Thuisles 4: 5.2 Branden en blussen
1 / 21
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Vertel in je eigen woorden wat een brand is. Gebruik hiervoor begrippen uit 5.1
Slide 4 - Open vraag
Waar in de vlam is de temperatuur het hoogste?
A
mantel
B
kern
C
lont
D
boven de vlam
Slide 5 - Quizvraag
Vertel in je eigen woorden waarom een pauze vlam geel is.
Slide 6 - Open vraag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Wat gebeurd er met aardgas als die wordt blootgesteld aan 600 graden met voldoende zuurstof om zich heen?
A
niets
B
explodeert
C
verbrand
D
verdampt
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Vertel in eigen woorden waarom het papiertje niet verbrand is.
Slide 12 - Open vraag
Leg uit waardoor de vlam alleen maar groter wordt door het water toe te voegen.
Slide 13 - Open vraag
Welke brandvoorwaarde wordt nu weggehaald?
Slide 14 - Open vraag
Hierna hoef je niet verder te kijken, mag wel.
Vertel in eigen woorden wat er gebeurd bij een brand waar meer zuurstof bij kan komen.
Vertel in eigen woorden wat er gebeurd bij een brand waar meer zuurstof bij kan komen.
Slide 15 - Open vraag
Slide 16 - Tekstslide
Wat moet je doen als je een brand ontdekt?
A
Mensen waarschuwen die gevaar lopen.
B
Gebouw verlaten
C
Brandweer bellen
D
Zowel A, B als C
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
Een brandende vaste stof blus je met water. Welke voorwaarde haal je weg?
Slide 19 - Open vraag
Een vloeistof brand blus je met een deken, schuim of koolstofdioxide. Welke voorwaarde haal je weg?
Slide 20 - Open vraag
Maak een foto van je gemaakte en nagekeken huiswerk. Vraag 5 t/m 17. Je kunt nu meer dan 1 foto toevoegen.
