Carmen 48

Carmen 48
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5,6

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Carmen 48

Slide 1 - Tekstslide

Mellitos oculos tuos

Deze woorden staan in:
A
nominativus
B
genitivus
C
dativus
D
accusativus

Slide 2 - Quizvraag

Mellitos oculos tuos

Het woord voor 'ogen' is:
A
mellitos
B
oculus
C
tuos
D
Er is geen woord dat 'ogen' betekent.

Slide 3 - Quizvraag

Mellitos oculos tuos, Iuventi

In welke naamval staat Iuventi?

Slide 4 - Open vraag

si quis me sinat usque basiare

Het onderwerp in deze zin is:
A
quis
B
me
C
sinat
D
usque

Slide 5 - Quizvraag

si quis me sinat usque basiare

quis betekent hier:
A
als
B
iemand
C
mij
D
zou toestaan

Slide 6 - Quizvraag

si quis me sinat usque basiare

sinat is:
A
coniunctivus praesens
B
coniunctivus imperfectum
C
indicativus praesens
D
indicativus imperfectum

Slide 7 - Quizvraag

usque ad milia basiem trecenta
basiem is:
A
coniunctivus praesens
B
coniunctivus imperfectum
C
indicativus praesens
D
indicativus imperfectum

Slide 8 - Quizvraag

si quis me sinat usque basiare
usque ad milia basiem trecenta

De coniunctivi geven aan:
A
een aansporing
B
een wens
C
een mogelijkheid
D
een niet-werkelijkheid

Slide 9 - Quizvraag

Woordenboekvraag:
videor betekent:

Slide 10 - Open vraag

Verdeel de vorm 'videar' in de samenstellende delen.

Slide 11 - Open vraag

Woordenboekvraag:
wat is het lemma van 'futurus'?

Slide 12 - Open vraag

nec umquam videar satur futurus

nec umquam betekent:
A
en ooit
B
en nooit

Slide 13 - Quizvraag

non si

Slide 14 - Open vraag

densior

Slide 15 - Open vraag

non si densior aridis aristis

aridis aristis staat in de:
A
genitivus
B
dativus
C
accusativus
D
ablativus

Slide 16 - Quizvraag

densior aridis aristis

Slide 17 - Open vraag

sit nostrae seges osculationis

nostrae (= onze, ons) congrueert met:
A
sit
B
seges
C
osculationis

Slide 18 - Quizvraag