H1.1c Luxemburgse kwestie

H1.1c De Luxemburgse kwestie
lezen blz. 14
maken opdrachten 10 t/m 14
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H1.1c De Luxemburgse kwestie
lezen blz. 14
maken opdrachten 10 t/m 14

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
 Je kunt uitleggen dat de Luxemburgse kwestie duidelijk maakte dat het parlement in Nederland de macht had.
Luxemburgse kwestie (1866-1867) was een ruzie over Luxemburg tussen de koning en het parlement. Luxemburg hoorde sinds 1815 bij Nederland.
De ruzie begon toen bekend werd dat Willem III Luxemburg wilde verkopen, achter de rug van het parlement om. De leden van het parlement waren boos op dit zelfstandig optreden van de koning.
Vanwege de onschendbaarheid van de koning konden de Kamerleden Willem III niet de schuld van de Luxemburgse kwestie geven. Maar door de ministeriële verantwoordelijkheid kon het parlement wel de ministers aanpakken.

Slide 2 - Tekstslide

Begrip
Luxemburgse kwestie (1866-1867).
Dat was een ruzie over Luxemburg tussen de koning en het parlement.

Slide 3 - Tekstslide

Personen
Willem II (1792 - 1849)
Willem III (1817 - 1890)

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 10
a.
Waarom was de Luxemburgse kwestie een belangrijke gebeurtenis?
  • Na deze kwestie was duidelijk dat het parlement écht de macht had in Nederland.

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 10
b.
Hoe verliep de Luxemburgse kwestie? Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde, van vroeger naar later.
A De Kamerleden eisen dat de ministers opstappen.
B De ministers stappen op.
C Er komen nieuwe verkiezingen.
D Willem III ontbindt het parlement.
E Willem III wil Luxemburg verkopen.
De juiste volgorde is:
  • E, A, D, C, B.

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 11
a.
Leg uit dat het gedrag van Willem III bij de Luxemburgse kwestie niet past bij een
onschendbare koning. Een deel van het antwoord is al gegeven.
Onschendbaarheid betekent dat de koning niet zelfstandig beslissingen mocht
nemen , maar in de Luxemburgse kwestie nam de koning wel een belangrijke
beslissing, buiten het parlement om.

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 11
b.
Bij de Luxemburgse kwestie eiste het parlement dat de ministers zouden opstappen.
Leg uit dat dit wél past bij een onschendbare koning. Formuleer nu zelf het hele antwoord.
  • Onschendbaarheid betekent dat de koning niet zelf verantwoordelijk is voor zijn gedrag. Dus in de Luxemburgse kwestie pakte het parlement de ministers aan.

Slide 8 - Tekstslide

Deze les...
Opdracht 12 t/m 15
Aan de slag met de volgende paragraaf 
4A Het vormen van een bestuur
Lezen blz. 28 en 29
Maken opdrachten 1 t/m 5
 



Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 12
Gebruik ook leertekst A en B.
Zet de volgende gebeurtenissen in de juiste volgorde, van vroeger naar later.
A De Tweede Kamer wordt voortaan gekozen via een districtenstelsel.
B Het parlement en de koning krijgen ruzie over Luxemburg.
C Nederland wordt een constitutionele monarchie.
D Overal in Europa breken revoluties uit en worden koningen verjaagd.
De juiste volgorde is: 
  • C, D, A, B.

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 13
Blijkbaar hadden Nederlanders verschillende opvattingen over koning Willem III.
➔ Leg uit welke twee verschillende opvattingen blijken uit de twee bronnen.
Doe het zo:
Uit bron 6 blijkt dat 
  • sommige mensen spotten met Willem III: ze beelden hem af als ‘koning Gorilla’.
Uit bron 7 blijkt dat 
  • sommige mensen Willem III zien als held: ze beelden hem af als iemand die het volk helpt bij een ramp.

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 14
Willem III maakte vaak ruzie met het parlement: hij vond dat hij zich niet aan de grondwet hoefde te houden.
➔ Verplaats je in Willem III. Bedenk welk argument hij voor zijn mening zou geven. Voorbeeld:
  • Willem III had zelf nooit ingestemd met de grondwet. Zijn vader had de grondwet goedgekeurd, één jaar voordat Willem III aan de macht kwam. 
  • Willem III leefde in een tijd waarin koningen vaak nog heel machtig waren. Hij vond het logisch dat hij belangrijke besluiten nam.

Slide 12 - Tekstslide

Huiswerk
H1.2 Politieke stromingen
A Een liberaal parlement
Blz. 16 en 17
Maken opdrachten 1 t/m 6

Slide 13 - Tekstslide