MEMO klas 2: Begrippen oefenen hoofdstuk 2

Begrippentoets
Hoofdstuk 2
'Gouden Eeuw'


Ken jij de begrippen van 2.1 t/m 2.4?



1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Begrippentoets
Hoofdstuk 2
'Gouden Eeuw'


Ken jij de begrippen van 2.1 t/m 2.4?



Slide 1 - Tekstslide

Een vorm van bestuur waarbij de koning alle macht heeft.

Slide 2 - Open vraag

De handel tussen Europa, West-Afrika en Amerika.

Slide 3 - Open vraag

De periode van grote welvaart en bloei in kunst, techniek en wetenschap in de Republiek (circa 1600-1700).

Slide 4 - Open vraag

Een vorm van economie waarin het meeste geld wordt verdiend in de handel.

Slide 5 - Open vraag

Het recht om als enige handel te mogen drijven met een bepaald gebied.

Slide 6 - Open vraag

Verhuizing van het ene land naar het andere.

Slide 7 - Open vraag

Handel tussen Nederland en het Oostzeegebied.

Slide 8 - Open vraag

Gedwongen arbeid door slaven op tropische landbouwbedrijven waar één product werd verbouwd.

Slide 9 - Open vraag

De hoogste ambtenaar van het gewest Holland; adviseerde de Staten-Generaal over buitenlandse politiek.

Slide 10 - Open vraag

Het jaar 1672, waarin de Republiek werd aangevallen door Engeland, Frankrijk en twee Duitse staatjes.

Slide 11 - Open vraag

Bestuurder van een stad of gewest in de Republiek, vaak afkomstig uit een rijke koopmansfamilie.

Slide 12 - Open vraag

Plaats waar ingekochte producten worden opgeslagen om vandaaruit weer te worden verhandeld.

Slide 13 - Open vraag

Manier van omgaan met elkaar waarbij mensen accepteren dat andere mensen andere opvattingen en gebruiken hebben.

Slide 14 - Open vraag

Handelsmaatschappij die in de Republiek als enige met Azië mocht handelen.

Slide 15 - Open vraag

Een economie die zich over de hele wereld uitstrekt, doordat producten uit landen van de hele wereld worden verhandeld.

Slide 16 - Open vraag

Handelsmaatschappij die in de Republiek als enige met Amerika en West-Afrika mocht handelen.

Slide 17 - Open vraag

Snelle ontwikkeling van de wetenschap, doordat wetenschappers niet meer afgingen op de Bijbel of auteurs uit de oudheid, maar zelf gingen observeren en redeneren.

Slide 18 - Open vraag