a De Kerguelen liggen midden in de koude Westenwinddrift rondom Antarctica, terwijl Parijs warmte
krijgt van de warme Golfstroom.
b Europa heeft een zeeklimaat, oostelijk Noord-Amerika en Siberië een landklimaat.
c Er ligt een gebergte (oorzaak) dat de invloed van de zee tegenhoudt (gevolg).
d De koude Humboldtstroom zorgt ervoor dat de lucht erboven koud is en weinig vocht vasthoudt (oorzaak). Als de koude en droge lucht boven land opwarmt, kan die meer vocht vasthouden, maar water om te verdampen is er nauwelijks meer. De lucht voelt droog aan, het regent nauwelijks en je vindt er woestijnen (gevolg).
e De Canarische stroom stroomt van hoge naar lage breedte, dus van koud naar warm en is dus in het gebied waar het naar toestroomt relatief koud. De Golfstroom daarentegen stroomt van lage naar hoge breedte en is dus altijd relatief warm.