Leesvaardigheid V2 (2)

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Tekst 1 - vraag 1:
De titel van dit artikel ontbreekt.
Welke van de volgende titels geeft de inhoud van dit artikel weer?
A
How to market a simple phone
B
Keeping track of the kids
C
Push the right button
D
Where are my parents?

Slide 2 - Quizvraag

Tekst 2 - vraag 2:
Wat kun je insturen naar de Londonist website, volgens deze tekst?
A
amateuropnames van muziekoptredens in Londen
B
bewerkte foto’s van toeristische attracties in Londen
C
spannende griezelverhalen die zich in Londen afspelen

Slide 3 - Quizvraag

Tekst 3 - vraag 3:
How did Alexander Beck become a model?
A scout approached him
A
after having watched Alexander working in a restaurant.
B
after he had seen Alexander walking in the streets.
C
when Alexander paraded around in fashion hotspots.
D
when he had seen snapshots Alexander had sent to an agency.

Slide 4 - Quizvraag

Tekst 3 - vraag 4:
What becomes clear about Ceasar Perin from the text?
A
He has advised Alexander to invest more time in his education.
B
He helps Alexander set up his own international fashion business.
C
He is good at finding new models for important fashion houses.

Slide 5 - Quizvraag

Tekst 3 - vraag 5:
What is the biggest difference his new job has brought about, according to Alexander himself?
A
He liked to sleep late but now he has to get up very early.
B
He never left his hometown but now he travels all over the world.
C
He thought his looks were unimportant but now he depends on them.
D
He was a poor and insecure student but now he earns a lot of money.

Slide 6 - Quizvraag

Tekst 3 - vraag 6:
“Out of the frying pan into attire” (titel)
In welke zin wordt de titel volledig uitgelegd?
Citeer (= schrijf over uit de tekst) de eerste twee woorden van deze zin.

Slide 7 - Open vraag

Tekst 4 - vraag 7:
Kies bij _7_ in alinea 1 het juiste antwoord uit de gegeven mogelijkheden.
A
fed up with
B
indifferent to
C
interested in
D
tired out by

Slide 8 - Quizvraag

Tekst 4 - vraag 8:
Kies bij _8_ in alinea 3 het juiste antwoord uit de gegeven mogelijkheden
A
least common
B
most likely
C
often criticised
D
rather widespread

Slide 9 - Quizvraag

Tekst 4 - vraag 9:
Kies bij _9_ in alinea 4 het juiste antwoord uit de gegeven mogelijkheden.
A
correct
B
identify
C
ignore
D
manipulate

Slide 10 - Quizvraag

Tekst 5 - vraag 10:
How does the writer introduce the phenomenon ‘Slow TV’ in paragraph 1?
by describing what it is and
A
explaining why so many people like it
B
giving examples that prove its popularity
C
persuading readers to also watch it
D
stressing that it is an innovative programme

Slide 11 - Quizvraag

Tekst 5 - vraag 11:
Which statement about the Norwegians is true, according to paragraph 2?
A
They are used to watching long sporting events.
B
They have few television channels to choose from.
C
They prefer sports programmes over series from the US.
D
They spend most hours of the day in front of the television.

Slide 12 - Quizvraag

Tekst 5 - vraag 12:
Met welk woord verklaart Andreas Sagen in alinea 3 het succes van ‘Slow
TV’?
Citeer (= schrijf over uit de tekst) dit woord.

Slide 13 - Open vraag

Tekst 5 - vraag 13:
Kies bij _13_ in alinea 4 het juiste antwoord uit de gegeven mogelijkheden.
A
Besides
B
However
C
Therefore

Slide 14 - Quizvraag

Tekst 5 - vraag 14:
Kies bij _14_ in alinea 4 het juiste antwoord uit de gegeven mogelijkheden.
A
absurdity
B
boredom
C
comfort
D
surprise

Slide 15 - Quizvraag

Tekst 6 - vraag 15:
What becomes clear about the writer’s first tattoo in paragraph 1?
A
It was based on the design of an important underground artist.
B
It was meant to express how she felt about rules and regulations.
C
The bird that the tattooist inked was not the one she had picked out.
D
The process of inking hurt considerably less than she had expected.

Slide 16 - Quizvraag

Tekst 6 - vraag 16:
‘At least it did. Change colour, that is.’ (paragraph 2)
What feeling does this remark express?
A
disappointment
B
disbelief
C
pride
D
relief

Slide 17 - Quizvraag

Tekst 6 - vraag 17:
Kies bij _17_ in alinea 2 het juiste antwoord uit de gegeven mogelijkheden.
A
As a result
B
For example
C
What’s more

Slide 18 - Quizvraag

Tekst 6 - vraag 18:
‘I once thought my tattoos were the height of artistic expression.’ (alinea 3)
Welke twee redenen noemt de schrijfster om nu spijt te hebben van haar tatoeages?

Slide 19 - Open vraag

Tekst 7 - vraag 19:
Geef voor elke van de onderstaande beweringen over Bernie Few aan of
deze juist of onjuist is op grond van alinea 1 tot en met 4. 
Juist
Onjuist
Hij werd bewonderd vanwege zijn ontsnappingen. 
Hij had allerlei baantjes gehad in de gevangenis.
Hij gebruikte nooit geweld tijdens zijn ontsnappingen.
Hij was in therapie vanwege zijn ontsnappingsdrang.

Slide 20 - Sleepvraag

Tekst 7 - vraag 20:
‘his movements were like clockwork’ (alinea 4)
In welke alinea wordt dit gegeven concreet uitgewerkt?
Noteer het nummer van deze alinea.

Slide 21 - Open vraag

Tekst 7 - vraag 21:
‘Every one of them knew why he was here.’ (laatste zin)
Met welk specifiek doel was Rebus in Scott’s Bar?

Slide 22 - Open vraag

Tekst 8 - vraag 22:
‘a mentoring scheme’ (paragraph 1)
What is the purpose of this scheme, according to the text?
A
to help vulnerable young girls make the right choices
B
to infiltrate into gangs with the assistance of local girls
C
to show that tackling youth crime is a serious matter
D
to train social workers to understand youth culture

Slide 23 - Quizvraag

Tekst 8 - vraag 23:
What particular experience made Cassie decide to change her life, according to paragraph 2?
A
being supported by a qualified coach
B
feeling let down by fellow gang members
C
having to spend some time in prison
D
suffering from a serious depression

Slide 24 - Quizvraag

Tekst 8 - vraag 24:
Welke zin uit alinea 3 maakt duidelijk waarom lid worden van een
straatbende aantrekkelijk kan zijn voor meisjes?
Citeer (= schrijf over uit de tekst) de eerste twee woorden van deze zin.

Slide 25 - Open vraag