1.5 DNA en chromosomen [les 1]

Welkom
Telefoon weg
Tas van tafel
Laptop pakken & in Lesson-Up
Pen, potlood & notitieschrift pakken

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Telefoon weg
Tas van tafel
Laptop pakken & in Lesson-Up
Pen, potlood & notitieschrift pakken

Slide 1 - Tekstslide

Van wie is welke cel?
Dier
Schimmel
Bacterie
Plant

Slide 2 - Sleepvraag

Dit zijn cellen uit een stengel, kunnen deze cellen suiker (glucose) maken?
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quizvraag

Wat hebben we tot nu toe gedaan:
- Je hebt kennis gemaakt met alle onderdelen (organellen) van de cel.

- Je kent de functies en kan ze herkennen. (Zowel als plaatje als beschrijving van...)

Vragen?

Slide 4 - Tekstslide

1.5 DNA en chromosomen

Je kunt uitleggen waaruit DNA is opgebouwd. 

Je kunt in een context aangeven hoeveel
chromosomen een cel bevat 

Slide 5 - Tekstslide

Wat weet je hier al over?

Slide 6 - Woordweb

Elke lichaamscel bevat hetzelfde DNA
A
Waar
B
Niet waar
C
Dat is niet te bepalen

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Video

DNA ingezoomd

  • Vlak voor een celdeling rolt DNA zich op tot een chromosoom (compactere vorm)

  • Chromosomen zijn opgerold en compact en kun je (met de juiste) microscoop wel zien

  • Je hebt 46 chromosomen in elke cel (behalve twee uitzonderingen)

Slide 9 - Tekstslide

Elke lichaamscel bevat 46 chromosomen. Elk chromosoom komt twee keer voor in de celkern. Technisch gezien heb je dus maar 23 unieke chromosomen die dubbel voorkomen.
Waarom hebben wij dus 23 x 2 = 46 chromosomen?
(PS: hoe kom je eigenlijk aan je chromosomen / DNA)

Slide 10 - Open vraag

Menselijke cel

In een eicel zitten 23 chromosomen.
In een zaadcel zitten 23 chromosomen.

Eicel + zaadcel = een bevruchte cel met 46 chromosomen.

Die bevruchte cel deelt zichzelf op. 

Als de cel zich deelt, deelt hij ook de chromosomen. 
In al jouw cellen zitten daardoor 46 chromosomen, waarin dezelfde bouwbeschrijving' staat. 

(Alleen de zaadcellen en eicellen dus niet.)



Slide 11 - Tekstslide

Karyogram

Karyogram laat de chromosomen van een menselijke cel gepaard zien liggen


Mensen hebben elk chromosoom 2x


Van elk paar is 1 chromosoom van je moeder en 1 chromosoom van je vader afkomstig


Alle cellen hebben hetzelfde pakketje chromosomen

Slide 12 - Tekstslide

Welke cellen hebben geen paren chromosomen maar enkele chromosomen in de celkern? (T1)
A
Geslachtscellen
B
Lichaamscellen
C
Hersencellen
D
Hypofyse cellen

Slide 13 - Quizvraag

Ga naar tabel 70D.
a. Op welke chromosoom (noteer nummer) ligt de code DFNB59, DFNB31
b. Waar codeert deze code voor?

Slide 14 - Open vraag

Aantal chromosomen

Karyogram laat de chromosomen van een menselijke cel gepaard zien liggen


De hoeveelheid unieke chromosomen noemen we n

Bij de mens spreken we dus over n = 23 

Slide 15 - Tekstslide

Een levercel van een chimpansee heeft 48 chromosomen. Wat is de n? (T1)
A
48
B
96
C
24
D
1

Slide 16 - Quizvraag

Een eicel van een fruitvlieg heeft n = 4. Hoeveel chromosomen heeft de fruitvlieg? (T2)
A
2
B
4
C
8

Slide 17 - Quizvraag

Aan het werk
- Zorg dat je de leerdoelen t/m vandaag kent
       - Lees 1.5 theorie goed door, bekijk de plaatjes
       - Maak een begrippenlijst / samenvatting
       - Maak oefenopgaven op biologiepagina.nl

Uitdagend: 
https://biologiepagina.nl/Havo4/N3Cellen/Oefenen.htm
Kies de oefenopgaven die staan onder paragraaf 1 op deze link. 

Slide 18 - Tekstslide