Powerrrles

Powerrrles
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Powerrrles

Slide 1 - Tekstslide

Powerrrles

Amsterdam was in 1540 uitgegroeid tot een handelsstad
  • 1585 kreeg Amsterdam veel geld, kennis en arbeidskrachten-> ontwikkelen handel en nijverheid*
  • Opkomst van de Oostzeevaart= handel tussen Nederland en Oostzeegebied

Slide 2 - Tekstslide

Powerrrles
Handelskapitalisme: een vorm van economie waarin het meeste geld wordt verdiend in de handel


Stapelmarkt: plaats waar ingekochte producten worden opgeslagen om vandaaruit weer te worden verhandel

Slide 3 - Tekstslide

Powerrrles
Schema VOC en WIC

Driehoekshandel: De handel tussen Europa, West-Afrika en Amerika (op de kaart te zien als een driehoek).

Slide 4 - Tekstslide

Powerrrles
Plantage slavernij: Gedwongen arbeid door slaven op tropische landbouwbedrijven waar één product werd verbouwd


Slaven werden eigendom
In opstand? Hard gestraft

Slide 5 - Tekstslide

Powerrrles
Welke sociale lagen zijn er?

Allemaal in Nederland geboren?

Slide 6 - Tekstslide

Powerrrles
Gouden Eeuw: de periode van grote welvaart en bloei in kunst, techniek en wetenschap in de Republiek (circa 1600-1700)

Slide 7 - Tekstslide

Powerrrles
In de Republiek waren er verschillende religies


Verdraagzaamheid: manier van omgaan met elkaar waarbij mensen accepteren dat andere mensen andere opvattingen en gebruiken hebben

Slide 8 - Tekstslide

Powerrrles
Wetenschappelijke revolutie: snelle ontwikkeling van de wetenschap, doordat wetenschappers niet meer afgingen op de Bijbel of auteurs uit de oudheid, maar zelf gingen observeren en redeneren

Slide 9 - Tekstslide

Powerrrles
Bestuur van de Republiek was bijzonder
1. Bestuur door regenten
2. Geen centraal bestuur

Politiek was voor mannen

Slide 10 - Tekstslide

Powerrrles
Gewestelijke Staten: bestuur PER gewest
 

Staten-Generaal: buitenlandse politiek, de verdediging van het land en het bestuur van de koloniën van ALLE gewesten

Schema stadhouder en raadspensionaris

Slide 11 - Tekstslide

Powerrrles
1672 Engeland, Frankrijke en twee Duitse staten een aanval op de Republiek omdat:
  • Engeland, handel Republiek overnemen
  • Frankrijk, Lodewijk XIV grondgebied uitbreiden

Slide 12 - Tekstslide

Powerrrles
Lodewijk XIV
• Hij nam alle besluiten, bijvoorbeeld over nieuwe wetten en belastingen
• Hij was de baas van alle ministers en ambtenaren, die zijn besluiten uitvoerden
• Hij was de hoogste rechter; wie niet deed wat hij wilde, werd uiteindelijk door hem bestraft

Absolutisme

Slide 13 - Tekstslide

Powerrrles
Lodewijk XIV behield de macht door
  • Macht edelen klein houden
  • Economie verbeteren-> meer belasting
  • 'Droit divin', goddelijk recht
  • Permanent leger om opstanden neer te slaan
Sociaal, cultureel, politiek-bestuurlijk, economisch, religieus, militair


Slide 14 - Tekstslide

Powerrrles
Russische tsaar wilde macht vergroten
 

Peter de Grote*
  • In leer bij andere landen*
  • Bouw Sint-Petersburg*
  • Wonen in een groot paleis*

Slide 15 - Tekstslide

Onderzoeksvragen
In een goede onderzoeksvraag zijn de vier w’s opgenomen, zodat je precies weet wat je gaat onderzoeken. De vier w’s zijn:
• Wat: welke gebeurtenis of ontwikkeling onderzoek je;
• Wie: welke persoon of groep onderzoek je;
• Wanneer: welke periode in de tijd onderzoek je;
• Waar: welke plaats of welk land onderzoek je?

Slide 16 - Tekstslide

Onderzoeksvragen
Bij een beschrijvende vraag wil je zoveel mogelijk informatie verzamelen om een beeld te krijgen van een gebeurtenis, een verschijnsel of een ontwikkeling in het verleden. Het antwoord op zo’n vraag is een beschrijving. 

Bij een verklarende vraag stel je een vraag over de oorzaken of gevolgen van een gebeurtenis, een verschijnsel of een ontwikkeling in het verleden. Het antwoord op zo’n vraag geeft een verklaring. 

Bij een vergelijkende vraag wil je twee (of meer) gebeurtenissen, verschijnselen of ontwikkelingen met elkaar vergelijken. Het antwoord op zo’n vraag legt uit welke verschillen en overeenkomsten er zijn tussen twee (of meer) gebeurtenissen, verschijnselen of ontwikkelingen. 

Slide 17 - Tekstslide

Oefenen met onderzoeksvragen
Ga oefenen in 2.5!

Slide 18 - Tekstslide