8.1 Bloed

7.5 Eten en ademen bij dieren
Ga rustig zitten en pak je lesboek en schrift alvast voor je.
Welkom!
§8.1 Bloed
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

7.5 Eten en ademen bij dieren
Ga rustig zitten en pak je lesboek en schrift alvast voor je.
Welkom!
§8.1 Bloed

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
  • Leerdoelen
  • Wat weet je al?
  • Uitleg §8.1
  • Aan de slag!
  • Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet je al over?
Bloed

Slide 4 - Tekstslide

§8.1 Bloed
Waaruit bestaat je bloed?
  • Bloedplasma
  • Rode bloedcellen
  • Witte bloedcellen
  • Bloedplaatjes



Nieuwe bloeddeeltjes worden gemaakt in het rode beenmerg in platte beenderen (bijv: ribben, bekken, borstbeen)

Slide 5 - Tekstslide

§8.1 Bloed
Rode bloedcellen
* geen celkern
* kleurt het bloed rood
* vervoeren zuurstof met behulp van de rode kleurstof: hemoglobine


Witte bloedcellen
* wel een celkern
* bestrijden ziekteverwekkers op twee manieren
    - witte bloedcellen type 1 (vreetcellen): eten bacterien en schadelijke stoffen op en verteren ze.
    - witte bloedcellen type 2: maken afweerstoffen tegen ziekteverwekkers zoals bacterien en virussen.
                                                      die afweerstoffen heten antistoffen.

Bloedplasma
* gele vloeistof
* vervoert bijna alle stoffen door het lichaam

Slide 6 - Tekstslide

§8.1 Bloed
Bloedplaatjes
* geen celkern
* stukjes van een cel
* maken samen met een stollingseiwit in het bloedplasma wondjes dicht (bloedstolling)

Als je een wondje hebt gebeurt het volgende:
- bloedplaatjes knappen open
- een stofje komt vrij uit de bloedplaatjes
- het stofje zorgt ervoor dat stollingseiwit fibrinogeen (in bloedplasma) verandert in kleverige fibrinedraden
- fibrinedraden vormen met elkaar een netwerk
- rode bloedcellen blijven in het netwerk hangen
- fibrinedraden en bloedcellen drogen op (bloedstolling) korstje ontstaat
- onder het korstje herstelt de huid

Slide 7 - Tekstslide

§8.1 Bloed
Hoe vervoert je bloed stoffen?
Opname en afgifte van stoffen --> haarvaten

De stoffen worden op 2 manieren vervoerd:
  1. transport via bloedplasma
    Stoffen zoals: glucose, vitaminen, mineralen, hormonen, afweerstoffen en afvalstoffen.
  2. transport via rode bloedcellen
    Rode bloedcellen vervoeren zuurstof met behulp van de stof hemoglobine.
    Dat gaat volgens de volgende stappen:
    - zuurstof binden
    - zuurstof vervoeren
    - zuurstof loslaten in de organen
Te weinig hemoglobine in de rode bloedcellen --> bloedarmoede.
- snel moe
- komt vaak door te weinig ijzer in het bloed.
- IJzer is nodig om hemoglobine te maken.

Slide 8 - Tekstslide

§8.1 Bloed
Wat verandert er bij inspanning in je lichaam?
Bij inspanning heeft het lichaam meer glucose en zuurstof nodig voor de verbranding.

De verbranding gaat sneller --> meer afvalstoffen.

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag!
Lezen: blz. 91, 92, 96, 98 en 99
Maken: 1 t/m 27 van §8.1

Ben je hiermee klaar?
Dan ga je bezig met het volgende:

Lezen: §8.2

timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

Afsluiten
Pak je Plenda
- maandag 21 oktober
- 3e lesuur
- m: 1 t/m 21 van §8.1 + l: §8.2

Zijn er vragen?


Volgende les
§8.2
Fijne dag!

Slide 11 - Tekstslide