In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
EHBO
H 2
Functie van belangrijke organen en weefsels
Slide 1 - Tekstslide
Hoofdstuk 2
Wat zijn de drie vitale organen
Wat is een AED
Hoevaak klopt een gezond/normaal hart
Wat zijn de effecten van inspanning
Conditie opbouwen
Slide 2 - Tekstslide
Weefsels en organen
Weefsel: een groepje van cellen die
hetzelfde zijn en dezelfde functie hebben.
Orgaan: is uit één of meer weefselsoorten opgebouwd.
Een orgaan vervult een bepaalde functie. Vb. de long
is een orgaan waarmee we ademhalen.
Slide 3 - Tekstslide
Vitale organen (van levensbelang)
Hart
Longen
Hersenen
De hersenen, het hart en de longen zijn organen die van levensbelang zijn.
De drie vitale functies hangen nauw samen met elkaar. Als 1 van de 3 uitvalt, zullen de andere meestal volgen.
Een storing in een vitaal orgaan is dan ook levensbedreigend.
Slide 4 - Tekstslide
Hersenen
De hersenen zijn belangrijk voor:
het besturen van je lichaam, zoals je beweging, gevoel en gedrag.
het regelen van je lichaamstemperatuur, hartslag, ademhaling en bloeddruk
het geheugen, bewustzijn en emoties
Slide 5 - Tekstslide
Het hart
Het hart is een pomp die vier tot vijf liter per minuut rondpompt.
Het bloed wat wordt rondgepomt bevat zuurstof en voedingsstoffen voor alle organen en weefsels.
Hart zo groot als je vuist.
Slide 6 - Tekstslide
longen
Zorgen ervoor dat de zuurstof die je inademt via luchtpijp bij je longen komen.
Deze geven de zuurtstof aan je bloed af.
Zijn kwetsbaar...
Slide 7 - Tekstslide
Bloedsomloop
Longen halen zuurstof naar binnen.
Je hersenen laten je hart pompen
Je hart pomp het bloed rond waarin de zuurstof zit uit je longen komen.
Dat rondgaan van je bloed door je lichaam = bloedsomloop
Dus de drie vitale organen zijn:
hart
longen
hersenen
Slide 8 - Tekstslide
Overleven
Dus de drie vitale organen hart, hersenen en longen zijn belangrijk om te leven.
Als iemand bv een hartstilstand krijgt moet er binnen ongeveer 6 min hulp komen anders overleeft hij of zij het niet.
Stap 1: is hij bij bewustzijn (hersenen) , ademt hij normaal (longen) en heeft hij een hartslag (hart).
Maar wat is een normale harslag en normale ademhaling?
Slide 9 - Tekstslide
2.6 blz 49 Reanimeren
Wat is reanimeren?
Waneer wordt iemand dus gereanimeerd?
reanimeren is het kunstmatig overnemen van de circulatie(bloedsomloop) en van de ademhaling als die circulatie is stilgevallen.
Als persoon bewusteloos is (hersenen werken niet) en als persoon geen normale ademhaling heeft.
Slide 10 - Tekstslide
2.6 blz 49 Reanimeren
Reanimeren is dus het kunstmatig overnemen van de ademhaling en de bloedsomloop wanneer er sprake is van een circulatiestilstand (stilstand van de bloedsomloop).
Reanimeren bestaat uit het geven van beademing (2x) en borstcompressie (30x) (hartmassage).
Slide 11 - Tekstslide
Reanimatiecursus
Daar leer je wat je allemaal moet kunnen als er een hartstilstand is.
Als dat gebeurd en je hebt geen reanimatiecursus gehad kan je een AED halen en ondersteunen bij de bediening ervan.
Slide 12 - Tekstslide
AED (automatische externe defibrillator)
AED is draagbaar apparaat dat hartritme weer kan herstellen. Dit gebeurt door een electrische schok.
Het hard wordt gereset.
Openbare plekken
Iemand die in de buurt is en weet waar een AED is.
Ook kan de 112 centrale burgerhulpverleners oproepen.
Kinderen boven de 8 jaar
Slide 13 - Tekstslide
verschillende soorten
Sinds wanneer gebruiken we AED's.
Mag iedereen die gebruiken en sinds wanneer is dat ?
Je kan AED's gebruiken op kinderen boven de ..... jaar
Hoe duur is een AED
Hoeveel AED's in Nederland
1956 ontworpen, toen mochten alleen doktoren en verpleegsters het gebruiken
ja, sinds 2007
8
rond de 1500 euro
24.000
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Hoe vaak geef je borst-compressies?
A
20 keer
B
25 keer
C
2 keer
D
30 keer
Slide 17 - Quizvraag
Hoeveel mensen per week krijgen in Nederland een hartaanval?
A
100
B
200
C
300
D
400
Slide 18 - Quizvraag
Hoe vaak geef je mond op mond beademing?
A
1 keer
B
2 keer
C
3 keer
D
4 keer
Slide 19 - Quizvraag
Slide 20 - Tekstslide
Inspanning dus goed want
verlaging bloeddruk
hoger bloedvolume
wijzigingen in vetconcentraties (je eet je reserve vet op)
Daling cholesterol (anders slagaderverkalking)
Inspanning dus goed maar soms is inspanning ook gevaarlijk
Slide 21 - Tekstslide
Opdracht
Maak in tweetallen opdracht 2.01 helemaal op blz. 185
1. Ademhaling in rust tellen
2. Ademhaling na inspanning
3. Hartslag in rust
4. Hartslag na inspanning
Je hartslag loopt op
In de eerste minuut na de inspanning daalt de hartslag het sterkste. In de minuten daarna zakt de hartslag geleidelijk weer terug naar de normale rusthartslag. Hoe sneller je hartslag na inspanning weer op je normale waarde zit, hoe fitter je bent.
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Video
Start hoofdstuk 2.8
Herhaling: Wat zijn weefsels
Wat zijn organen
Wat zijn de drie vitale organen
Waarom zijn dit vitale organen
Wat is een AED
Normale hartslag in rust
hart longen hersenen
een groep cellen die hetzelfde zijn en dezelfde functie hebben
is uit één of meer weefselsoorten opgebouwd.
Een orgaan vervult een bepaalde functie. Vb. de long
is een orgaan waarmee we ademhalen.
Vitaal = levenskracht, levenslustig, sterk.
Als 1 van de 3 uitvalt, zullen de andere meestal volgen.
Een storing in een vitaal orgaan is dan ook levensbedreigend.
Automatische Externe Defibrillator
Herstelt hartritme bij een hartstilstand
Hartslag in rust 60-80
Hartslag na inspanning 160-180
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Hitteberoerte
je belt 112
je brengt het slachtoffer naar een koele ruimte/plaats
je koelt het slachtoffer door:
de huid vochtig te maken met koud water- handdoeken - in (ijs) water gedrenkt - om het slachtoffer te wikkelen- coldpacks of ijs te leggen op plaatsen waar de grote bloedvaten aan de oppervlakte liggen: dit is onder de oksels, in de liezen en in de nek.