3.12 t/m 3.14

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

	Vak: Nederlands Hoofdstuk: 3.12 t/m 3.14
1.	Lesopening
2.	Leergebiedoverstijgende doelen
3.	Lesdoel
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

Pak je boek en schrift van Nederlands op tafel. Laat deze nog even dicht op tafel liggen.

2. Lesdoel

Aan het eind van deze les:

- kun je de alinea's en tussenkopjes aanwijzen in een tekst

- kun je de inleiding, het middenstuk en het slot van een tekst herkennen

- kun je aangeven wat het tekstdoel van een tekst is

- kun je een tekst verkennend lezen

- kun je het leesplan gebruiken 

Leergebiedoverstijgende doelen:

Opkomen voor jezelf

- Vraag hulp hoe je iets kan aanpakken

3. Mini-check

Scoor je verdiept dan mag je gelijk aan het werk. (8 of hoger). 

Gwen, Keano, Daan, Daniël, Nick

Jullie kunnen vast aan de slag met opdracht 37 t/m 40 op bladzijde 137 t/m 140.

De rest doet mee met de mini-check!

???

Horen de volgende zinnen thuis in de inleiding, het middenstuk of het slot van een tekst?

Hopelijk wordt deze hond na de operatie snel weer beter.

1. inleiding
2. middenstuk
3. slot

Antwoord

Deze zin hoort thuis in het slot, want een schrijver kan zijn tekst afsluiten door te vertellen wat hij hoopt.

Een ander voordeel van kamperen
is het vele buiten zijn.

1. inleiding
2. middenstuk
3. slot

Antwoord

Deze zin hoort thuis in het middenstuk, want de schrijver vertelt over meer voordelen van kamperen. Dit is er één van. Het onderwerp van de hele tekst is waarschijnlijk kamperen.

Iedereen heeft er wel over gehoord:
de avondklok.

1. inleiding
2. middenstuk
3. slot

Antwoord

Deze zin hoort thuis in de inleiding, 

want de schrijver vertelt wat 

het onderwerp van de tekst is:

de avondklok.

Wie maakt wat

Had je alle vragen goed, dan mag je zelfstandig aan het werk. Je maakt opdracht 37 t/m 40 op blz 137 t/m 140.

De rest doet mee met de instructie

4. Instructie

Verkennend lezen

1. - Lees de titel
2. - Bekijk de afbeeldingen
3. - Lees de eerste zinnen
4. - Lees opvallend gedrukte woorden
5. - Wat is de bron van de tekst?

Alinea's en tussenkopjes

Een tekst is verdeeld in stukjes: alinea’s.

In elke alinea wordt iets anders verteld over het onderwerp. Een alinea begint altijd op een nieuwe regel. Vaak staat er tussen alinea’s een witregel.

Alinea's en tussenkopjes

Boven een alinea of een groepje alinea’s kan een tussenkopje staan. 

Een tussenkopje geeft aan waar de alinea over gaat.

Alinea's en tussenkopjes horen ook bij verkennend lezen!

Inleiding – middenstuk – slot 

Een goede tekst bestaat uit drie delen: een inleiding, een middenstuk en een slot.

5. Begeleid inoefenen

Had je 0 vragen goed.

Intensief --> dan maak je met mij een opdracht 38 en 39.

6. Zelfstandig werken

Je maakt nu zelfstandig opdracht 37 t/m 40 op blz 137 t/m 140.

Ben je klaar?

Dan kijk je de opdracht na.

Daarna ga je in stilte lezen. 

7. Evaluatie

Hoe ging de les?

Zijn er nog dingen die je lastig vindt?

- kun je de alinea's en tussenkopjes aanwijzen in een tekst?

- kun je de inleiding, het middenstuk en het slot van een tekst herkennen?