8.6 Het hormoonstelsel

Hoofdstuk 8 Regeling
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 8 Regeling

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?

Herhalen
Uitleg basisstof 8.6 (10 min.)
Aan het werk

Slide 2 - Tekstslide

Een zenuwcel bestaat uit heel veel zenuwen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een zenuw?
A
een bundel van uitlopers van zenuwcellen
B
een cel die impulsen kan geleiden
C
twee zenuwcellen die met elkaar verbonden zijn

Slide 4 - Quizvraag

Bestaat een zenuwcel uit een cellichaam en zenuwen?
A
ja
B
nee

Slide 5 - Quizvraag

Hoe noemen we de hersenen en het ruggenmerg samen?

Slide 6 - Open vraag

Hoe noem je de signaaltjes waarmee je zenuwstelsel communiceerd?
A
Prikkels
B
Impulsen
C
Stroompjes
D
Hormonen

Slide 7 - Quizvraag

Sleep de juiste betekenis naar het juiste begrip. 
Grote hersenen 
Kleine hersenen 
Hersenstam
Hersencentra voor waarnemingen, bewegingen en geheugen. 
Coördinatie en evenwicht houden.
Verbindingen tussen de hersenen en het ruggenmerg, onbewuste reacties.

Slide 8 - Sleepvraag

Ella wordt geknepen door haar zusje, ze trekt haar arm terug.
Zet de woorden in de juiste volgorde.
Ruggenmerg
Spieren
Bewustwording
Zintuigcel
Hersenen
Impulsen in zenuwcellen
Prikkel
Impulsen in zenuwcellen

Slide 9 - Sleepvraag

De reflexboog van je knie reflex gaat via ....
A
het ruggenmerg
B
de hersenstam
C
de kleine hersenen
D
de grote hersenen

Slide 10 - Quizvraag

De reflexboog van je ooglidreflex gaat via.....
A
het ruggenmerg
B
de hersenstam
C
de kleine hersenen
D
de grote hersenen

Slide 11 - Quizvraag

Alcohol heeft invloed op:
A
alleen de grote hersenen
B
alleen de kleine hersenen
C
zowel de grote hersenen als de kleine hersenen
D
niet op de grote hersenen en ook niet op de kleine hersenen

Slide 12 - Quizvraag

 minder goed

 sneller

 anders

Hersenen werken:
Uppers
Downers
Trippers
Verdovend
Stimulerend
Hallucinerend

Slide 13 - Sleepvraag

Leerdoelen

-Je kunt in een afbeelding de belangrijkste hormoonklieren benoemen.
-Je kunt de werking beschrijven van hormonen uit de eilandjes van Langerhans.
-Je kunt de werking beschrijven van het hormoon uit de bijnieren.

Tip: maak onder de les aantekeningen

Slide 14 - Tekstslide

Hormoonklieren
  • Produceren hormonen
  • Vervoeren deze via het bloed
  • Regelen werking van organen
  • Alleen de organen die gevoelig zijn voor het hormoon reageren hierop

Slide 15 - Tekstslide

Klier(en)
= een groep cellen in het lichaam dat een stof produceert en afgeeft

1. Klieren met afvoerbuizen: zoals speekselklier, zweetklier
 2. Klieren zonder afvoerbuizen: hormoonklieren geven hormonen af aan het bloed

Slide 16 - Tekstslide

Verschil in werking van het zenuwstelsel en het hormoonstelsel

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Eierstokken en teelballen

Maken geslachtshormonen = ontstaan secundaire geslachtskenmerken.

Slide 19 - Tekstslide

Eilandjes van Langerhans
  • Groepjes cellen in alvleesklier die hormonen maken
  • Regelen hoeveelheid suiker (glucose) in je bloed  = bloedsuikerspiegel

Houden bloedsuikerspiegel constant, altijd rond de 0,4%

Slide 20 - Tekstslide

Diabetes
  • Eilandjes van Langerhans werken niet goed. 
  • Gevolg: te veel suiker in bloed
  • Dit is suikerziekte (diabetes)

Slide 21 - Tekstslide

Bijnieren
Produceren het hormoon adrenaline
  • Doel: zorgen dat je snel kunt handelen
  • Wordt gemaakt als je schrikt/ bang bent/ spanning voelt.
  • Gevolg: extra glucose in bloed
  • Hartslag verhoogt, ademhaling versnelt --> spieren reageren (bijv. snel weg kunnen rennen) 


 

Slide 22 - Tekstslide

Samenvatting/aantekening 
bijnieren: Hormoonklieren die het hormoon adrenaline produceren.
eilandjes van Langerhans: Groepjes cellen in de alvleesklier die hormonen  produceren, om je glucosegehalte in je bloed constant te houden.
Eierstokken en teelballen: door hormonen ontstaat secundaire geslachtskenmerken.

Slide 23 - Tekstslide

Aan het (huis)werk

Lees blz. 159 t/m 166
Maak basisstof 8.6, opdracht 1, 2, 3, 4, 5, 7, 8, 9

Klaar?
Begrippen flitsen
Test jezelfs 8.1 t/m 8.6
https://biologiepagina.nl/Oefeningen/Hersenen/hersenenonderbouw.htm








Slide 24 - Tekstslide