Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Werkwoordspelling
Werkwoordspelling
KB1
1 / 12
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
In deze les zitten
12 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Werkwoordspelling
KB1
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan wij vandaag doen?
Jullie krijgen herhaling over het vinden van de persoonsvorm.
Jullie krijgen theorie over werkwoordspelling.
we gaan samen oefenopdrachten maken.
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
Na deze les:
kun je de persoonsvorm vinden in een zin.
kun je het verschil uitleggen tussen de ik-vorm en de stam van een werkwoord;
kun je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd goed schrijven.
Slide 3 - Tekstslide
De persoonsvorm
We bekijken eerst samen het filmpje in Classroom
We maken vervolgens de opdracht 'zoek de persoonsvorm'
Slide 4 - Tekstslide
Werkwoorden
Werkwoorden zijn doe-woorden. Ze vertellen je vaak wat iemand doet of wat er gebeurt.
Bijvoorbeeld:
Anne
tekent
allemaal hartjes in haar schrift.
Slide 5 - Tekstslide
Wat is in deze zin het werkwoord?
Tamara zingt een liedje voor de jury.
A
Tamara
B
zingt
C
een liedje
D
voor de jury
Slide 6 - Quizvraag
Wat is het werkwoord in de volgende zin?
Danny rent naar huis.
A
rent
B
Danny
C
naar
D
huis
Slide 7 - Quizvraag
Stam en ik-vorm
Als je het werkwoord goed wilt schrijven, begin je bij de stam. De stam van het werkwoord is het hele werkwoord zonder -en.
Slide 8 - Tekstslide
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Een werkwoord heeft verschillende vormen. Een daarvan is de
persoonsvorm
in de tegenwoordige tijd.
Bij de spelling van de persoonsvorm tegenwoordige tijd ga je uit van de
ik-vorm
.
Je vindt de
ik-vorm
door van het hele werkwoord de laatste letters (-en) weg te halen.
Bijvoorbeeld:
Werken --> werk
Slide 9 - Tekstslide
Zo schrijf je de persoonsvorm tegenwoordige tijd:
Slide 10 - Tekstslide
Welke antwoorden zijn goed?
A
Ik wordt
B
Hij word
C
ik word
D
Hij wordt
Slide 11 - Quizvraag
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Ik (bereiden) het eten voor.
A
bereid
B
bereidt
Slide 12 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Spelling persoonsvorm in de tt
June 2019
- Les met
36 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Groep 7-8 | werkwoordspelling | tegenwoordige tijd
August 2024
- Les met
19 slides
door
NTC DEF@ctO nl L.P
Nederlands
Werkwoordspelling
+2
Basisschool
Groep 7,8
NTC DEF@ctO nl E.E
Herhaling werkwoordspelling KB3
January 2024
- Les met
41 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
4 Taal deel 1
March 2024
- Les met
15 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Spelling persoonsvorm in de vt
June 2019
- Les met
25 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
nederlands les 2
June 2022
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
H2 Grammatica 2.1 Werkwoordspelling PV TT
February 2023
- Les met
22 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Zaterdag 18 mei 2024 Herhaling werkwoordspelling
May 2024
- Les met
30 slides
Nederlands
Secondary Education
Age 12,13