatieve veiligheidsmarge is?

1. 1,5
2. 50%
3. 2.000 stuks
4. 33,33%

Break-even afzet is 4.000 stuks. De begrote afzet is 6.000 stuks. De relatieve veiligheidsmarge is?

Absolute veiligheidsmarge = verwachte afzet min BEA= 

6.000 - 4.000 = 2.000 stuks

Relatieve veiligheidsmarge = 

Absolute veiligheidsmarge/verwachte afzet x 100%= 

(verwachte afzet - BEA) / verwachte afzet x 100%=

(6.000 - 4.000) / 6.000 x 100%  = 33,33%

De dekkingsbijdrage is:

1. Break-evenafzet keer verkoopprijs
2. verkoopprijs min variabele kosten
3. Constante kosten / (verkoopprijs min variabele kosten)
4. (Afzet min Break-even afzet) / Afzet x 100%

Wat gebeurt er met de jaarlijkseafschrijvingskosten bij de methode vast percentage van de boekwaarde?

1. stijgen
2. blijven gelijk
3. dalen
4. ik weet het niet

Een machine wordt afgeschreven met een afschrijvingspercentage van 10% van de boekwaarde per jaar. De aanschafwaarde is 200.000
Wat is de boekwaarde na 2 jaar?

1. 162.000
2. 160.000
3. 240.000
4. 242.000

Aan de slag!

J