Week 2

Didactiek 8.1
Hoofdstuk 3: taal en didactiek

Paragraaf: 3.5 Geletterdheid 
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
DidactiekMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Didactiek 8.1
Hoofdstuk 3: taal en didactiek

Paragraaf: 3.5 Geletterdheid 

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen 8.1
Paragraaf 3.5 geletterdheid 

  • De student weet dat geletterdheid het vermogen is om lezend en schrijvend te communiceren en hoe je dit kunt stimuleren.
  • De student weet wat geletterdheid inhoudt, kent de 3 fasen en de kenmerken die daarbij horen: ontluikende geletterdheid, beginnende geletterdheid en gevorderde geletterdheid.
  • De student weet dat de referentieniveaus zijn ontwikkeld om vast te stellen welke basiskennis en –vaardigheden leerlingen moeten beheersen voor taal en rekenen. (4 fundamentele niveaus en vier streefniveaus (1F t/m 4F en 1S t/m 4S) voor primair onderwijs, (voortgezet) speciaal onderwijs, voortgezet onderwijs en mbo.  

Slide 2 - Tekstslide

Periode 8
Week 1
-
Week 2
Paragraaf 3.5: Geletterdheid 
Week 3
Paragraaf 3.6: Lezen 
Week 4
Paragraaf 3.7: Schrijven 
Week 5
Paragraaf 3.7: Schrijven
Week 6
Paragraaf 3.8: Taal en zaakvakken 
Week 7
Paragraaf 3.9: Engels 
Week 8/9
Herkansing - kennistoets 

Slide 3 - Tekstslide

Waar zie je taal? 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Geletterdheid

Slide 6 - Woordweb

Geletterdheid 
Geletterdheid is het vermogen om te kunnen lezen en schrijven. Het gaat niet alleen om het technisch kunnen lezen en schrijven, maar ook om begrijpend lezen en het kunnen communiceren met behulp van geschreven taal.



  • Ontluikende geletterdheid
  • Beginnende geletterdheid
  • Gevorderde geletterdheid

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 1 
  • De klas wordt onderverdeeld in 4 groepen. 
  • Samen met je groep werk je één van de onderstaande geletterdheid uit: 
  • Maak gebruik van een PowerPoint dia en leg de theorie van de geletterdheid uit, probeer ook   een koppeling te maken naar het werkveld. 
  • Daarna pitchen we dit kort aan elkaar. 

  • Groep 1: ontluikende geletterdheid 
  • Groep 2: Beginnende geletterdheid 
  • Groep 3: Gevorderde geletterdheid 
  • Groep 4: Referentieniveaus 
timer
15:00

Slide 8 - Tekstslide

Ontluikende geletterdheid 
Ontluikende geletterdheid is het eerste niveau van geletterdheid. Dit is de fase waarin jonge kinderen leren omgaan met geschreven taal. Ze ontdekken bijvoorbeeld dat letters en woorden een betekenis hebben.

Slide 9 - Tekstslide

Beginnende geletterdheid
Beginnende geletterdheid is het tweede niveau van geletterdheid. Dit is de fase waarin kinderen leren lezen en schrijven. Ze maken kennis met letters, letterklanken en woorden.

Slide 10 - Tekstslide

Gevorderde geletterdheid
Gevorderde geletterdheid is het hoogste niveau van geletterdheid. Dit is de fase waarin kinderen complexe teksten kunnen begrijpen en zelf kunnen schrijven. Ze hebben een uitgebreide woordenschat en kunnen kritisch nadenken over wat ze lezen.

Slide 11 - Tekstslide

Referentieniveaus 
De referentieniveaus gelden voor het basisonderwijs, speciaal onderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs. 

Slide 12 - Tekstslide

Referentieniveaus
  • Lezen (onder andere zakelijke teksten en literaire teksten lezen).
  • Schrijven (bijvoorbeeld een instructie of betoog schrijven).
  • Begrippenlijst (bijvoorbeeld kennis van begrippen als klinker, zelfstandig naamwoord of spreekwoord) en taalverzorging (taal correct toepassen).

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht 2
  • Lees bijlage 1 : 'Overzicht doelen beginnende geletterdheid'
  • Kies per duo : 2 doelen en beschrijf hoe je dit tegenkomt in je stage.


Slide 14 - Tekstslide

Eindopdracht 
Lees bijlage 1 : 'Overzicht doelen beginnende geletterdheid'

  • Kies zes doelen uit en maak hierbij een koppeling naar je stage. Denk aan wat doe jij als OA? Hoe begeleid je leerlingen bij een doel of hoe wordt er binnen je stage aan dit doel gewerkt etc. Succes!

Slide 15 - Tekstslide

Tips en tops!

Slide 16 - Open vraag