H5 - examenidioom

H5 - examenidioom
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

H5 - examenidioom

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

What is the author's opinion ACCORDING TO lines 12-16?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

What does the writer POINT OUT in paragraph 1?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

What does the writer ARGUE in paragraph 5?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

What does 'it' in line 14 REFER TO?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

What does the writer EMPHASISE in paragraph 6?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

The Home Secretary is the head of the HOME OFFICE.

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In Britain an MP is elected by a CONSTITUENCY.

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

A CIVIL SERVANT works for the government.

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

The BILL was discussed in the House of Commons.

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

This political programme is not FEASIBLE.

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Many governments CONDEMNED the hanging of the dictator.

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

They won the election by a large MAJORITY.

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

A CONSTITUTION describes how the country has to be governed.

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

The minister explained his SCHEME to help poor countries.

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Why do they ADVOCATE nuclear energy?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

The POLLUTION of the river was caused by a factory.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

The house was heated by SOLAR ENERGY.

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

ACID rain can damage trees.

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Economic growth is often realised AT THE EXPENSE OF the environment.

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Farmers live in RURAL areas.

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

When will this scheme be IMPLEMENTED?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

actually
A
uitbreiding/opsomming
B
tegenstelling
C
reden/oorzaak
D
voorbeelden

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

in fact
A
uitbreiding/opsomming
B
tegenstelling
C
reden/oorzaak
D
voorbeelden

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

such as
A
uitbreiding/opsomming
B
tegenstelling
C
reden/oorzaak
D
voorbeelden

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

rather
A
uitbreiding/opsomming
B
tegenstelling
C
reden/oorzaak
D
voorbeelden

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

while
A
uitbreiding/opsomming
B
tegenstelling
C
reden/oorzaak
D
voorbeelden

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Yet

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is géén tegenstelling?
A
however
B
even though
C
still
D
in fact

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is géén tegenstelling?
A
then again
B
while
C
unless
D
nevertheless

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Looking at your phone while biking is dangerous. FURTHERMORE, it is also illegal.

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hugh Grant is good looking. INDEED, he has the most beautiful blue eyes!

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

He was angry. IN FACT, he was absolutely furious.

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

He got a promotion. AFTER ALL, he works hard!

Slide 34 - Open vraag

tenslotte, immers (reden/oorzaak)
The match wasn't fair, SINCE one of the players cheated.

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

He cannot play tennis. CONVERSELY, she is a great tennis player.

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Tomatoes are not vegetables. ADMITTEDLY, they do look like they are.

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Her date was a bit boring, but she had fun NEVERTHELESS.

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

He would never steal something. THEN AGAIN, he is a good liar.

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

He earns a lot, WHEREAS her income is poor.

Slide 40 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

PROVIDED he passes his exam, he wil receive his driver's licence.

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

He always arrived an hour late at work. CONSEQUENTLY, he was fired.

Slide 42 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

I became incredibly sick when I ate that apple. THUS, I will never eat apples again!

Slide 43 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

I brought Jeremy to the supermarket. SIMILARLY, Jim brought Kelly to the station.

Slide 44 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Dogs can be quite agressive. My neighbour's dog FOR INSTANCE bit me when I gave him a bone.

Slide 45 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf minstens 1 woord op dat je lastig vindt en wil onthouden

Slide 46 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies