Herhaling anticonceptie
1 / 30
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat betekent "anticonceptie"?
A
Middelen om sneller zwanger te worden
B
Een ziekte die je kunt krijgen
C
Middelen om een zwangerschap te voorkomen
D
Een soort sport
Slide 2 - Quizvraag
Waar of niet waar: De pil moet elke dag worden ingenomen.
Behalve in de stopweek
Behalve in de stopweek
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quizvraag
Kan een condoom ook beschermen tegen ziektes?
A
Ja
B
Nee
Slide 4 - Quizvraag
Wie kan de pil gebruiken?
A
Mannen
B
Vrouwen
C
Mannen en vrouwen
Slide 5 - Quizvraag
Kan anticonceptie 100% zekerheid geven om niet zwanger te worden?
A
Ja, altijd
B
Nee, maar het verkleint de kans heel erg
C
Nee, anticonceptie werkt nooit
Slide 6 - Quizvraag
Welke vorm van anticonceptie zie je op de foto?
A
Condoom
B
Prikpil
C
Sterilisatie
D
Hormoonspiraaltje
Slide 7 - Quizvraag
Welke vorm van anticonceptie zie je op de foto?
A
Condoom
B
Prikpil
C
Sterilisatie
D
Hormoonspiraaltje
Slide 8 - Quizvraag
Dit is de ...
Slide 9 - Open vraag
Dit is de ...
Slide 10 - Open vraag
Wat hoort samen?
Sleep het naar elkaar!
Vaginale ring
Koperspiraal
Condoom
vrouwen-condoom
Slide 11 - Sleepvraag
Hoe heten de stoffen in je bloed die ervoor zorgen dat je lichaam volwassen wordt?
A
Mee-eters
B
Geslachtshormonen
C
Groeischeuten
D
Enzymen
Slide 12 - Quizvraag
Elke puber krijgt jeugdpuistjes
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quizvraag
Als je de pil neemt, kan je geen aids krijgen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quizvraag
Hoe heet een 'vrouwenarts' met een moeilijk woord
A
Dokter
B
Arts
C
Gynaecoloog
D
Verpleegster
Slide 15 - Quizvraag
Tampons mag je niet in het toilet gooien.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 16 - Quizvraag
Wat hoort samen?
Verbind!
anticonceptie
Organisatie voor informatie over seksuele gezonheid
Voorbehoedsmiddel dat beschermt tegen SOA's
relatie tussen 2 vrouwen
voorbehoeds-middel
Sensoa
condoom
lesbisch
Slide 17 - Sleepvraag
Dit is een ...
Slide 18 - Open vraag
Een condoom mag je meer dan één keer gebruiken.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 19 - Quizvraag
Wat is geen voorbehoedsmiddel?
A
Het spiraaltje
B
Het condoom
C
De pil
D
Het doosje
Slide 20 - Quizvraag
Het spiraaltje is een betrouwbaar middel om zwangerschap te voorkomen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 21 - Quizvraag
Hoe vaak moet je de pil nemen?
A
1 keer per week, telkens ,dezelfde dag
B
1 keer per maand
C
Elke dag, behalve in de menstruatieweek
Slide 22 - Quizvraag
Condooms bestaan in verschillende maten en kleuren
A
Waar
B
Niet waar
Slide 23 - Quizvraag
De eerste keer hoef je geen voorbehoedsmiddel te gebruiken.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 24 - Quizvraag
De vrouw brengt zelf een spiraaltje in.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 25 - Quizvraag
Er bestaan verschillende varianten van de pil.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 26 - Quizvraag
Wat hoort samen?
Verbind!
Verpleegster die helpt bij de bevalling
Safe sex
Dun maandverband
ernstige vorm van jeugdpuistjes
vroedvrouw
Veilige seks
inleg - kruisje
acne
Slide 27 - Sleepvraag
De eerste keer dat je seks hebt kan je niet zwanger raken
A
Waar
B
Niet waar
Slide 28 - Quizvraag
Waarom vallen tampons niet uit de vagina?
A
Omdat ze een kleefstrip hebben
B
De tampon zet uit zodra De tampon vocht opneemt, waardoor hij goed blijft zitten.
C
Dankzij de vaginale sluitspier
Slide 29 - Quizvraag
Er bestaan ook vrouwencondooms
A
Waar
B
Niet waar
