Les H2 3 maart 2020 spelling znw

Les H2 3 maart 2020
Afsluiten grammatica, beginnen met spelling
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, havoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Les H2 3 maart 2020
Afsluiten grammatica, beginnen met spelling

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Planning
- Lekker lezen
- Zelfstandig werken
- Uitleg en nakijken
- Afsluiting (evaluatie)

Woensdag: verder met spelling (meervouds-n)
Donderdag: moeilijke woorden leren!

Lesdoel: aan het einde van de les weet ik hoe ik het meervoud van zelfstandig naamwoorden spel.

Slide 3 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Blz. 127-129

Maak opdracht 1 van spelling t/m de zin "ik ben onbereikbaar".
Maak opdracht 2: schrijf de meervoudsvormen van de woorden op. Weet je het niet? Kijk in het theorieblok.

Je mag zachtjes overleggen met je buur.
timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Ga naar www.lessonup.app
Vul hier de code in
timer
2:00
<--

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide


In welk rijtje zijn alle meervouden goed gespeld?
Uitleg -f
- De -f van brief verandert in het meervoud in een v.
- De -f van hiëroglief blijft in het meervoud staan. Het komt van het Franse hiéroglyphique.
Uitleg -e
- Zowel groente als gewoonte, twee woorden die eindigen op -e, hebben twee meervouden.
A
briefen / hiërogliefen / groenten / gewoontes
B
brieven / hiëroglieven / groentes / gewoontes
C
brieven / hiërogliefen / groenten / gewoonten
D
briefen / hiëroglieven / groentes / gewoonten

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide


In welk rijtje zijn beide woorden incorrect?
Uitleg
Denk aan de klemtoon:
Industrie --> industrieën
Slechterik --> slechteriken
A
slechterikken / industriën
B
slechteriken / industriën
C
slechterikken / industrieën
D
slechteriken / industrieën

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Bedenk woorden die alleen een meervoud of enkelvoud kennen.

Slide 19 - Open vraag

Welke woorden, eindigend op man, kennen drie meervouden?

Slide 20 - Woordweb

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide


In welk rijtje krijgen alle woorden een apostrof om het meervoud te vormen?
Tip
Ga na of de klank verandert wanneer je de -s zonder apostrof aan het woord plakt.
A
loempia / pony / sudoku
B
hobby / paraplu / groente
C
spray / jury / opa
D
etalage / bureau / garage

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide


Gebruik de Latijnse uitgangen om de meervouden te vormen van 'datum' en 'politicus'
Uitleg
um wordt a
us wordt i

Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Het woord blad heeft twee meervoudsvormen. Welke zijn dit? Verschillen ze in betekenis?

Slide 28 - Open vraag

Einde van LessonUp
Voor morgen af hebben van spelling (blz. 127-130):
- Opdracht 1, 2 en 3 (kijk ze nog een keer na met de kennis die je nu hebt).

Op donderdag 12 maart SO grammatica en spelling
Dit SO gaat vooral over vzv, kww, zww, hww, meervouden zelfstandig naamwoorden en de meervouds-n.

Slide 29 - Tekstslide

Wat vind je van deze manier van les volgen?

Slide 30 - Open vraag